Sri Lanka

Swipe

Een land werd een eiland

Geologisch gezien maakt Sri Lanka deel uit van het geplooide Indiase massief, het Deccaplateau. Het was in zijn lange geologische geschiedenis diverse malen door middel van een landbrug met het subcontinent Voor Indië verbonden, met name tijdens de ijstijden. Door de strenge koude gedurende de ijstijden bevroor veel water, met als gevolg dat de zeespiegel laag stond. In lang vervlogen tijden werd het Deccaplateau door krachten vanuit het binnenste van de aarde boven de zeespiegel geheven. Een machtig en deels geplooid gebergte was het gevolg. Daarna volgde een periode van circa zestig miljoen jaar waarin erosie, verwering en massabeweging de bergen afbrokkelden en afsleten. Er ontstond langzaam maar zeker een landschap met afgeronde vormen en een betrekkelijk gering reliëf. Een dergelijk gebied, een peneplain, omvat nu viervijfde deel van het eiland. Het varieert van het vruchtbare laagland in het zuidwesten tot de droge vlakten in het noorden, oosten en zuiden, inclusief de woestijnachtige gebieden en het schiereiland Jaffna. Het is haast onvoorstelbaar hoe dit oorspronkelijk hoge plateau met een snelheid van ongeveer een meter per duizend jaar werd afgebroken. De zachte, ronde vormen ontstonden door moessonregens. Alleen in het centrum van het eiland ligt nog een bergachtig gebied, tegenwoordig bekend als het centrale bergland. Het is dan ook geen wonder dat de vlakten en het centrale gebergte uit zeer oude gesteenten zijn opgebouwd. Alle jongere gesteenten, die oorspronkelijk op de oude lagen, zijn door erosie, verwering en massabeweging verwijderd, met als gevolg dat er nu gesteenten aan het oppervlak liggen die reeds 250 tot 2000 miljoen jaren oud zijn. Zij stammen uit het Paleozoïcum en het Precambrium en bestaan voor een belangrijk deel uit kristallijne soorten, zoals gneis, kwartsiet, schisten en marmer. Dit zijn alle metamorfe gesteenten, stollings- en afzettingsgesteenten die door grote druk (veroorzaakt door de oorspronkelijk bovenliggende jongere gesteenten) en hoge temperatuur zijn omgevormd tot compacte en zeer harde soorten. Zij zijn in het landschap herkenbaar aan de sliertige, dunne lijnen. Ook voormalige dieptegesteenten (stollingsgesteenten), zoals graniet en dioriet, komen veelvuldig aan het oppervlak voor. De 1600 km lange kuststrook is opgebouwd uit jonge afzettingen uit het Quartair (jonger dan twee miljoen jaar).

10 prachtige bestemmingen in Sri Lanka