Van Salta naar Tolar Grande
Niet alleen met de trein naar San Antonio de los Cobres is spectaculair, ook met de auto is aan te raden. Het voordeel is dat je meer van de omgeving te zien krijgt dan met de trein. En dat is nog maar het begin, want na Antonio de los Cobres richting het dorpje Tolar Grande krijg je een totaal ander landschap te zien.
Want Tolar Grande ligt zo'n 390 km ten westen van Salta op een hoogte van bijna 5000 m! Tot voor kort was het vrijwel niet mogelijk om deze tocht te maken (er is daar naartoe geen openbaar vervoer), maar nu zijn er enkele gespecialiseerde reisbureaus die dit aanbieden. Drie dagen lang rij je grotendeels over zandwegen, door immense lege vlaktes, langs grote zoutmeren en door adembenemende gebergten. Soms lijkt het wel of het landschap van de planeet Mars hier een 'broertje' heeft. Alleen maar roodbruine golvende gebergten.
Het is een lange rit vanuit Salta, want soms kun je niet harder dan 40 km per uur over de zandwegen, maar de omgeving vergoedt alles!
Het landschap tot San Antonio de los Cobres is afwisselend van enorme cactusvelden tot grimmig gerimpelde rotswanden. Je rijdt soms door diepe dalen met veel groen en dan weer hoge kale spitse rotswanden om je heen. Na ruim 100 km kom in Santa Rosa de Tastil, een gehuchtje aan de RN 51, waar wat huisjes staan en een klein museum. Daar zijn voorwerpen uit een bloeiende periode te zien, toen hier nog duizenden indianen woonden. Want verderop liggen de ruïnes van een pre-Incagemeenschap die leefde tussen de 14de en 15de eeuw. Hier stonden meer dan 400 wooneenheden en Tastil moet een belangrijk commercieel handelsstadje geweest zijn tussen het Altiplano-gebied en Salta. De naam Tastil komt van ‘Ta’, dat in de indianentaal ‘kloppen op’ en ‘il’ plek betekende. Het was een gebruik, dat als de indianen over de bergen aankwamen, zij dit aankondigden door met stenen op de bergwanden ‘te kloppen’. De ruïnes zijn niet echt de moeite waard om te bezoeken.
Daarna ga je naar een hoogte van 4100 m waarbij je een goed uitzicht over de immense Altiplano-vlaktes hebt. Nu ben je op het hoogste punt van het eerste deel van de rit, daarna ga je langzaam naar een vrij vlak monotoon gebied en bereik je in de vallei het dorp San Antonio de los Cobres.
Dit is een saai mijnwerkersdorpje op 3775 m hoogte met niet meer dan 3000 inwoners. Het ligt 136 km ten westen van Salta en er wonen grotendeels indianen, die voornamelijk werken voor de koper- en zinkmijnen. Het dorpje is altijd een belangrijke stopplaats geweest voor reizigers naar en van de Atacamawoestijn en Antofagasta in Chili. Veel mensen krijgen hier last van hoogteziekte, ik heb het zelf ook gehad. Neem rustig de tijd en wandel langzaam, drink cocathee of water.
Vanaf de busterminal in Salta vertrekt elke dag Empresa El Quebradeño voor een ruim zes uur durende rit naar San Antonio de los Cobres. En er zijn verschillende reisorganisaties in Salta die alleen dit traject ook aandoen.
Als je met de auto bent kun je doorrijden naar de beroemde viaduct La Polvorilla, waar de ‘trein naar de wolken’ overheen rijdt en tevens zijn eindpunt is. Een indrukwekkend gezicht als je daar beneden staat en als je de trein daarboven ziet verschijnen (dan moet je wel op de dag vertrekken als de trein, wat de meeste excursies ook doen)!
Vanaf nu laat je de bewoonde wereld achter je en ga je richting zoutmeren en verlaten dorpen en stationnetjes naar Tolar Grande. Want zo'n twintig jaar geleden reed tot Socompa (de grens met Chili) nog een trein en waren de dorpen rondom de zoutmeren nog bewoond. Nu zijn het net 'ghost towns' met klapperende deuren, kapotte ramen, alles is in verval!
Indrukwekkend is de weg door Solar de Pocitos (een groot zoutmeer), door de weerkaatsing van het felle zonlicht lijkt het alsof je door een sneeuwgebied rijdt. Je gaat nu naar een hoogte van bijna 5000 m en dat merk je! Niet alleen lichamelijk, maar er is ook geen vegetatie wel af en toe een vicuña-familie (is een sierlijke lama), die je verbaasd aankijkt van wat kom je in godsnaam hier doen.
Je rijdt slingerend door een van de mooiste gebergten van Noord-Argentinië naar het dorpje Tolar Grande. Alles is roestbruin en heeft door de erosie (het waait er behoorlijk) de mooiste vormen gekregen. Het is genieten, en verbaasd vraag je je af of deze vormen wel door de natuur zijn gevormd, zo mooi en in harmonie! Als je begin van de avond daar rijdt dan worden de kleuren door de ondergaande zon, die fel oranje is, nog eens heftiger.
In Tolar Grande werkte men voorheen voor de zout- en fosfaatindustrie, nu is er niets meer. De meeste mannen werken in Salta of ergens anders. Er is een hostería, Refugio Municipal (waar een mannen- en een vrouwenzaal is) en je eet bij familie thuis (er zijn er drie), want er is geen restaurant. De enige bezoekers zijn geologen, vrachtwagenchauffeurs en de laatste jaren toeristen.
De volgende dag breng je een bezoek aan een verlaten fosfaatmijn en 'la Duna' (de duin), en deze is op ruim 5000 m hoogte. En ook het hoogtepunt (letterlijk en figuurlijk), want na een wandeling naar de top, heb je het gevoel over het 'dak van Zuid-Amerika' te kunnen kijken. De lucht is zo helder, zodat je alle toppen van de vulkanen in de verre omtrek makkelijk kunt zien (zie foto hieronder).
Deze driedaagse tocht kun je maken via de reisbureaus Socompa en Norte trekking.)
Rondreizen-Hotel
Rondreizen
Rondreizen-Hotel