Nieuw-Zeeland

Swipe

De Westkust van Coromandel

Vanuit Thames slingert Highway 25 langs de westkust naar Coromandel Town. Deze weg is het mooist in december en januari als de grillig gevormde pohutukawa-bomen hun rozerode bloemen tonen. De overwegend rotsachtige kust wordt afgewisseld met beschutte baaien en zandstranden. In Coromandel Town wonen veel kunstenaars en mensen met een alternatieve levensstijl. Een van hen is de pottenbakker Barry Brickell, die de Driving Creek Railway aanlegde om klei van een nabijgelegen heuvel naar zijn werkplaats te kunnen transporteren. Hij heeft twintig jaar aan zijn smalspoorbaan gebouwd, die grotendeels op hoge houten palen ligt en door dichtbegroeid inheems bos met boomvarens en kauri-bomen gaat.

In het Coromandel Mining & Historic Museum komt u het nodige te weten over de koloniale geschiedenis en de goudzoekerstijd. Wilt u verder noordwaarts rijden dan moet u er rekening mee houden dat u alleen nog maar in Colville kunt tanken. Colville was een van de eerste industriesteden in Nieuw-Zeeland. In de vele houtzagerijen werden de gekapte kauri-stammen verwerkt.  

Mount Moehau (892 m) domineert het binnenland. Op deze voor de Maori heilige berg werden in het verleden hun leiders begraven. Een wandeling naar de top wordt beloond met schitterende vergezichten. Vanuit Colville gaan twee onverharde wegen nog verder noordwaarts naar Fletcher Bay en moet u regelmatig door riviertjes waden. Een verkenning van dit noordelijke deel van het schiereiland is alleen mogelijk met vierwiel aangedreven wagens.