Fez en het Midden-Atlas-gebied

Swipe

Meknès

Van de vier koningssteden wordt deze het minst door toeristen bezocht. Toch is een verblijf van een paar dagen de moeite waard voor het bezichtigen van de medina, de ville impériale (Koningsstad) en excursies naar Volubilis en Moulay Idriss. De sfeer in de stad is veel rustiger dan in Fez.

De stad ligt aan de voet van de Midden-Atlas en dit landbouwgebied is al sinds de oudheid de graanschuur van Marokko. Ook zijn er olijfboomgaarden en is er wijnproductie. Meknès bestaat uit drie delen: de medina, de ville impériale en de ville nouvelle.

Geschiedenis en ontwikkeling

In de 10e eeuw werd de stad gesticht door de Amazigh (Berber)stam van de Meknassis, waar de stad naar is genoemd. In de volgende zes eeuwen werd de medina door de Almohadische en Merinidische koningshuizen uitgebreid .

De tegenwoordige architectuur van de medina en de ville impériale is voor een groot deel afkomstig uit de 17e eeuw, toen de Alawitische sultan Moulay Ismaïl hier de scepter zwaaide. Hij volgde in 1672 zijn broer Moulay ar-Rashid, de stichter van het Alawitische koningshuis, op. Tijdens zijn 55-jarige regering bouwde Moulay Ismaïl een 45 kilometer lange muur met fraaie poorten om de stad en construeerde hij een gigantisch paleiscomplex. Hij kon dit doen omdat hij er de wind flink onder had. Door militaire overwinningen tegen de Amazigh (Berber)stammen, de Engelsen en Spanjaarden was hij de eerste heerser die een soort eenheid in het Marokkaanse rijk teweegbracht. In 1727 overleed hij en nadat zijn kleinzoon Mohammed III naar Marrakech verhuisde, raakte Meknès in verval. De aardbeving van 1755 richtte ook behoorlijk wat schade aan.

In 1912 kwamen de Fransen en tijdens het protectoraat was Meknès het Franse militaire hoofdkwartier. Zij bouwden net zoals in andere steden de ville nouvelle. Na de onafhankelijkheid besloot men de stad te restaureren als potentieel toeristenoord.

Stadswandeling en oriëntatie: de ville impériale

Je kunt deze tour bewandelen (enkele uren) of een calèche met gids huren voor een paar uur (150 dh). De wandeling begint op de Place El-Hedim (het plein van de afbraak en de wederopbouw), een mooie symbolische naam voor het werk van sultan Moulay Ismaïl die andere plaatsen waaronder Volubilis leeghaalde om zijn hoofdstad op te bouwen. Een dominante plaats neemt Bab Mansour in, de grootste en fraaist versierde poort van Meknès en een van de mooiste van Marokko. De naam van de poort is afkomstig van zijn architect; hij stamt uit 1732 en de stijl is klassiek Almohadisch. Hiernaast staat de Bab Djemaa en Nouar.

Via een poort links van de Bab Mansour kom je op de Place Lalla Aouda, een mechouar (paradeplaats) waar Moulay Ismaïl zijn beroemde zwarte garde controleerde. Als je in de zuidelijke hoek het plein verlaat, kom je op een plein waar in de westelijke hoek de Koubba al Khayatine staat. Dit was een ontvangsthal voor ambassadeurs. Later werd het een werkplaats voor kleermakers (khayatine) die er uniformen maakten. Hierachter liggen oude opslagplaatsen, die later als gevangenis voor christelijke dwangarbeiders werd gebruikt. Je hebt hier een zaklantaarn nodig. De openingstijden zijn: dagelijks van 9.00 -12.00/15.00-18.00 uur. De entree is 10 dh.

Voor de Koubba is een lange muur met drie poorten waarvan de meest linkse uitkomt op een gang van muren. Daar vlakbij is het Mausoleum van Moulay Ismaïl dat voor vele Marokkanen een heilige plaats is. Je dient je kleding dus aan te passen (geen hemdjes en shorts). De graftombes zelf mogen echter alleen door moslims bezocht worden. Bij de graven van Moulay Ismaïl, zijn zonen en vrouw staan twee Franse klokken, een geschenk van Lodewijk XIV, de zonnekoning. Koning Mohammed V liet het heiligdom in 1950 renoveren. De openingstijden zijn: van za. t/m do. van 8.30-12.00/14.00-18.00 uur. Donaties zijn welkom.

Achter het mausoleum ligt de Dar el Kebira-wijk (wijk van het Grote Huis), waar Moulay Ismaïl zijn grootste paleiscomplex bouwde dat in 1677 klaar was en uit twaalf paviljoens bestond. Er is nu bijna niets meer van over als gevolg van de aardbeving in 1755.

Helemaal aan de andere kant ligt het laatste paleis van Moulay Ismaïl, het Dar el-Makhzen, dat uit acht paviljoens bestaat. Het is nu nog in gebruik als koninklijk paleis van Mohammed VI.

Hier tegenover liggen de Dar el-Ma (het Waterhuis) en de Heri es-Souani (de Graanopslag). De Dar el-Ma bevat veertien ruimtes met in ieder een waterrad.Vanaf het terras van dit gebouw heb je een mooi uitzicht op Meknès. Via de Dar el-Ma kom je in de Heri es-Souani waar in hallen het graan werd opgeslagen. In 1755 kwamen de plafonds tijdens de aardbeving naar beneden, maar enkele zijn gerestaureerd. Hier waren ook de stallen van duizenden paarden. Het is hier koel vanwege de dikke muren en het onderaardse watersysteem van kanalen. De openingstijden zijn: dagelijks van 9.00 -12.00/15.00-18.00 uur. De entree is 10 dh.

Ten noorden van de bovenstaande gebouwen ligt het Agdal Basin, een groot waterreservoir dat de ville impériale water moest ver-schaffen en dat voor pleziervaart was bedoeld. Tegenwoordig wordt er langs het water gepicknickt.

Stadswandeling en oriëntatie: de medina

De wandeling begint bij de kleine poort in de noordelijke hoek van de Place el-Hedim. Volg dit straatje dat richting de Grote Moskee loopt. Deze moskee werd in de 12e eeuw door de Almoraviden gebouwd. De 18e-eeuwse minaret heeft groen geglazuurd tegelwerk net als het dak van de moskee.

Achter de Grote Moskee ligt in de Rue Najjarine de Medersa Bou Inania die in 1358 door de Merinidische sultan Bou Inan werd afgebouwd. De madrasa heeft een prachtige binnenhof met een vijver in het midden. Behalve de gebedshal zijn er de studentencellen op de begane grond en de eerste verdieping. Vanaf het dak heb je een mooi uitzicht op de medina en de Grote Moskee. De openingstijden zijn: dagelijks van 9.00-12.00/15.00-18.00 uur. De entree is 10 dh.

Loop terug naar de Grote Moskee en vervolg je weg door de Rue Souïka die overgaat in de Rue Zaouia Nasseria. Hier zijn veel kleermakersateliers en tapijtwinkels. Loop door tot de meest noordelijke poort van de medina, de robuuste Bab Berdaine (Poort van de zadelmakers). Je passeert dan de Berdaine Moskee.

Keer om en volg de medinamuur in zuidelijke richting. Je passeert de kissaria (de overdekte groente- en fruitmarkt). Bij de Bab el-Jedid sla je rechtsaf en loop je langs de muur van de begraafplaats met het graf van de legendarische Sidi Mohammed Ben Aïssa. Naar de leer van deze 15e-eeuwse mysticus ontstond een eeuw later de Sufi Aïssa broederschap. Het mausoleum van deze heilige is de plaats van de jaarlijkse moussem in april, een van de grootste in Marokko. Er wordt dan gemusiceerd en gedanst, vaak tot aan trance toe en er worden fantasias (ruiterfeesten) gehouden.

Loop weer terug en sla bij de kruising rechtsaf richting vlooienmarkt. In zuidelijke richting loopt de Rue Sekkakin die je weer op de Place el-Hedim brengt. Ga hier het eerste straatje vanaf het plein naar links, daar is het Dar Jamaï Museum. Dit kunstnijverheidsmu-seum is gevestigd in een fraai 19e-eeuws pand, dat door de Jamaï-familie gebouwd werd, maar daarna in handen kwam van de Glaoui-familie. In 1912 maakten de Fransen er een militair hospitaal van. Sinds 1920 is het een Musée des Arts Decoratifs.

De acht zalen liggen rond een binnenhof en zijn respectievelijk gewijd aan houtsnijwerk, keramiek uit Fez en Meknès, Amazigh (Berber)tapijten uit de Hoge en Midden-Atlas, borduurwerk , kleding, Amazigh (Berber)sieraden en het demasceren (aanbrengen van een goud-, zilver- of koperlaagje op metaal). Er is een Andalusische tuin met cipressen en sinaasappelbomen. De openingstijden zijn: van wo. t/m ma. van 9.00-12.00/15.00-18.30 uur. De entree is 10 dh.

10 prachtige bestemmingen in Meknès en Marokko