Namibië en Botswana

Swipe

Tsumeb

In de omgeving van Tsumeb werd al door de oorspronkelijke bewoners, de San (Bosjesmannen), koper ontdekt. Het lag vrijwel aan de oppervlakte en de San gebruikten termietenheuvels als oven om het zuivere koper te scheiden van allerlei ongerechtigheden die aan het erts kleefden. Van het gesmolten koper maakten ze, vaak door het te legeren met andere grondstoffen, wapens voor de jacht en gereedschappen om het land te bewerken. Ze gebruikten het ook als ruilmiddel, met name met het veel kunstzinniger ingestelde Ovambovolk, dat er sieraden van maakte.

Natuurlijk bleef de kopervoorraad rond Tsumeb niet onopgemerkt en al in het begin van de 19e eeuw vertrokken er expedities naar het gebied om vast te stellen of het allemaal rendabel zou kunnen zijn. In 1905 stichtten de koloniale Duitsers Tsumeb. Het werd het middelpunt van de mijnbouw en er werd een spoorlijn aangelegd om het kopererts naar de kust te kunnen vervoeren en de benodigde materialen voor de mijnbouw in Tsumeb te kunnen krijgen. Het was overigens niet alleen kopererts wat men er aantrof, in totaal werden er wel 243 soorten erts ontdekt. Behalve koper werden er ook winbare hoeveelheden goud, zilver, lood en arseen gevonden. Over de vraag waarom er zoveel mineralen op dezelfde plaats werden aangetroffen zijn de geleerden het nooit eens geworden en nog steeds worden er nieuwe theorieën ontwikkeld.

Aan het einde van de jaren 1990 werden de mijnen gesloten, hoewel er nog steeds door particuliere ondernemers op kleine schaal mijnbouw wordt gepleegd.

Het mijnbouwstadje trok allerlei volk aan en het ging er over het algemeen niet zachtzinnig aan toe. Het werd zo erg dat er zich letterlijk wildwest taferelen afspeelden zoals wij die alleen maar kennen uit de Amerikaanse cowboyfilms. Het laatste opmerkelijke feit ligt nog niet eens in zo'n ver verleden, in de jaren 1970 werden er nog vrouwen verhandeld aan de hoogste bieder. Na het bekend worden daarvan werd orde op zaken gesteld en werd Tsumeb een plaats waar u zonder problemen kunt verblijven.

Het is er niet eens slecht toeven. De stad met bijna 20.000 inwoners ligt op ruim 1300 meter boven de zeespiegel en de omgeving is best interessant. Het Otavigebergte (Otaviberge) en de eenvoudige bereikbaarheid van het Etosha National Park maken het een geschikte plaats om te overnachten en er wellicht een dag in de omgeving, bekend als 'de maisdriehoek' vanwege de vruchtbare grond, rond te kijken. U krijgt dan meteen een idee hoe de naam ontstaan is. De vele groene plekken die u ziet zijn geen planten (maar ook eigenlijk weer wel) maar zijn ontstaan als gevolg van de oxidatie van kopererts. Tsumeb betekent 'plaats waar mos groeit'.

Bereikbaar vanuit Otjiwarongo via de B1 naar het noorden.

Afstand vanaf Otjiwarongo: ongeveer 185 kilometer.

Op weg van Tsumeb verder noordwaarts via de B1 komt u enkele bezienswaardigheden tegen die wellicht uw belangstelling hebben.

Op ongeveer 20 kilometer ten noorden van Tsumeb, vrijwel aan de snelweg B1 gelegen, vindt u Lake Otjikoto. Hoewel het een door de natuur gevormd meer is, ontstond het op een wat aparte manier, namelijk door het instorten van een geweldige grot waardoor er als het ware een diepe put ontstond die al snel met water gevuld was. Het meer werd bij toeval gevonden in 1851 door twee Europeanen die op zoek waren naar het Ngami meer, een veel oostelijker, in het huidige Botswana gelegen meer. Toen de San nog in deze buurt woonden noemden ze het 'Gaisis', hun woord voor 'afschuwelijk'. Toen de Herero zich in de omgeving vestigden werd het 'Otjikoto' wat zoveel wil zeggen als 'diepe put'. Op z'n Engels heet het meer 'Otjikoto sinkhole lake'.

In 1915, aan het einde van de Eerste Wereldoorlog, dumpten de Duitsers alle oorlogsmaterialen die ze over hadden in het meer voordat ze capituleerden om te voorkomen dat de Zuid-Afrikaanse en Britse troepen ze tegen hen zouden gaan gebruiken. Een deel van het oorlogstuig is naar de oppervlakte gehaald en bevindt zich in het museum in Tsumeb. Ook zou er een brandkast in het meer gegooid zijn met 6 miljoen mark, maar dat is nooit boven water gekomen. Het schijnt moeilijk vast te stellen te zijn hoe diep het meer is, maar metingen wijzen op tenminste 60 meter.

Een ander meer in de nabijheid is Lake Guinas en dat is meer dan 100 meter diep. Hoewel men het bewijs (nog) niet gevonden heeft zijn de meren, volgens overleveringen, door middel van een grottenstelsel met elkaar verbonden.

Via de C38, ruim 100 kilometer vanaf Tsumeb bereikt u de oostelijke ingang van het Etosha National Park, de Von Lindequist Gate. Nabij de ingang bevindt zich Namutoni, een geheel gerestaureerd Duits fort, oorspronkelijk gebouwd in 1902 (details vindt u bij de beschrijving van het Etosha National Park).

Nog zo'n 60 kilometer naar het noorden, in het plaatsje Omuthiya, bevindt zich de Tulongoni Craft Market, misschien een aardige gelegenheid om even rond te kijken. Behalve dat u hier leuke dingen kunt kopen, heeft men er een soort stopplaats van gemaakt met winkeltjes, restaurants, overnachtingsgelegenheden en andere zaken die u tijdens een onderbreking van een reis ontspanning kunnen brengen.

Op de nadering van Ondangwa kunt u een kijkje nemen in het Nakambele Museum. Het ligt in het plaatsje Olukonda. Het museum, sinds 1995 toegankelijk voor het publiek, bevindt zich in een voormalige Finse missiepost die daar in 1871 werd gevestigd. De missionaris die de post van 1880 tot aan zijn dood in 1926 leidde, Martti Rautanen, werd 'Nakambele' genoemd, het Ndongawoord voor 'de man met de hoed'. Het museum is, na de met Finse hulp uitgevoerde renovatie, ingericht als missiepost zoals deze was ten tijde van Rautanen. Het geeft een goed beeld van de manier waarop de oorspronkelijke bewoners van het gebied met de bijbel in aanraking werden gebracht.

Op deze plaats werd in 1889 de eerste kerk in het noorden van Namibië gebouwd. Het bijbehorende woonhuis kwam in 1893 gereed. Zowel de kerk als het huis staan op de monumentenlijst.