Cuba

Swipe

Distributie van eerste levensbehoeften

Voor de Cubanen geldt een bonnensysteem voor de eerste levensbehoeften. Aan de hand van de gezinssamenstelling wordt een zekere hoeveelheid van een zeker product aan de inwoners toegekend. Ze kunnen met gebruikmaking van hun bonboekjes in winkels terecht om het op de bon aangegeven artikel te kopen. De winkel waar ze hun producten kunnen kopen, wordt eveneens door de overheid bepaald.

Dat gebeurt om twee redenen. Ten eerste weet de overheid welke hoeveelheid van een bepaald product naar een winkel moet worden gebracht (een soort buurtsuper) en er wordt voorkomen dat, als in een bepaalde winkel dat artikel niet meer voorhanden is, naar andere winkels wordt uitgeweken.

Als extra bijkomstigheid voorkomt de overheid op deze manier een al te levendige handel in bonnen. Voor kinderen en bejaarden gelden afwijkende regelingen. Door Cubanen worden de rantsoenen gezien als voldoende voor 10 dagen tot maximaal 2 weken. Een levendige handel op de zwarte markt is het directe uitvloeisel van het distributiesysteem. Artikelen zijn op de zwarte markt echter peperduur. Een kilo suiker kost al gauw 500 centavos, winkelwaarde 14 centavos. Voor een liter melk die in de winkel voor 20 centavos over de toonbank gaat, wordt het tienvoudige betaald.

Veel mensen hebben een tweede baan, ze werken in een hotel in de keuken, ze proberen in de buurt van toeristen te komen, ze bedelen en soms stelen ze. Artsen en leraren laten zich in natura betalen en natuurlijk is er de ruilhandel. Men doet klussen voor elkaar, dienstverlening vanuit de eigen kunde tegen dienstverlening door een ander vanuit diens professie, het zijn allemaal manieren om de overleven. Oké, het versterkt het door Castro zo gepropageerde solidariteitsgevoel, maar of de economie er baat bij heeft?

Elektriciteit wordt niet gedistribueerd. Men betaalt een vast bedrag per eenheid. Bij een hoger gebruik wordt de prijs per eenheid fors hoger. Op deze manier wordt het gebruik van energie enigszins aan banden gelegd. De economische crisis bracht weer andere maatregelen waarover later meer.

Water wordt per periode beschikbaar gesteld, waarvoor men per persoon een kleine vergoeding per maand betaalt. In Havana krijgt men daarvoor eenmaal per twee dagen, in Santiago de Cuba eenmaal per drie dagen water uit de kraan. Men moet water opslaan voor de dagen dat er geen distributie plaatsvindt. Op het platteland heeft men lang niet overal de beschikking over een waterleiding. Per dorp, per wijk of per boerderij zijn putten geslagen. Veel boerderijen hebben geweldige watertanks op hun erven om de regen op te vangen.

Woningen die op een openbare riolering zijn aangesloten moeten daarvoor eveneens een kleine bijdrage leveren. Maar wat is klein bij een gemiddeld maandinkomen van ongeveer 20 euro?

 

10 prachtige bestemmingen in Cuba