De Mani

Swipe

De Binnen-Mani

Areopoli – Pirgos Dirou – Paliros – Kokkala – Kotronas – Passavas – Githio (circa 100 km)

Een trip van zeer bijzondere aard is die langs de kusten van de Binnen-Mani, het zuidelijke deel van het middelste schiereiland van de Peloponnesos. De bezoeker wordt er geconfronteerd met een kaal, totaal onvruchtbaar berglandschap, kleine, soms verlaten dorpen waar de woontorens spookachtig bij elkaar staan, waar de fraaiste Byzantijnse kerkjes staan en waar de bewoners al lang geleden zijn weggetrokken in de hoop in de steden een beter bestaan te vinden. Een naargeestig, maar tevens uiterst indrukwekkend landschap met een stoere, de vrijheid verheerlijkende bevolking, die in de 18e en 19e eeuw een belangrijke rol speelde voor, tijdens en na de onafhankelijkheidsstrijd.

Vanuit Areopoli slingert de weg zich zuidwaarts naar Pirgos Dirou, (=?grotten van Dirou), waar in de jaren vijftig van de 20e eeuw grotten zijn ontdekt, die tot de fraaiste ter wereld behoren. Er loopt een weg naar het toeristische spektakel dat omgeven is met de gebruikelijke souvenirwinkeltjes en waar een klein museum is ingericht, dat is gewijd aan de Alepotripagrot, die niet kan worden bezocht, waarin echter tal van interessante vondsten zijn gedaan. Zo heeft men geconcludeerd dat de grot circa 3000 voor Chr. al werd bewoond door passerende zeelieden, die hier een rustpunt vonden bij een onderaardse rivier die voldoende drinkwater verschafte. In het museum ter plaatse en in dat van Sparta zijn gevonden wapens, gereedschap, sieraden, aardewerk, afgodsbeeldjes, enz. uitgestald. Uiteindelijk heeft een aardbeving de bewoning onmogelijk gemaakt (openingstijden: di. tot en met zo. 08.30-15.00 uur).

De Glyvadagrot (7 m diep) kan wel worden bezocht. Het gaat in feite om een stromende onderaardse rivier met enkele zijrivieren. De totale lengte is 4500 m, waarvan 1200 m per boot kan worden bezocht, terwijl nog 600 m over land worden afgelegd. De boten varen over meren en door galerijen met de fraaiste druipsteenformaties, waarvoor – zoals overal ter wereld – mooie namen zijn bedacht op grond van soms vergezochte overeenkomsten (‘tempel van Poseidon’, ‘Witte Beer’). De verlichting is kleurrijk. Het bezoek neemt slechts een halfuur in beslag. Bezoektijden 08.00-14.30 uur, in hoogseizoen tot 17.00 uur.

Een derde grot, de Katafigi, kan te voet worden bezocht.

De vergezichten in de baai verdienen eveneens vermelding, evenals de 12e-eeuwse Ag. Ioanniskerk in het dorp zelf.

Charouda, Drialos, Vamvaka en Mezapos liggen niet direct aan de hoofdweg. Liefhebbers van oude kerkjes met fresco’s kunnen er hun hart ophalen: resp. de Taxiarchenkerk (11e eeuw), Ag. Georgioskerk (14e eeuw), Ag. Theodoroskerk (11e eeuw) en de Ag. Vlachernakerk (2e eeuw) zijn stuk voor stuk juweeltjes. Mezapos beschikt over een kiezelstrand.

In de zuidwesthoek van het schiereiland liggen dorpen als Mina, Kaloni, Kita en Stavri. Vanuit het laatste dorp is het een uur lopen naar de ruïnes van het kasteel van Mina op kaap Tigani. De versterking is gebouwd door Guillaume de Villehardouin in 1248 en was een van de belangrijkste Frankische burchten naast Mistras en Monemvasia. Nu liggen er in alle eenzaamheid nog wat resten. Kita is een bezoekje waard om de sfeer van verlatenheid. U bent hier in de streek van de Nykliërs, een Grieks-Frankisch volk uit de middeleeuwen, dat naar de Mani vluchtte toen de Byzantijnen de Franken in de buurt van Tegea versloegen (1285). Deze Nykliërs waren een krijgshaftig volk dat te vuur en te zwaard de streek overheerste en voortdurend in de clinch lag met andere Maniotische clans.

Gerolimenas is een onaantrekkelijk vissersdorp met een kiezelstrand en een goed uitgangspunt voor de verkenning (te voet) van de streek ten westen ervan: minuscule dorpjes als Ochia, Nomia, Kounos, Kipoula met oude kerkjes en vaak vervallen huisjes, waar de eenzaamheid zo niet drukkend dan toch rustgevend is.

De weg kronkelt naar de zuidpunt. Onderweg komt u langs Alika, in verval, met herinneringen aan oude tijden toen het als Kainopolis tempels bezat voor Aphrodite en Demeter. Later rukte het christendom ver op. Ruïnes van oeroude, 5e-eeuwse kerkjes ten westen van het dorp zijn er de bewijzen van. Het veel gefotografeerde Vathia met zijn collectie woontorens is een kort bezoek waard.

Er is het een en ander gerestaureerd, maar veel origineels aan steile straatjes en doorkijkjes is gebleven. De weg kronkelt er duizelingwekkend omheen en naartoe in de richting van Marmari, waar zandstranden met een prettig terras en een mooi uitzicht op de bergen rondom de baai liggen. Een plek om te pauzeren. Aan de oostzijde van de Mani ligt het kleine Porto Kagio, soms overspoeld door toeristen, meestal echter een stil vissersplaatsje aan een schitterende baai. Nog zuidelijker loopt de Mani uit in kaap Tenaron (ook wel Matapan). Avonturiers die aangetrokken worden door kapen, kunnen erheen lopen (25 km v.v.) of in het hoogseizoen een boot huren in een van de omliggende vissersplaatsjes.

Langs de oostkust van de Binnen-Mani ligt eveneens een aantal interessante plaatsen, al is het aantal kerkjes veel kleiner. Mooi is Lagia, eens de hoofdplaats van het schiereiland, nu een pittoresk dorp met torens en een klein pleintje. Na Lagia daalt de weg en stijgt weer bij het drukke (kiezelstranden!) en chaotische Kokkala.

Het landschap verliest langzamerhand zijn grimmigheid en noordelijk van Kotronas liggen zandstranden met enkele campings. Via Mavrovouni bereikt u Githio. Het is eveneens mogelijk bij Kotronas af te slaan naar Areopoli.

10 prachtige bestemmingen in De Binnen-Mani en Peloponnesos