Zijn banden met de keizers kreeg het park in de 13e eeuw, toen Koeblai Khan de plaats voor zijn paleis uitkoos, volgens Marco Polo een wonderbaarlijk bouwwerk. Afgezien van een enorme kruik van groene jade die hem in 1265 cadeau werd gedaan en waarin zijn wijn bewaard zou zijn, is van het ontspanningsoord van de Khan weinig bewaard gebleven. U zult deze 3,5 ton zware kruik tentoon-gesteld zien in de Ronde Burcht (tuán chéng), een vroegere keizerlijke kazerne bij de (zuidoostelijke) hoofdingang van het park. Het voornaamste gebouw in de Ronde Burcht is de Hal van het Ontvangende Licht (chéngguïng diàn), zo genoemd omdat de keizer hier naar vuurwerk kwam kijken. Een Boeddhabeeld dat door Birma aan keizerin-weduwe Cixi cadeau is gedaan, wordt thans hier tentoongesteld. Het beeld is gehouwen uit witte jade en draagt een kroon en een gewaad van bladgoud.

Aan de andere kant van de brug, gezien vanuit de Ronde Burcht, ligt Jade-eiland (qiónghuá dao). ’s Zomers bloeien er lotusbloemen in het kanaal ten oosten van de brug, en dit bloemmotief vindt zijn weerklank op de brug zelf, die versierd is met uitgehouwen lotusbloemen en -blaadjes. Aan de voet van de kunstmatige heuvel die Jade-eiland beheerst, ligt de mooie Yong’an-tempel (yong’ïn sì).

Veel dramatischer dan de tempel is de Witte Stoepa (báita), die bovenop de heuvel staat. Deze in 1651 ter ere van een bezoe-kende Dalai Lama gebouwde Tibetaanse stoepa werd in 1679 en 1731 door aardbevingen verwoest, en later opnieuw opgebouwd. Vanaf een gelaagd fundament rijst de stoepa ca. 36 m de lucht in, en volgens zeggen zou ze boeddhistische geschriften, gewaden en andere gewijde voorwerpen bevatten. Hoewel bezoekers geen toegang hebben tot de stoepa, kunnen ze de Tibetaanse soetra’s bekijken die in de voorpoort zijn uitgehouwen. Het uitzicht over de stad vanaf de heuvel is adembenemend.

Langs de noordwestoever van het Jade-eiland ligt de Beschilderde Galerij (linshui youlang), een met dubbele daklagen overdekte veranda. Halverwege de galerij, in de buurt van de haven, is de Hal van Rimpelend Water (yîlántáng) die het Fangs-han-restaurant (fangshàn fànzhuïng) herbergt, met zijn verfijnde keizerlijke banketten.

U kunt de noordkant van Beihai bereiken door een bootje te nemen naar het Vijfdrakenpaviljoen (wulóng tíng) of om het park heen te lopen via de oostelijke brug van het eiland. Het Vijfdrakenpaviljoen, dat vooruitspringt vanaf de noordwestelijke oever, werd in 1543 gebouwd voor een keizer van de Ming-dynastie die een mooi plekje wilde om te vissen en de maan te bewonderen.

De naburige Kleine Westelijke Hemel (xiaoxîtiïn)  is een rechthoekige tempel gewijd aan Bodhisattva Guanyin, de boeddhisti-sche godin van de barmhartigheid, door keizer Qianlong gebouwd voor zijn moeder. Bezoek vooral ook de verrukkelijke botanische tuin in de noordwestelijke hoek van het park, die een kas en met lotusbloemen gevulde vijvers bevat. Bij de noordelijke uitgang is de Negen -Draken-muur (jiulóng bì), een 27 m lang bouwwerk dat bedekt is met geglazuurde tegels waarop draken zijn afge-beeld. De muur was bedoeld om boze geesten af te weren en werd in 1756 gebouwd.

Historische monumenten zijn maar een deel van het genoegen van een bezoek aan het Beihai-park. Net als alle andere parken in Beijing is Beihai een bijenkorf van fascinerende menselijke activiteit, vooral ‘s ochtends, als het onder de voet wordt gelopen door kungfu-meesters die met zwaarden zwaaien, dansende paartjes, kalligrafen die met water gedichten op het plaveisel schrijven, koren van oudere bewoners, badmintonspelers en Peking-operazangers die hun stem oefenen door over het meer heen te schreeuwen. En als het weer het toelaat kunt u er trapbootjes huren.

Adres: 1 Wenjin Jie, Xicheng District
Openingstijden: 9:00 tot 21:00 uur (hoewel sommige gebouwen eerder dichtgaan)