Het zuidoosten

Swipe

De Argolida

Nafplio – Ligourio – Epidauros – Adami – Pelei – Karnezeika – Iria – Drepano – Nafplio (circa 90 km)

Nafplio

Napflio is een stad om van te houden! Vooral om de sfeer, die een mengsel is van Italiaanse elegance, Griekse gastvrijheid en toeristische vrolijkheid. Het is een stad om enkele dagen te verblijven, om de oude wijken te verkennen, de Venetiaanse en classicistische bouwwerken in ogenschouw te nemen, maar vooral een stad die ’s avonds een schitterende gratie uitstraalt.

Geschiedenis

Sporen van de oudste bewoners zijn ontdekt op de Akronafplia (3000 voor Chr.). Circa 250 voor Chr. werden de eerste muren gebouwd. De Byzantijnse keizers bouwden er vestingen, die in 1210 door Frankische legers werden veroverd. Venetianen en Turken wisselden elkaar in de daaropvolgende eeuwen af: in 1389 doken de Venetianen voor het eerst op; in 1540 kwamen de Turken, maar in 1686 grepen de Venetianen weer de macht; in 1715 was Nafplio weer Turks, wat voortduurde tot de verovering van de stad door de naar onafhankelijkheid strevende Grieken, die na 1829 er de eerste hoofdstad van het vrije Griekenland van maakten. In 1831 werd hier de eerste president Kapodistria, door twee fanatieke Manioten vermoord.

Het hart van de stad wordt gevormd door enkele grote pleinen (plateia), zoals de Pl. Sintagma (= Plein van de Grondwet), waaraan ook het museum is gevestigd. Drukke en brede straten met dure winkels lopen vanaf het plein de stad door: de Vasileos Konstantinou en de Leoforos Amalias. Gezellig om langs te wandelen is de Bouboulina en aansluitend de Akti Miaouli met zicht op het Bourtzi-eilandje, dat van hier met een boot is te bereiken. Aan de andere kant van de stad liggen de ’s avonds schitterend verlichte vestingen Akronafplio en Palamidi.

De straat 25 Martiou voert van de Plateia Kapodistriou langs het treinstation de stad uit naar Tolo en Argos.

Bezienswaardigheden

Zeer bezienswaardig is het archeologisch museum, dat is ondergebracht in het Venetiaanse arsenaal (1713), dat met fraaie arcaden één kant van het Sintagma-plein afsluit (openingstijden: di. tot en met zo. 08.30-15.00 uur). Er zijn vooral prehistorische vondsten uit de omgeving te zien (Tiryns, Asini, Mycenae), delen van muurschilderingen, grafgiften, een bronzen harnas met helm van everzwijntanden (1200 voor Chr.), keramiek, waaronder een kop van een hooghartig kijkende koning. Allemaal zeer de moeite waard.

Aan Amalias ligt het militaire museum (openingstijden: 09.00-14.00 uur, ma. gesloten), waar een overzicht wordt gegeven van de verschillende oorlogen die Griekenland heeft gevoerd (onafhankelijkheidsoorlog, Balkanoorlogen, wereldoorlogen).

Het etnologisch museum, Odos Vas. Alexandrou toont wapens, sieraden en klederdrachten (openingstijden: ma. tot en met zo. 09.30-14.30 uur, di. gesloten).

De vesting Akronafplia is te voet bereikbaar vanaf de Polizoidou, in het westen van de stad is ook een lift (Poliko Nosokomiou). De versterking bestaat uit diverse elementen: het Castel dei Greci op de fundamenten van de Byzantijnse versterking, het Castel Grimani (1706) en een Xenia-hotel bij het Castel Toro. Het complex moet onneembaar zijn geweest. In de jaren dertig en veertig van de vorige eeuw werden er politieke gevangenen opgesloten.

Veel beroemder is de Palamidi, die ’s avonds feeëriek verlicht is. Er is een overdekte trap van 900 (?) treden om de rots te beklimmen, wat een flinke portie energie vereist (Od. Polizoidou). Per auto of motor is Palamidi bereikbaar via het dorpje Pronia, dat via de 25 Martiou te bereiken is.

De vesting is gebouwd door Venetiaanse bouwmeesters in de jaren 1711-1714. De buitenmuur omvat zeven bastions, die alle hun eigen watervoorraad hadden. Binnen ziet u onderkomens, wachthuizen en geschutplatforms. Een bordje verwijst naar de cel, waar de vrijheidsstrijder Kolokotronis in 1824 werd opgesloten, omdat hij niet alleen voor de Griekse vrijheid vocht, maar ook om zichzelf te verrijken (openingstijden: dagelijks 08.00-18.00 uur).

De vesting op het Bourtzi-eiland is eveneens een Venetiaanse schepping (1480). Een enorme ketting tussen het eiland en de Akronafplia versperde vijanden de toegang tot de haven. Later woonde de beul van de stad hier, omdat hij in Nafplio zelf niet welkom was. Vanaf de Akti Miaouli varen bootjes naar het eiland.

Voor de ingang van de Agios Spyridon-kerk (Od. Plapouta, Staikopoulou) werd in 1831 de eerste president van Griekenland, graaf Kapodistria, door twee leden van de Mavromichalis-clan uit de Mani vermoord, omdat hij de leider van de clan Petrobey gevangen had laten zetten. De kogelgaten zijn nog zichtbaar (achter glas!). In de kerk hangt een schildering van de moordaanslag. Een van de daders werd ter plaatse gelyncht, de tweede werd later ter dood veroordeeld. In de Metamorfosis tu Sotiros-kerk (Od. Staikopoulou) hangt een bord, waarop de namen van sympathisanten met de Griekse zaak (filhellenen) staan vermeld, die hun leven voor de onafhankelijkheid hebben gegeven. Op het Syntagmaplein staat nog een oude moskee, de Vuleftiko, waar het Griekse parlement in de 19e?eeuw vergaderde.

Route 9 verlaat Nafplio in oostelijke richting naar Ligourio. Onderweg wijst een afslag rechts de weg naar het kleine klooster Zoödochos Pigi (= Maria van de levenbrengende bron) (1444). Het kloosterkerkje is zeker drie eeuwen ouder. In de naaste omgeving ligt de Kanathos-bron, waarin de oppergodin Hera zich eenmaal per jaar door een ritueel bad verjongde. Het kloostertje zelf, ook wel Agia Moni geheten, herbergt nog enkele nonnen, die de weefkunst beoefenen en de resultaten ervan te koop aanbieden.

Een zijweg van de zijweg naar Ag. Dimitrios leidt naar Moni Karakala, gewijd aan de heilige Dimitrios, van wie een relikwie in het klooster wordt bewaard. In W.O. II hebben de Duitsers het gebouw verwoest, vandaar dat er slechts moderne fresco’s zijn te zien.

Ligourio heeft weinig te bieden. Rechts volgt de afslag naar Epidauros. Let op! Niet doorrijden naar Palaia / Ancient Epidauros. Dat ligt aan de oostkust. Het wereldberoemde theater is Asklipion Epidaurou.

Epidauros

De mythologie

Asklepios (Aesculapius) was de zoon van de god Apollo en Koronis, een prinses uit Thessalië. Zij bracht hem ter wereld in Epidauros in het heiligdom van Apollo. Deze vertrouwde hem toen aan Chiron, een kentaur die in het Pilion-gebergte in Midden-Griekenland leefde. Die onderwees hem in de geneeskunde. Asklepios was zo’n voortreffelijke leerling, dat hij niet alleen zieken kon genezen, maar ook de doden weer tot leven kon wekken. Oppergod Zeus kon zijn jaloezie op de genezer niet onderdrukken en doodde hem met een bliksemflits.

Nadien werd Asklepios in geheel Griekenland vereerd als de genezende god. Zijn belangrijkste heiligdommen waren Epidauros en het eiland Kos.

De zieken die naar deze plaatsen kwamen, werden in de tempel neergelegd, waar de godheid hun in de slaap vertelde welk geneesmiddel zij moesten gebruiken en wat zij verder moesten doen om beter te worden. Verondersteld wordt dat er ook gebruik werd gemaakt van geneeskrachtige kruiden, van diëten en misschien zelfs van chirurgie.

Ook de slang werd in Epidauros vereerd, zijnde het symbool van het zich steeds weer vernieuwende leven. Voor de nodige ontspanning werden er sportwedstrijden georganiseerd en werd er een theater gebouwd. Om de vier jaar werden de artistieke en sportieve Asklepios-spelen georganiseerd, die echter niet konden concurreren met de Olympische Spelen.

Het verhaal wil dat Asklepios in de gedaante van een slang naar Rome is gereisd om een pestepidemie te bestrijden (280 voor Chr.).

De genezende godheid wordt altijd afgebeeld met een zich om zijn staf kronkelende slang. Vergelijk. de esculaap van de arts, die eraan is ontleend.

Duizenden pelgrims zijn in de bloeiperiode van het heiligdom naar Epidauros gekomen om genezing te zoeken, vooral in de periode 380 voor Chr. tot 200 voor Chr. Het heiligdom werd in 426 na Chr. door de christenkeizer Theodosius II gesloten om een einde te maken aan ‘alle heidense gebruiken’, waaronder niet alleen aan de verering voor de god Apollo, maar vooral aan het helende werk van de priester-artsen, van wie wordt aangenomen dat zij op grond van hun praktijkervaring veelal een juiste diagnose konden stellen met een passende therapie.

Theater, tempels en bijgebouwen

Het theater van Epidauros is het bekendste uit de oudheid en het best geconserveerde. Ook tegenwoordig wordt het in de zomer nog gebruikt voor opvoeringen van klassieke drama’s. Het oudste deel is waarschijnlijk gebouwd in de 3e eeuw voor Chr. en kon circa 6000 toeschouwers een plaats geven. Een eeuw later is het aantal rijen op 55 gebracht, waardoor de capaciteit werd verdubbeld. Vooraanstaande bezoekers kregen een zetel met rugleuning op de eerste rij.

De zitplaatsen liggen in een halve cirkel om de orchestra, die in het midden nog de basissteen heeft van het altaar voor Dionysos. Als de bezoeker hierop staat, een munt laat vallen, een zucht slaakt of een woord fluistert, is het geluid tot op de bovenste rijen goed te horen. De akoestiek van dit wiskundig geconstrueerde amfitheater is namelijk verbluffend. En nergens klinken de woorden van de klassieke drama’s van Aischylos, Sophokles en Euripides beter dan hier. Elke zomer worden dan ook nog klassieke treurspelen in dit theater gespeeld (zie praktische informatie). De orchestra wordt afgesloten door de skene, het toneelhuis voor het verkleden der spelers en het plaatsen van de decors. Het proskenion met een aantal Ionische halfzuilen ligt hiervoor.

Het theater ligt op een verbazingwekkend goed gekozen plek tegen een helling te midden van een fraaie groene natuur. Kortom, een avond met klassiek toneel is hier een indrukwekkende ervaring.

In de naaste omgeving van het theater staat het museum, dat geheel is gewijd aan vondsten uit de omgeving: beelden van Asklepios en Hygieia, medische instrumenten van brons, stenen met inscripties over de kosten van een bouwwerk, reconstructies van de tempel van Asklepios en verhalen in steen van opvallende genezingen.

Achter het museum stond het katagogeion, het gastenhuis, waar reizigers in een van de 160 kamers onderdak vonden. Het was een vierkant gebouw met vier binnenplaatsen.

Het eigenlijke heiligdom omvat een aantal gebouwen: het badhuis, het gymnasion, eens een binnenhof met 60 zuilen, waar de sportlieden trainden en dat door de Romeinen tot een odeion (halfronde muziektempel) is verbouwd. Beide ruïnes liggen westelijk van het katagogeion.

Noordelijk van het gymnasion de stoa van Kotys, waarvan wordt aangenomen dat het een worstelarena is geweest (palaistra).

Voor de eigenlijke tempel van Asklepios is veel verbeeldingskracht nodig om uit de schamele resten een fraai heiligdom te fantaseren. Het moet een gebouw met zes zuilen aan de korte en 11 zuilen aan de lange zijde zijn geweest (490 voor Chr.). Het met goud en ivoor versierde beeld van Asklepios (van de beeldhouwer Thrasymedes van Paros?) stond enigszins verzonken in de cella van de tempel (350 voor Chr.). Hier werden, na reiniging in de bron, door de zieken offers gebracht in de vorm van een dier.

Westelijk van de tempel stond de tholos, een mysterieus bouwwerk, waarvan men de betekenis niet kent. Het was een ronde constructie, die uit concentrische muren was opgebouwd, waarin smalle openingen waren aangebracht. De buitenste muur had 26 Dorische, de binnenmuur 14 Korinthische zuilen. Plafond en muren waren rijk versierd met bloemen; ook de deur was getooid met beelden. De bouwplannen en de uitwerking zouden van de hand van Polykleitos zijn geweest.

Er zijn rondom de tholos de nodige veronderstellingen geuit: de ronde opening in de vloer die een dieper gelegen ruimte afsluit zou een offerplek zijn geweest, het graf van Asklepios of de plaats waar de heilige slangen verbleven. Anderen beschouwen de tholos als de verblijfplaats van die slangen.

Bij tempel en tholos lag het abaton, de plaats waar de zieken ter ruste werden gelegd. Het is een zuilenhal van 70 m lengte met Ionische zuilen. De hal bestaat voor een deel uit twee verdiepingen. Nadat de pelgrim zich had gereinigd en had geofferd, werd hij door priesters in een staat van extase gebracht (gezongen?) en verscheen in zijn droom de godheid, die de therapie meedeelde.

Ten zuiden van de tholos aan de andere zijde van de weg lag het stadion, waar zeer velen een plaats konden vinden. Onderaardse gangen leidden naar twee onderkomens, waar de atleten wellicht waren ondergebracht voor de trainingen.

Ook in de Romeinse tijd werden tempels en villa’s aan het complex toegevoegd. Restanten zijn er nog te zien van de tempel van Aesculapius en Apollo ten oosten van de grote Asklepios-tempel; de tempel van Artemis en die van Themis lagen oostelijk van de tholos.

Vanuit Epidauros kronkelt een weg door het weinig bezochte binnenland van de Argolides. Rechts verheffen zich de Mavrovouni-heuvels. Stilte alom te midden van het groen der coniferen en het geel van het verdroogde gras. Nabij Pelei en Karnezeika wordt het vlakke land intensief voor de landbouw gebruikt Langs de kust naar het noorden ligt een aantal campings, waarvan die van Iria Beach het meest aantrekkelijk is, vooral door de schaduw der bomen. Een kronkelweg met oude huizen brengt u in het snel veranderende Vivari, eens een simpel vissersdorpje met een enkel terrasje aan het water, nu een bedorven plaats met veel appartementenbouw aan een nog steeds liefelijke baai. Hetzelfde geldt voor Drepano, waar op het dorpsplein de keuze aan openluchtrestaurantjes groot is, terwijl aan de kust Costa-Brava-achtige vakantiewoningen zijn verrezen. Tolo geldt nog steeds als de badplaats van Nafplio, maar is inmiddels een kermisachtig vermaakcentrum geworden, dat ook in Spanje had kunnen liggen.

Vlakbij ligt het antieke Asini, dat al meer dan 3000 jaar is bewoond. Op de rotsen bevinden zich nog restanten van versterkingen van de Venetianen: polygonale muren en torens. De Romeinen hebben hier onder andere een badhuis achtergelaten.

10 prachtige bestemmingen in De Argolida en Peloponnesos