Osnabrück en Bentheim

Swipe

Bad Bentheim

Duizenden Nederlanders brengen jaarlijks hun vakantie door in Bad Bentheim. Het ligt slechts een tiental kilometers over de grens bij Oldenzaal en het is een geliefd kuuroord. Het centrum is gezellig en de geschiedenis gaat ver terug, maar dat kun je je het beste laten vertellen tijdens een avondwandeling onder leiding van de nachtwacht.

Als je van fietsen houdt: rond Bad Bentheim vind je meer dan 500 kilometer fietspad, de Grafschafter Fietsroute is met z’n 220 kilometer het langst. Je kunt ook kiezen uit vele kortere routes, zonder uitzondering zijn ze uitstekend aangegeven en enkele ervan zijn, hoe kan het ook anders, grensoverschrijdend. Bossen en weilanden in de directe omgeving van het stadje noden ook tot het maken van korte en lange wandelingen en ook op dat gebied zijn er prachtige routes uitgezet.

Als kuuroord heeft Bad Bentheim grote faam. Al meer dan 100 jaar brengen zout- en zwavelbaden verlichting aan onder andere psoriasispatiënten die er een goed alternatief vinden voor de heilzame werking van de Dode Zee. De eerste bron (zo vertelt de sage) werd ontdekt door dieren. Boeren zagen dat wilde dieren genazen nadat ze zich in de modder wentelden. Ze probeerden hetzelfde met hun vee dat eveneens genas van allerlei ziekten. In 1710 bevestigde een geneesheer uit Coesfeld de geneeskrachtige werking van de modder en ging ermee naar de graaf die er een achthoekig huisje van zandsteen overheen liet bouwen. Het eerste kuuroord was een feit. Het zal duidelijk zijn dat het huisje een forse ontwikkeling doormaakte. Vele Nederlanders profiteren jaarlijks van de geneeskrachtige werking van het water. Ze werden voorafgegaan door koningin Emma die een vaste bezoekster van de termaalbaden was tot aan haar dood in 1934.

Musea

In Bad Bentheim zijn enkele interessante musea. Zo is er het Museum für Radio- und Funkgeschichte, een lustoord voor de liefhebber van de geschiedenis van de radio vanaf ongeveer 1920.

Het zandsteenmuseum toont wat er allemaal met zandsteen tot stand gebracht kan worden, maar als je iets langer in deze hoek van Duitsland rondkijkt dan wordt het allemaal vanzelf duidelijk. Ook in Nederland is veel met zandsteen gebouwd, te denken valt aan het paleis op de Dam in Amsterdam.

In Gildehaus, iets westelijk van Bad Bentheim vind je onder andere het Otto Pankokmuseum. Otto Pankok was een pacifistisch kunstenaar wiens werk door de nazi’s werd aangeduid als ‘ontaarde’ kunst. Je vindt er onder andere houtskooltekeningen en het is heel goed mogelijk dat in hetzelfde museum nog een andere tentoonstelling is ingericht.

Het Geologische Freilichtmuseum in Gildehaus toont werk en wonen in vroeger dagen in deze omgeving. Nabij het openluchtmuseum ligt de enige steengroeve in het graafschap waar nog zandsteen gedolven wordt. Van een vroegere zandsteengroeve heeft men een openluchttheater gemaakt waar jaarlijks vele voorstellingen worden gegeven op tal van gebieden. In de zomermaanden worden er tal van festiviteiten georganiseerd. Zo is er een grote lampionoptocht, de fijnproevers kunnen zich tegoed doen tijdens culinaire feesten, er is een rally met oldtimers en een internationale vlooienmarkt in de kasteeltuinen. Gedurende de advent is er een zeer aantrekkelijke kerstmarkt.

Höhenburg Bentheim

Het kenmerk van Bad Bentheim is het kasteel, Höhenburg Bentheim, voltooid in 1116 dat op de ruim 90 meter hoge rotsen boven het dorp uittorent. Het maakte ooit deel uit van een gordel van verdedigingswerken die het Münsterland tegen vijandelijke invallen, met name tegen de Franken, moesten beschermen. In geschriften uit 1020 wordt de burcht voor het eerst genoemd. Graaf Otto von Northeim was toen de eigenaar ervan. De geschiedenis van de mensheid op de plaats waar de burcht gebouwd is, is vermoedelijk veel ouder.

De graven van Bentheim hebben door de loop van de eeuwen tal van pogingen gedaan om hun territorium uit te breiden. Uelsen kwam erbij en later ook Tecklenburg. Dat gebeurde allemaal tamelijk geruisloos, vooral door vererving. Als veroveraars waren de graven minder succesvol, ze deden tevergeefs pogingen om onder andere Coevorden, Drenthe en Twente te veroveren, terwijl ze evenmin aan de andere kant veel succes boekten. De bisschoppen van Osnabrück en Münster waren niet gediend van hun pogingen het graafschap te vergroten.

Overigens, de graven van Bentheim noemden zich in die tijd wel graaf, maar waren dat in feite niet. Men spreekt tot de 15e eeuw dan ook over de heren van Bentheim. De grafelijke titel ontleenden ze in hoofdzaak aan hun verwantschap met de graven van Holland. De eerste heerser die zich graaf mocht noemen was Everwin II en dat gebeurde pas in 1486. Tijdens de reformatie provoceerde graaf Arnold I de bisschoppen van Münster en Utrecht door het roomse geloof de rug toe te keren en aanhanger te worden van de leer van Luther, later van Calvijn en Zwingli. Niet zozeer uit overtuiging maar vooral met het doelwit om meer politieke invloed te verwerven.

Het graafschap werd daardoor betrokken in de Tachtigjarige Oorlog. Uit deze periode dateren ook de stevige banden met Nederland. De Nederlandse edelen Brederode en H(o)orn(e) waren verwant aan graaf Arnold II (van Bentheim-Steinfurt) en daardoor ontstonden ook contacten met het Nederlandse koningshuis Oranje-Nassau. Graaf Arnold II was in 1588 de initiatiefnemer van de stichting van de eerste niet-katholieke universiteit in Westfalen in Schüttorf, die in 1591 zou verhuizen naar Burgsteinfurt.

Toen in Duitsland in 1618 de Dertigjarige Oorlog uitbrak ging dat niet ongemerkt aan het graafschap voorbij. De steden en dorpen werden door plunderende Spaanse soldaten vernield en platgebrand, het kasteel werd gedeeltelijk verwoest. Velen ontvluchtten het graafschap en weken uit naar Nederland. De achterblijvende bevolking werd gedecimeerd door de pest. Het bleef zeer rumoerig in het graafschap en het verloor als onderdeel van de Westfaalse Vrede zijn zelfstandigheid. Het kasteel was nauwelijks meer interessant als verdedigingswerk en deed vele jaren dienst als bestuurlijk centrum, gerechtshof en gevangenis. Het was tevens een studieobject van tal van Nederlandse kunstenaars en met name op werken van Jacob van Ruijsdael en Nicolaas Berchem zie je het kasteel vele malen afgebeeld.

Tijdens de Zevenjarige Oorlog (1754-1761) werd het kasteel door Fransen en Engelsen bezet. In 1795 werd het kasteel door Franse revolutionaire troepen in brand geschoten en verviel de burcht tot een ruïne. Het verhaal vertelt dat de Fransen, onder generaal Vandamme, het kasteel wilden opblazen, maar dat door een windvlaag de ijzeren poort dichtviel. Als gevolg hiervan werd de lont die het vuur in het kruitvat zou brengen afgesneden.

In 1848 werd een begin gemaakt met de wederopbouw, maar tussen 1883 en 1914 kreeg dit daadwerkelijk gestalte onder de vorst Alexis. Deze was getrouwd met Pauline, prinses zu Waldeck und Pyrmont en deze Pauline was weer een zuster van de Nederlandse koningin Emma, waarmee de nauwe banden tussen de graven van Bentheim en de vele Europese vorstenhuizen verklaard is. Vandaag de dag zwaaien nog steeds vorsten de scepter over de burcht.

Natuurlijk breng je een bezoek aan de burcht. Je vindt er een rozentuin waaromheen de gebouwen zijn gegroepeerd. Een belangrijk gedeelte daarvan is opengesteld voor het publiek en als je nog nooit in een folterkamer was of je je geen voorstelling kunt maken van de manier waarop men in vroeger dagen de gevangenen behandelde, moet je er beslist een kijkje gaan nemen. Pronkstuk van het kasteel is de zandstenen crucifix uit de 11e eeuw: ‘Herrgott von Bentheim’. Je vindt er trouwens ook Nederlandse sporen, met name koningin Emma (de verklaring ervoor vind je bovenstaand) was hier indertijd vaak te gast, vanaf 1895 vergezeld door Wilhelmina. In de gebouwen met prachtige interieurs bevindt zich een permanente tentoonstelling over de burcht, haar roemruchte bewoners en de omgeving. Als je geluk hebt ontmoet je de man die momenteel het omvangrijke bezit bestuurt: prins Oskar zu Bentheim und Steinfurt.

Informatie:

Touristeninformatie Bad Bentheim
Schlosstrasse 18
48455 Bad Bentheim
Tel. 05922 - 98 330
E-mail: [email protected]    Internet: www.bentheim-duitsland.nl