Centraal-Bohemen

Swipe

Karlštejn

Hoog boven de omringende bossen uit torent de formidabele burcht Karlštejn, een van de grootste trekpleisters van Tsjechië. De bouwmeesters Peter Parler (bekend van de Praagse Sint-Vituskathedraal) en Matthias van Arras kregen halverwege de veertiende eeuw van Karel IV de opdracht om een veilige bewaarplaats voor zijn kostbare kroonjuwelen, rijksinsignes en relikwieën te bouwen. Het resultaat was de onneembare vesting Karlštejn. De gekanteelde muren zijn zodanig op de rotsen gebouwd dat de vijand er nauwelijks bij kon komen. Deze gunstige ligging zorgde er tezamen met de drie à vier meter dikke muren voor, dat zelfs een kleine groep manschappen de vijand buiten de poorten kon houden. De kostbaarheden waar het allemaal om te doen was, werden in een nis boven het altaar van de Heilige-Kruiskapel bewaard. Deze kapel bevindt zich in de hoogste toren van de burcht. Ook de toren heeft muren die drie à vier meter dik zijn en de ingang wordt beschermd door vier zware deuren met tezamen 19 sloten.

De drie zelfstandige gebouwen zijn naar ideologische en inhoudelijke rangorde in het landschap ingepast. Het keizerlijk paleis bevindt zich op het laagste niveau. Een treetje hoger staan een toren en de kerk die gewijd is aan de maagd Maria. Boven alles uit steekt de Heilige-Kruis-kapel, die de kern van het gehele concept vormt.

Diverse lieden hebben geprobeerd de Tsjechische kroon en de overige kostbaarheden in bezit te krijgen. Ook de hussieten waagden een poging. Zij belegerden Karlštejn bijna een halfjaar lang en wierpen zelfs honderden tonnen vuilnis over de muur om de bezetters door ziektes uit te schakelen. Dit alles mocht niet baten. Het uiteindelijke doel hadden ze toch nooit bereikt, want de burchtheer had kort voor de belegering de kroonjuwelen op een andere plek verstopt en een groot deel van de overige kostbaarheden gebruikt om de achterstallige soldij mee te betalen. Halverwege de zeventiende eeuw werden de kroonjuwelen naar de Sint-Vitusdom te Praag overgebracht. Daar liggen ze ook nu nog, veilig opgeborgen achter een deur die met zeven sleutels gesloten wordt.

Karel IV kwam graag en veel op Karlštejn. Hij verbleef in afzondering om te bidden en uit te rusten. Om die reden zijn wel vier kapellen in de burcht te vinden. Overweldigend is vooral de reeds genoemde Heilige-Kruiskapel, waar de kroonjuwelen en relikwieën in een nis achter het altaar bewaard werden. Drie wel heel bijzondere relikwieën hingen samen met de dood van Jezus Christus. De lans waarvan in de veertiende eeuw gedacht werd, dat een Romeinse legionair er de linkerzijde van Christus mee doorboord had, een ijzeren spijker waarmee Zijn hand aan het kruis genageld zou zijn en een stukje hout met het gat waarin die spijker geslagen was, maakten deel uit van de kostbaarheden. Het goud en de ruim drieduizend halfedelstenen die de muren en het plafond bedekken blinken in het licht. Tegen het plafond stralen de zon, de maan en vele sterren. Onder de gewelven heeft de gotische meester Theodoricus halverwege de veertiende eeuw zo’n 130 portretten geschilderd.

Karlštejn ligt 28 km ten zuidwesten van Praag. Vanaf station Smichovské Nádraží in Praag (gelijknamige metro, lijn B) vertrekt ongeveer elk uur een trein. Er zijn 2 rondleidingen. De rondleiding die ook door de Heilige-Kruiskapel voert, dient van tevoren gereserveerd te worden en wordt niet het gehele jaar gehouden. www.hradkarlstejn.cz/en/

10 prachtige bestemmingen in Karlštejn en Tsjechië