China

Swipe

De reis van de pelgrim

Xuan Zang (Xuán Zàng), die leefde van 602 tot 664, was de beroemdste boeddhistische filosoof van de Tang-dynastie. Zijn epische reis naar India maakte Chinese vertalingen van enkele van de belangrijkste boeddhistische teksten mogelijk en vormde de inspiratiebron voor de beroemde Chinese roman Reis naar het Westen (xî yóu jì) en zijn verhalen over een dappere pelgrim en de mythische Apenkoning.

Van kinds af aan toonde Xuan Zang interesse voor een leven als boeddhistische monnik, en al als 13-jarige werd hij tot priester gewijd. Hij sloot zich aan bij een klooster in Chang’an (thans Xi’an) dat Indiase geschriften vertaalde, maar raakte teleurgesteld in de kwaliteit en de nauwgezetheid van de beschikbare werken. Hij besloot dat een expeditie naar de bakermat van het boeddhisme de beste manier zou zijn om de tegenstrijdigheden die hij in de Chinese vertalingen aantrof, tot een oplossing te brengen. In het jaar 627 ging hij te voet op weg naar India. Hij was nog maar 26 en zou pas 18 jaar later terugkeren.

De pas gestichte Tang-dynastie weigerde hem toestemming te geven te vertrekken, maar met hulp van sympathiserende officieren – zelf boeddhisten – maakte hij een zware tocht door de Taklamakan-woestijn en bereikte de oasestad Turpan. De Grote Khan van de Westelijke Gokturken, die heerste over een gebied dat zich uitstrekte van het hedendaagse Afghanistan tot aan China’s autonome regio Xinjiang, vatte sympathie voor de avontuurlijke monnik op en zette hem onder druk om te blijven. Xuan Zang weigerde en dreigde met een hongerstaking. Zijn onwrikbare toewijding aan zijn missie bracht de Khan ertoe hem te laten gaan, en hij werd zijns weegs gezonden.

Zijn eerste vijf jaar in India bracht hij door met het leren van Sanskrit en met studie aan het Nalanda-klooster, bij de vele leermeesters daar. Later, in de 14e en 15e eeuw, zou Nalanda de grootste boeddhistische universiteit ter wereld worden, die boeddhisten uit verre landen als Mongolië, Korea en Japan aantrok.

Gedurende de daaropvolgende zes jaar reisde hij door India en raadpleegde erudiete boeddhistische dharma’s in meer dan honderd verschillende streken van het subcontinent. Hij begon zelf lezingen te geven, en het charisma dat de Grote Khan had aangetrokken, leverde hem grote scharen toehoorders op, die een nieuwe, uiterst abstracte meditatieschool, Yogacara genaamd, hielpen verbreiden.

Bij zijn terugkeer naar China werd hij als een held ontvangen door dezelfde Tang-keizer die jaren geleden zijn reis naar het buitenland zo moeilijk had gemaakt. De 600 geschriften die hij mee terugbracht werden in het Chinees vertaald en worden in veel kloosters in heel China nog altijd gebruikt. Zijn rol in de verbreiding van boeddhistische kennis in China is van onschatbare waarde geweest.

Xuan Zangs epische reis werd de grondslag voor Wu Cheng’ens roman uit de Ming-tijd Reis naar het Westen, waarin Xuan Zangs reis geromantiseerd wordt en opgeluisterd met avonturen met zijn onverschrokken gids en beschermer, de speelse Apenkoning, en Zhu Bajie, een zorgeloos varken.

10 prachtige bestemmingen in China