Binnenland

Swipe

Coppename

Vrijwel geheel Centraal-Suriname is sinds 1998 bestempeld als natuurreservaat. Het Centraal Suriname Natuur Reservaat, een gebied van meer dan 1,6 miljoen hectare, omvat het Raleighvallen natuurreservaat en de reservaten Tafelberg en Eilerts de Haan gebergte. Het stuk land is mogelijk het grootste beschermde tropisch gebied op aarde. Het kent dramatische landschappen van regenwoud en watervallen, en het ‘Duivelsei’, een rots balancerend bovenop een granietberg. Het reservaat is een tehuis voor allerlei diersoorten, waaronder diverse vogels, apen, jaguars, rivierotters en reuzengordeldieren.De brede Coppenamerivier loopt als een rode draad door het enorme natuurpark.

Ongerept gebied

De Coppename is een weinig bevaren waterweg in het westen van Suriname. De oeverplaatsjes Boskamp en Jenny, vlak bij de monding, worden door een brug met elkaar verbonden. ‘Bovenop’ de rivier heeft men over het algemeen weinig te zoeken. Alhoewel er aanwijzingen zijn dat inheemsen reeds voor de ontdekking van de Nieuwe Wereld de oevers van de Coppename bewoonden, is het gebied nu grotendeels verlaten. Slechts een handjevol Kwinti, behorend tot de kleinste en meest onbekende marronstam, woont in familienederzettingen langs de rivier.

Een van de redenen om stroomopwaarts te varen kan het Raleighvallen/ Voltzberg natuurreservaat zijn, genoemd naar de 17e-eeuwse ontdekkingsreiziger Walther Raleigh en de Duitse geoloog Voltz. Het reservaat is een paradijs voor de natuurliefhebber. Vogelaars kunnen hun hart ophalen aan bijna vierhonderd verschillende soorten, waaronder het zeldzame rotshaantje. Hengelaars kunnen een poging wagen om een kumaru te vangen. Deze vis verstopt zich tussen de granietblokken van stroomversnellingen en voedt zich met kumarunyan, dorre waterplanten die aan het begin van de regentijd opvallend rozewit opbloeien. In het tropisch regenwoud van het ruim 78.000 ha grote natuurpark komen alle acht apensoorten van Suriname voor. Actieve dierenvrienden die een boswandeling ondernemen naar de kale granietklomp de Voltzberg zullen zeer waarschijnlijk een paar monkimonki’s (doodskopapen) tegenkomen.

De Coesewijnerivier kan een andere reden zijn om het stroomgebied van de Coppename te bezoeken. Deze oostelijke zijtak van de Coppename ontspringt in het savannegebied ten noorden van de Goliathberg en mondt in de hoofdrivier uit ten zuiden van Boskamp. Dit natuurgebied met vloedbossen, die een deel van het jaar onder water komen te staan, is een eldorado voor vissers en bird watchers. Zelfs de zeekoe (lamantijn) laat zich hier af en toe zien.

Raleighvallen en Voltzberg

Het Raleighvallen/Voltzberg natuurreservaat bevindt zich aan de Coppenamerivier ter hoogte van een reeks spectaculaire stroomversnellingen, de Raleighvallen. Stichting Natuurbehoud Suriname (Stinasu) doet er sinds haar oprichting in 1969 aan natuurtoerisme en heeft er eenvoudige logeeraccommodatie.

De eenvoudigste manier om het Raleighvallen/Voltzbergcomplex te bereiken is per vliegtuig. Binnen een uur na vertrek van vliegveld Zorg en Hoop in Paramaribo landt u bij de logeergebouwen op Fungu-eiland. Avontuurlijker is de reis over land en water. U kunt dan via de Oost-westverbinding naar Boskamp rijden, en stroomopwaarts de Coppenamerivier varen richting Fungu-eiland, maar meer gebruikelijk is de rit (180 km) vanaf vliegveld Zanderij over de westelijke bosontsluitingsweg naar de Kwintibrug, waar vroeger het dorp Witagron lag.

In Witagron stond een logeergebouw. Reizigers naar het natuurreservaat konden hier de reis onderbreken. Maar het dorp werd in de jaren tachtig verwoest door strafacties van het nationaal leger, en u bent nu dus genoodzaakt meteen door te varen naar Fungu-eiland. Deze bootreis duurt, afhankelijk van de waterstand, vier tot vijf uur. Vroeg vanuit Witagron vertrekken dus, om voor het donker op het eiland aan te komen. Verlaat Paramaribo met voldoende brandstof, gereedschap en reservewielen. De laterietweg tussen Zanderij en de Kwintibrug is vaak slecht door hevige regens of als gevolg van te zwaar beladen houttrucks. Het is mogelijk dat een omgevallen boom, vooral in de regentijd, de weg verspert. Het is dan te hopen dat uw voorgangers al een nieuw pad langs deze blokkade hebben getrokken. Probeer toch af en toe uw ogen los te maken van het wegdek. In het dunbevolkte gebied langs de weg valt nog ongerepte natuur te bewonderen.

Fungu-eiland

Midden in het heuvellandschap van het reservaat liggen op een riviereiland de logeergebouwen. De locatie is mooi, met badstrandjes bij de onstuimige Moedervallen en in het bos verscholen watervalletjes. De kleine strandjes bevinden zich tussen de rotsen van de vele sula’s (stroomversnellingen). In de droge tijd, wanneer de waterstand laag is, zijn de grote granietblokken die overal in de rivier liggen duidelijk zichtbaar. In de regentijd liggen stenen verraderlijk verstopt onder het snelstromende water. Voorkom schaafwondjes en vraag het personeel naar de veiligste zwemplekjes.

In de buurt van de airstrip, de landingsbaan, zijn slijpgroeven te zien. In deze uitgehouwen nissen scherpten pre-Columbiaanse indianen hun stenen bijlen, die ze gebruikten om kleine stukken bos open te kappen voor de landbouw.

De Voltzberg

Opvallend in dit deel van Centraal-Suriname zijn de inselbergen. Dit zijn de bultvormige granietrotsen die met nauwelijks begroeide hellingen boven het oerwoud uitstijgen. De 240 meter hoge Voltzberg laat zich na een stevige boswandeling van enkele uren beklimmen. Deze wandeling leidt door een stuk ongerept regenbos, representatief voor de vegetatie in dit gebied, die voornamelijk bestaat uit hoog drooglandbos. Dit bostype heeft een grote verscheidenheid aan boomsoorten van drie tot vier verschillende hoogten. Het bosdak steekt gemiddeld ongeveer 30 meter de lucht in. Hiertussen staan bomen met een hoogte van 40 tot 50 meter, zoals de kankantri en de ingipipa, en zelfs een enkele uitschieter van 60 meter. In de schaduw van deze woudreuzen groeien vooral palmsoorten, waaronder de paramaka en de maripa. In schrille tegenstelling tot de omringende weelderige vegetatie staan de kale wanden van de granietheuvels. Bolcactussen doen het goed op de onvruchtbare steen en zelfs enkele soorten orchideeën. 

 De steenklomp is niet al te steil, maar het vochtige klimaat kan de zaak bemoeilijken. Het eindeloze uitzicht over het groene regenwoud maakt het pijnlijke gevoel in de kuiten meer dan goed. U hoeft zich niet bezwaard te voelen wanneer u onder aan de berg op de rest van de groep blijft wachten. Zelfs van de Duitse geoloog Voltz, naar wie de berg is vernoemd, is niet met zekerheid te zeggen of hij ooit de top heeft gehaald.

Voor de doorgewinterde klimmers is er nog de hoogste top in het reservaat: de 362 meter hoge Van Stockumberg, enkele kilometers oostelijk van de Voltzberg. Voordat u aan de beklimming van de Voltzberg kunt beginnen, heeft u er al een 6 kilometer lange wandeltocht naar de voet van de berg opzitten. 

De Tafelberg

Naar het Tafelberg Natuur Reservaat kan vrijwel alleen gevlogen worden. Vanaf de landingsbaan lijkt de afgeplatte bergtop dichtbij, maar er moet nog een behoorlijke afstand worden afgelegd alvorens men aan de klim kan beginnen. Van de ruim 1000 meter hoge berg van Roraima zandsteen storten watervalletjes langs de wand naar beneden, zoals de Augustus- en Geyskesval. In de buurt van de airstrip wordt er overnacht in het gebouw van de luchtvaartdienst. Van hieruit kan de omringende savanne en het tropisch bos verkend worden. In de wijde omgeving wonen geen mensen. Het reservaat is het domein van dieren en planten, alhoewel er over de biodiversiteit van de Tafelberg weinig is vastgelegd.

Eilerts de Haan

Het Eilerts de Haan gebergte en het gelijknamige natuurreservaat zijn vernoemd naar luitenant Johan Eilerts de Haan die in 1908 van het Nederlandse koloniale bewind opdracht kreeg om dat gebied van Suriname in kaart te brengen. De expeditieleider slaagde niet in zijn missie. In 1910 werd hij geveld door malaria en begraven op de noordoostelijke helling van het gebergte. Bij zijn graf, diep in de jungle, werd door een nieuwe expeditie in 1926 een gedenkplaat aangebracht. Sindsdien heeft het graf een magische aantrekkingskracht op avonturiers die een eerbetoon willen brengen aan de Hollandse luitenant.

Het bereiken van het graf van Eilerts de Haan kan met recht een expeditie worden genoemd. De dichtstbijzijnde aanvlieghaven ligt rond de dorpen aan de Gran Rio ten noordoosten van het gebergte. De tocht gaat verder met een zwaarbeladen korjaal stroomopwaarts, bij iedere grote stroomversnelling wordt de korjaal uitgeladen om deze met mankracht over de stenen hindernis te kunnen trekken. In het gebied zijn geen dorpen of kampjes en moet er gekampeerd worden op de rotsen van de ‘sula’s’ of tussen de bomen van het ondoordringbare bos. Groot is dan ook de euforie als men tussen het groen eindelijk de koperen gedenkplaat ontdekt, die in 2001 door een achterneef van ‘oom Johan’ bij het graf werd geplaatst. De gedenkplaat draagt de tekst: ‘De roem groten verdwijnt niet met de dood’.

De Blanche-Marievallen

Ten westen van het Centraal Suriname Natuur Reservaat liggen de Blanche-Marievallen. Via de westelijke bosontsluitingsweg, beter bekend als de Tibitiweg, bent u in ongeveer acht uur bij Blanche Marie, aan de voet van het Bakhuisgebergte. Deze weg vanuit Paramaribo naar de indrukwekkende watervallen is 320 km lang en is niet altijd even goed begaanbaar. De autotocht voert dwars door het oerwoud en over een aantal gammele bruggen, wat het avontuurlijke effect van de reis verhoogt. Vliegen naar het Bakhuisgebergte is niet erg gebruikelijk, maar wel mogelijk.

De waterval is genoemd naar de vrouw van commissaris Van Drimmelen, die eind 19e eeuw de Nickerierivier tot aan de val verkende. In de twintigste eeuw raakte de ambtenaar Jules Dubois onder de indruk van de watermassa. Dubois liet op 20 minuten loopafstand van de Blanche-Marievallen een toeristenoord bouwen. De 10 meter hoge waterval is gelegen in berggebied tussen stroomversnellingen, en prachtige bossen met wandelpaden. Hoofdattractie blijft echter een lichaamsmassage onder het kolkende water van de reuzenfontein. In de regentijd stort het water zich met geweld vanaf verschillende plateaus over rotsblokken naar beneden. Het water vervolgt zijn weg in een enorme stroomversnelling over de volle breedte van de rivier.

In de bossen rond de waterval komen zeldzame zangvogels voor, als de twatwa, picolet en de gelebek. Regelmatig worden de beestjes naar de stad gesmokkeld, waar ze veel geld opleveren. Vogeltjes vangen is niet toegestaan. In de omgeving van de vallen is het bovendien verboden te jagen op reuzenotters, arasoorten, apen en andere zeldzame diersoorten. Maar wat niet mag is extra aantrekkelijk, in het gebied wordt toch gejaagd. In een dal van het Bakhuisgebergte, in de omgeving van de Blanche-Marievallen, is in de jaren tachtig een prehistorische vondst gedaan. In een kuil lagen zeventien puntgave stenen bijlen keurig opgestapeld. Men schat dat deze indiaanse strijdbijlen enkele duizenden jaren oud zijn. Vlakbij de vindplaats zijn slijpgroeven ontdekt, de bijlen zijn hoogstwaarschijnlijk hier vervaardigd.

Apura

Evenwijdig aan de weg van de Blanche-Marievallen naar het grensplaatsje Apura aan de Corantijnrivier loopt de Bakhuis-spoorlijn. De ruim 100 kilometer lange spoorweg dwars door de jungle staat in de volksmond bekend als ‘de spoorlijn van nergens naar ergens’. Bij de onafhankelijkheid in 1975 kreeg Suriname als gouden handdruk 3,5 miljard Nederlandse guldens mee, een bedrag dat in tien tot vijftien jaar mocht worden opgemaakt. Er werd een Meerjaren Ontwikkelingsplan (MOP) opgesteld, waarvan het meest prestigieuze onderdeel het ontwikkelingsproject voor West-Suriname was. In West-Suriname zou een groeipool worden ontwikkeld met Apura aan de Corantijnrivier als hoofdstad. Naar voorbeeld van de Afobaka-stuwdam in de Surinamerivier zou in de Kabaleborivier, een zijtak van de Corantijn, een dergelijke elektriciteitsvoorziening moeten komen. De op te wekken waterkracht zou energie moeten leveren voor activiteiten in de landbouw, bosbouw en bauxietwinning.

Apura werd het eindstation voor de bauxietspoorlijn uit het Bakhuisgebergte. Onderzoek had aangetoond dat in het Surinaamse gebergte minstens 90 miljoen ton bauxiet op ontginning lag te wachten. Langs de Corantijn werd een kade gebouwd voor het aanmeren van oceaanschepen om het kostbare erts in te laden. Met enthousiasme werden in Apura de Bruynzeelwoningen voor werknemers aan het West-Surinameproject volgens een vast stratenplan uit de grond gestampt. De bauxietmaatschappijen, Alcoa en toen ook nog Billiton, toonden echter geen interesse voor de dure bauxiet uit het verre binnenland van Suriname. In landen als Guinee en Australië kon immers een betere kwaliteit bauxiet tegen lagere vervoerskosten gewonnen worden. De toenmalige regering-Arron dacht dat de bauxietproducenten wel zouden bijdraaien en pompte nog eens een paar Nederlandse miljoenen in het ambitieuze project.

De staatsgreep van 1980 maakte een einde aan de plannen. Nederland draaide na de decembermoorden van 1982 de ontwikkelingskraan dicht. De daaropvolgende militaire regeringen hebben het project, dat toen al vijfhonderd miljoen gulden had gekost, niet meer uit de kast gehaald. Wel verkochten zij al het materiaal dat in Apura stond om de enorme uitbreiding van het leger te kunnen financieren. Apura is het klassieke voorbeeld van weggegooid geld geworden. Het stille stadje ligt er verlaten bij. Met de bauxietmaatschappij Suralco zijn inmiddels afspraken gemaakt om het Kabaleboproject weer uit de la te halen. De huidige winbare bauxietreserves zijn namelijk nog voor enkele jaren toereikend. Wanneer geen andere reserves voor mijnbouw gereed worden gemaakt, is het over een aantal jaar gedaan met de Surinaamse bauxietindustrie.

Bereikbaarheid: Apura ligt 373 km ten zuidwesten van Paramaribo. Met de auto is dat, afhankelijk van de staat van de weg, ongeveer tien uur rijden over de Tibitiweg, die achter vliegveld Zanderij door het bos naar het westen loopt. Vliegen is mogelijk op Washabo, een Arowaks indianendorp enkele kilometers ten noorden van Apura. Deze binnenlandse uithoek wordt maar zelden aangedaan. In Apura is een eenvoudig logeergebouw, over de Corantijnrivier worden ook wel boottochten gedaan. 

Kabalebo

In de nabijheid van de Kabaleborivier in West-Suriname bevindt zich een comfortable lodge. Tegenover de lodge ligt de 500 m hoge ‘Misty Mountain’. Overnachten kan tevens in eenvoudige 'river cabins' aan de oever van de Kabaleborivier. Wie echt back to nature wil, is terecht in het boskamp. De eigenaar van de Kabalebo-lodge heeft het sportvissen geïntroduceerd, een nieuwigheid in Suriname; dit om ook toekomstige bezoekers de kans te gunnen een roemruchte reuzemeerval aan de haak te slaan. In het onbewoonde natuurpark is klein wild, zoals herten en bosvarkens, en vogels te zien, maar ook groot wild waaronder tapirs. 

Kwamalasamutu

Sommige plaatsen blijven liever onbeschreven. Bijvoorbeeld het inheemse dorp Kwamalasamutu in het zuidwesten van Suriname, waar de overwegend Trio bevolking afgezonderd van de bewoonde wereld een zeer traditioneel bestaan leidt. Vrijwel alleen welzijnswerkers, missionarissen en onderzoekers doen het dorp per vliegtuig aan. De missionarissen hebben er voor elkaar gekregen dat de inheemsen hun schaamschorten alleen nog op feestdagen dragen. De wetenschappers bestuderen er de cultuur van de bewoners, de kruidengeneeskunst van de sjamanen en de archeologisch grotten van Werehpai, die in de omgeving van het dorp liggen. Trio jongeren trekken steeds vaker naar Paramaribo. In het dorp is geen werk en het onderwijs is er gebrekkig (ook diep in het oerwoud is Nederlands de formele schooltaal!). Om dit te voorkomen heeft milieuorganisatie Conservational International de Iwaana Saamu Rainforest lodge aangelegd, die door de dorpelingen zelf wordt beheerd. De lodge ligt aan een rivier en gaat geheel op in de omringende natuur. Bezoek de grotten van Werehpai met 5000 jaar oude rotstekeningen en de kliniek van de sjamanen. In Kwamalasamutu worden dieren nog met geluiden gelokt en punten van pijlen nog in gif gedoopt. 

In Kwamalasamutu komen maar weinig toeristen, de bestemming in het uiterste zuiden is nogal afgelegen en daarmee prijzig. 

10 prachtige bestemmingen in Coppename en Suriname