Bolivia

Swipe

Volksgebruiken

Door de geïsoleerde ligging, extreme geografie en bonte geschiedenis heeft Bolivia zijn inheemse cultuur en tradities nog grotendeels weten te bewaren.

Ceremonies en rituelen

Pachamama

De vrouwelijke godheid ‘Moeder Aarde’ wordt door de Andesvolkeren al eeuwen vereerd en gerespecteerd. Men gelooft in wederkerigheid; Pachamama beschermt het Andesvolk, zorgt voor vruchtbaarheid en schenkt hun voedsel, water en daarmee leven. In ruil hiervoor is het noodzakelijk de Pachamama te ‘betalen’ (hacer el pago of challa). Zo worden vóór het drinken van chicha (maïsbier) een paar druppels over de grond geschonken. Pachamama wordt bijna bij elk ritueel van de Andesbewoner betrokken door middel van een offer aan haar. Het is een teken van dank maar ook van angst, want indien men Pachamama niet respecteert wordt deze godheid boos en dit manifesteert zich in natuurrampen, slechte oogsten, ziektes en tegenspoed. Pachamama speelt een belangrijke rol in het dagelijkse leven van de mensen in de Andes en dagelijks worden dialogen met haar aangegaan, waarin om gunsten of vergiffenis gevraagd wordt. Pachamama wordt ook vaak geïdentificeerd als Virgen Maria of Santa Tierra.

Challa (in Aymara 'besprenkelen')

De Ch’alla (het besprenkelen met alcohol) is een dankbetuigingsritueel aan Pachamama voor de ontvangen gunsten van haar zoals bijvoorbeeld een goede landbouwopbrengst. Bovendien houdt men een ch’alla voor het vragen van toestemming aan Pachamama voor het bouwen van bijvoorbeeld een huis of het openen van een zaak. Hiervoor wordt op de markt een mesa gekocht, een offer dat uit een papier of stuk weefsel bestaat met allerlei attributen zoals illas, voorwerpen van suikergoed, die nodig zijn voor het ritueel. Illas bestaan er in de vorm van bijvoorbeeld een slang, die staat voor intelligentie en bekwaamheid. De mariposa (vlinder) representeert onsterfelijkheid en is voor degene met problemen met de gezondheid. De hormiga (mier) symboliseert werk (de mier werkt immers 24 uur per dag) en dulces (zoetjes), met de kleuren van de regenboog, representeren de natuur, de voeding en de productie. De lama voert op zijn rug alle obstakels en problemen af en brengt al het goede wat men wenst in het leven. Daarnaast worden de sullos (foetus) van de lama op de mesa gelegd met als doel dat alle persoonlijke wensen vervuld worden. De foetus wordt gewikkeld in lamawol, goud- (bewustzijn) en zilverpapier (vrouwelijk, geboorte). Het untu (vet) van de lama is het centrum van het universum voor de Aymaras en vormt de oorsprong van het leven. Een stukje huid van titi (katachtige) representeert de nacht en mullu (witte steen) representeert de dag. Wierook staat voor mannelijk en kopal voor vrouwelijk. De cocablaadjes vormen het medium van dialoog. Huiraqùa is een zilverkleurige stof die de basis vormt van de mesa en die de Mancapacha (de onderste laag van de Andes kosmosvisie) representeert.

Binnen de families voeren de grootouders, vader of oudste broer de ch’alla ceremonie uit maar bedrijven vragen om een amauta of yatiri (wijze priester). Voor het begin van de ceremonie moet men bidden en permissie vragen aan de spirituele bovennatuurlijke geesten die in de hoge bergtoppen verblijven zoals de Achachila, Apu (geesten van de voorouders die zwerven rond de bergtoppen) en Awicha (bovennatuurlijke vrouwelijke wezens die rond het huis zwerven). Boven het in vieren gevouwen papier of doek wordt wierook gelegd die opgerold wordt in lamawol. Hier bovenop worden cocablaadjes gelegd in de vorm van een bloem. De mesa wordt afgedekt met bloemen of pachamixtura (gekleurde papierreepjes) en uiteindelijk verbrand, want vuur is de bron van het leven. Het huis wordt besprenkeld met wijn en chicha (gefermenteerde maïsdrank) evenals de aarde, Pachamama.

Rutuchicu

Als een kind twee jaar wordt en het niet meer afhankelijk van moedermelk is, wordt er een ritueel gehouden met een daaraan verbonden feest. Hierbij wordt het hoofd van het kind compleet kaal geschoren. De eerste lok wordt geschoren door de padrino, een door de familie gekozen peetvader. Vervolgens knippen de andere familieleden in volgorde van leeftijd en belangrijkheid verder en daarbij worden ook cadeautjes gegeven aan het kind. De eerste twee jaar had het kind een voorlopige naam gekregen maar nu krijgt het een permanente naam en daarna wordt er een dag lang gefeest. Het haar wordt begraven in de grond, een offer aan Pachamama.

Inwijding van een Aymarahuis

Als een nieuw huis ingewijd wordt vindt er een belangrijke ceremonie plaats. De ceremonie wordt uitgevoerd door een Yatiri of Paqo (wijze man) en vindt meestal op zaterdag plaats. Er wordt een mesa (offer) ingericht op een manta (ritueel doek), dat bestaat uit een miniatuurmannetje van was, wierook, kruiden, cocabladeren, katoen en van tin gemaakte miniatuurtjes van mensen, dieren en huishoudelijke goederen. De Yatiri besprenkelt het offer vervolgens met een pisco (druivenlikeur) en daarna volgt de rituele verbranding van de mesa. De ceremoniële meester bestudeert de richting van de rook om te kijken of de kwade geesten wel het huis ontvluchten. Vervolgens kauwt hij cocablaadjes en doet daarbij oproepen aan Pachamama en aan de Apus (heilige bergen) en vraagt om hun zegeningen. Hierna wordt de as van het offer samen met de gekauwde cocablaadjes in een zak gestopt en deze wordt in een gat in de funderingen van het huis gestopt. Vanaf dit moment is het offer de onzichtbare bewaker van het huis. Nu beginnen de festiviteiten, maar alvorens te drinken, besprenkelt elke gast het offer met alcohol.

Padrino

In Bolivia kan men padrino (peetvader) worden voor diverse doeleinden. Het meest gebruikelijke is bij de doop van een kindje in de kerk. Meestal wordt een goede vriend uit dezelfde sociale klasse gevraagd als peetvader en soms wordt iemand voor deze eer gevraagd met sociaal aanzien of met geld. Hierdoor worden vaak buitenlanders gevraagd om peetvader van het kindje te worden. Men is nu verantwoordelijk voor het geestelijke en fysische welzijn van het peetkindje en het is de bedoeling op belangrijke gelegenheden, zoals verjaardag of bij de uitreiking van een diploma, een geschenk te geven. Bovendien wordt verwacht dat de peetvader te allen tijde raad geeft aan het kind als er om gevraagd wordt. Daarnaast zijn er ook andere vormen van het ‘padrino’ schap. In Bolivia is er chronisch geld tekort en bij evenementen wordt er vaak aan de financieel beter gesitueerden gevraagd of ze kunnen bijdragen aan bijvoorbeeld de uniformen van een voetbalclub of aan de kleding en instrumenten voor een dansvereniging. In zo’n geval wordt de schenker ook padrino (sponsor). De padrino de regalo (sponsor van het cadeau) schenkt bij een trouwerij een belangrijk cadeau of helpt met de sponsoring van een bruidsjurk.

Ekeko

Ekeko is voor de Aymaras de god van de voorspoed. Hij is een mannetje met een grote lach (om kinderen aan het lachen te maken), een dikke buik (omdat hij graag eet) en korte benen, zodat hij niet vlucht. Hij is altijd vol beladen met miniaturen van bankbiljetten, vrachtwagens, huizen, hartjes en voedsel. Ekeko speelt een hoofdrol tijdens het populaire festival Alasitas in La Paz.

Andeskalender

Voor de Andesvolkeren zijn de zonnewendes erg belangrijk, zij vormen een soort agrarische kalender en deze dagen worden dan ook uitbundig gevierd.

•, 21 maart is de dag om Pachamama te bedanken voor de ontvangen opbrengsten van oogsten door middel van offers.
•, 21 juni machakmara. Het oude jaar is afgelopen en heeft de campesinos (boeren) veel geschonken en een nieuw jaar begint. Het is belangrijk om de eerste zonnestralen op te vangen en zo voor een goed jaar met voorspoed te bidden.
•, 21 september Sata Kallta. Dit is een goede tijd om rituelen uit te voeren vóór het begin van de zaaitijd.
•, 21 december. De gewassen bloeien uitbundig, de aardappelen groeien en de oogst begint.

Wiphala

Een van de belangrijkste emblemen voor de Quechua en Aymara is de van hun voorvaderlijke geboorteland stammende wiphala, de heilige campesino (mensen van het platteland) vlag die bestaat uit de zeven kleuren van de regenboog en de vier kleuren die corresponderen met de vier suyus (provincies) waaruit Tawantinsuyu (het Incarijk) bestond. Deze vlag wordt altijd gehesen bij sociale en culturele activiteiten in een dorpsgemeenschap zoals bijeenkomsten, bruiloften, de geboorte van een kind en begrafenissen maar ook tijdens gemeenschappelijke festiviteiten en activiteiten.

In de akkers staat soms de witte Wiphalavlag, die gebruikt wordt voor rituelen die aan de landbouw gewijd zijn, en ook gebruikt wordt als versiering bij trouwerijen. Het is een symbool van vruchtbaarheid.

Pago a la tierra, (offer aan Pachamama, Moeder Aarde)

Het doel is bijvoorbeeld om een goede oogst te vragen aan Pachamama. Het ritueel wordt uitgevoerd door een priester of Paqo of Altomisayok (Quechua), wijze mannen met spirituele krachten. Personen die getroffen zijn door een bliksemstraal en dit overleven, worden speciale spirituele eigenschappen toegekend en worden als Paqo beschouwd. De spirituele meester begint het ritueel met het uitspreiden van een ceremonieel doek en plaatst er enige voorwerpen op die wijzen op een voorspoedige toekomst zoals pasta, koekjes, chocolade, rijst en suiker. Daarnaast wordt er een lamafoetus (symbool van vruchtbaarheid) en een alcoholische drank op het altaar bijgevoegd. Er volgt een gebed, gericht aan de Apus (de heilige bergen). Daarna wordt een handvol cocabladeren over het altaar uitgespreid en wordt de positie van de cocablaadjes nauwkeurig bestudeerd. Als de blaadjes op een bepaalde manier vallen en de donkergroene blaadjes overheersen dan betekent dit dat de Moeder Aarde het offer accepteert en dat men kan doorgaan met de ceremonie. Vervolgens plaatst de priester drie perfecte blaadjes tussen zijn vingers (kintu) en wordt de procedure herhaald. Ten slotte worden de blaadjes op het altaar gelegd en onder gebeden wordt het offer in brand gestoken en aldus opgeofferd aan Pachamama. De ceremonie wordt afgesloten door de priester die drie cocablaadjes in de mond steekt van de deelnemers. Coca is bovendien een medicinale plant (zie traditionele medicijnen) en wordt daarnaast gebruikt bij toekomstvoorspellingen.

Coca, het heilige blad van de Andes

Coca is een woord uit het Aymara en betekent ‘voedsel voor werkers en reizigers’ en is ook een algemeen woord voor boom of plant. De cocaplanten in Bolivia groeien aan de oostkant van de Andes, op de subtropische hellingen van de Yungas ten oosten van La Paz en in de tropische regio Chapare tussen Cochabamba en Santa Cruz.

In de Andes wordt coca al sinds 4000 v.Chr. gebruikt in rituelen en medicijnen. Op ceremoniële bekers van de Tiwanaku-cultuur zijn afbeeldingen te zien van een persoon die cocablaadjes kauwt (chacchad). Coca was tijdens de pre-Incatijd een waardevol goed dat gebruikt werd in de ruilhandel. Gedurende de Incatijd (1400-1533 n.Chr.) functioneerde het cocablad als het belangrijkste religieuze offer aan de goden. Bovendien werd coca gebruikt als gift aan bondgenoten of als consumptie voor het leger en de arbeidskrachten en voor medische doeleinden. Tijdens het begin van de koloniale tijd was het gebruik van cocablaadjes verboden omdat de Spanjaarden zagen dat het voor de inheemse bevolking heilig en heel belangrijk was. Later zagen ze in dat het kauwen van coca erg belangrijk was voor de indianen, die hierdoor minder voedsel en water nodig hadden en langer en harder konden werken in de mijnen. Coca werd daardoor het meest belangrijke en waardevolle handelsproduct in Potosí en bracht vele Spaanse handelaren in cocabladeren tot rijkdom.

Later werden de geneeskrachtige en voedingrijke eigenschappen van het blad ontdekt en werd het sociaal geaccepteerd totdat twee onderzoekers in het midden van de negentiende eeuw, Gaedeke en Nieman, cocaïne ontdekten (door de isolatie van erythroxyline). In eerste instantie werd het gebruikt voor verdovingen maar later leidde het tot consumptie en verslaving en in 1914 werd cocaïne in de Harrison Narcotic act illegaal verklaard. Sinds dat moment hangt er een taboe rond de plant, maar voor het Andesvolk blijft het tot vandaag de dag een heilig blad.

Het gebruik van coca in het dagelijks leven
Chaccar (Quechua voor kauwen) van cocablaadjes is niet alleen om het hongergevoel te verminderen, de kou beter te verdragen of ziektes te bestrijden. Het vormt bovendien een integraal gedeelte binnen de Andessamenleving en het gebruik ervan is een belangrijk sociaal gebeuren binnen de gemeenschap. Zoals Europeanen samen een kopje koffie drinken, zo gebruiken de Andesbewoners cocabladeren bij ontmoetingen.

Voor het kauwen met kennissen of bezoekers worden eerst de beste blaadjes uitgekozen, de andere blaadjes worden gebruikt voor mate de coca (cocathee) De persoon die de blaadjes aanbiedt selecteert twee of drie blaadjes, kintu genoemd uit zijn ch’uspa, (zak met cocablaadjes), blaast erover en roept de Andesgoden op. Vervolgens overhandigt hij de coca met uiterste zorg aan de genodigden, die vol respect de blaadjes accepteren en vervolgens eveneens blazen over de blaadjes als een teken van eerbied voor de goden. Dit ritueel kan zich vele malen per dag voordoen. Chaccar bestaat eruit de blaadjes één voor één in de mond te stoppen met een beetje llipta (plantaardige as). Wanneer door te kauwen eenmaal een goede bol is gevormd, blijft deze in de mond totdat het sap van de blaadjes begint te vloeien. De takjes worden er op het laatst met de hand uitgehaald, uitspugen is onbeleefd. Hieruit blijkt dat het cocablad heilig is voor de Andesbewoners.

10 prachtige bestemmingen in Bolivia