Filipijnen

Swipe

Open zee

Tijdens zeereizen tussen de eilanden kan men soms interessante diersoorten waarnemen. Vrij geregeld kan men vliegende vissen (Exocoetidae) uit het water zien opspringen. Ze kunnen secondenlange glijvluchten maken en daarbij afstanden overbruggen van tientallen meters. Bij het wegschieten uit het water zetten ze zich nog extra af door zijwaartse bewegingen van de staartvin. Daardoor kunnen ze bij kalme zee een zigzagspoor achterlaten op het wateroppervlak. Met hun glijvluchten proberen de vliegende vissen predatoren zoals tonijnen (Thunnidae) te ontwijken. In de lucht worden de vliegende vissen echter belaagd door verschillende soorten zeevogels. Een groep voedselzoekende zeevogels is voor vissers dan ook vaak een aanwijzing dat er een school vis zit op de betreffende plek.

Tot de typische zeevogels van de Filippijnse wateren behoren onder andere verschillende soorten sterns (Laridae), genten of boebies (Sulidae) en fregatvogels (Fregatidae). Afgelegen, moeilijk toegankelijke eilandjes worden door deze vogels gebruikt als broed- en pleisterplaats. Soms ziet men vanaf een schip een groepje dolfijnen (Delphinidae). Als men geluk heeft komen de dieren enige tijd bij de boeg of langszij zwemmen, waarbij ze dan vaak acrobatische sprongen demonstreren. Meestal zal men de kleinere soorten dolfijnen waarnemen, maar er bestaat ook een redelijke kans op griendwalvissen (geslacht Globicephala). Deze circa 6 meter lange dieren leven in groepen en zijn gemakkelijk herkenbaar aan hun gewelfde, bolle kop en de naar achteren gebogen rugvin. De lichaamskleur is zwart. De grienden zwemmen in een duidelijk langzamer ritme dan de kleinere dolfijnensoorten. Ook grotere walvisachtigen als vinvissen (Balaenopteridae) en potvissen (Physeteridae) kunnen in de Filippijnse wateren aangetroffen worden. Andere indrukwekkende zeedieren die men zou kunnen opmerken zijn de voor de mens ongevaarlijke mantarog (Manta birostris) en de walvishaai (Rhincodon typus).

10 prachtige bestemmingen in Filipijnen