Het Departement Lot

Swipe

Cahors

De naam Cahors is voor velen synoniem met de gelijknamige rode wijnen. Deze wijnen komen van de 197 wijngaarden die ten westen van de stad Cahors liggen; om precies te zijn: in de vallei van de Lot tussen Cahors en Fumel en het aangrenzende kalksteenplateau. De wijnen uit de vallei kunnen al jong gedronken worden; de wijnen van het kalksteenplateau hebben enkele jaren de tijd nodig om volledig tot hun recht te komen. Cahors (20.000 inwoners) is echter ook een van de bezienswaardigste steden in Frankrijk. Reeds in de tijd van de Galliërs was het gebied bewoond. Zij bouwden hun nederzetting rond de Fontaine des Chartreux, een heilige bron. Deze bron levert sinds 1880 drinkwater aan de stad.

De Romeinen vestigden hier hun nederzetting Divona Cadurcorum, het latere Cadurca. Tijdens de middeleeuwen groeide de stad dankzij de levendige handel en de vestiging in 1332 van een universiteit door paus Johannes XXII, die in Cahors geboren was. Vanaf de kade van Cahors verscheepte men vaten vol wijn over de rivier de Lot. De stad ontwikkelde zich tot een van de belangrijkste financiële centra in Europa. Cahors stond bekend als zeer goed verdedigbaar. De belangrijkste reden daarvoor was dat de stad op een schiereiland lag (en ligt). De plek lag in een meander van de rivier de Lot en was dus aan drie zijden door de rivier ingesloten: het lag daardoor op een goed verdedigbare plaats. Bovendien lagen rondom de lus van de rivier hoge kalkstenen heuvels die troepenbewegingen moeilijk maakten. De hoogste heuvel, de Mont Saint Cyr, reikt tot 264 m hoogte. De noordkant van het schiereiland was hermetisch afgesloten met verdedigingswerken. Zelfs tijdens de Honderdjarige Oorlog konden de Engelsen de stad niet innemen. Groot was dan ook de teleurstelling toen de Franse koning in 1360 de stad alsnog aan de vijand gaf, waarop de Engelsen de stad plunderden. De stad viel ten prooi aan de politiek, een gevecht dat men niet met wapens en verdedigingswerken kon winnen. Ook een ander gevecht was niet eenvoudig: het gevecht met de rivier. De stad lag relatief laag en viel dus regelmatig ten prooi aan de kuren van het wassende water. Honderden jaren lang voerden de inwoners een verbeten strijd met de rivier; onder meer de hoge kades zijn het tastbare resultaat van dit gevecht.

De huidige stad wordt doorsneden door de Boulevard Léon Gambetta. Deze weg begint bij de brug Pont Louis-Philippe en eindigt op het Place Lafayetta met de 14de-eeuwse kerk Saint-Barthélémy. Ten westen van deze boulevard strekken zich de stadsuitbreidingen van na de 17de eeuw uit; ten oosten van deze weg ligt de oude stadskern (Vieux Cahors). De boulevard is vernoemd naar Léon Gambetta (1838-1882), een van de beroemdste inwoners van Cahors. Als de zoon van een kruidenier ging hij rechten in Parijs studeren. Na de voltooiing van zijn studie rees zijn ster snel: hij speelde een rol bij het afzetten van Napoleon III en bij het uitroepen van de republiek; en als leider van de progressieve Republikeinen won hij met een voor die tijd zeer progressief programma de verkiezingen van 1881. Als premier wilde hij het eerlijker kiesstelsel invoeren. Toen het parlement zijn voorstel verwierp, trad hij af. Binnen enkele maanden stierf hij aan een complicatie van een wondje aan zijn hand (koudvuur).

Als u, in de voetsporen van Léon Gambetta, een wandeling door de oude binnenstad maakt, moet u vooral letten op de vele ramen in de renaissancestijl. Zij werden in de 15de eeuw in veel muren van herenhuizen geplaatst. Onder de open galerijen, vlak onder de daken, hing men de was te drogen.

De Kathedraal Saint-Étienne

In het centrum van de oude binnenstad staat de kathedraal Saint-Étienne, de zetel van de bisschop van Cahors. Volgens de overlevering stond hier al in de 7de eeuw een gebedshuis. De huidige kathedraal stamt uit de 12de eeuw. Men bouwde het zwaar versterkte gebedshuis in de romaanse stijl met twee grote koepels in het zolderwerk. De koepels hebben een doorsnede van 18 m en hangen 32 m boven de kerkvloer. In die tijd fungeerde het Noordelijk portaal als de ingang van het gebedshuis. Dit portaal uit 1140 bestaat nog steeds en heeft een prachtige romaanse geveldriehoek (timpaan) boven de deur. Het beeldhouwwerk stelt de hemelvaart van Christus voor. Verder zijn er afbeeldingen van apostelen en de heilige Stefanus (Saint-Étienne).

Aan het einde van de 13de eeuw en het begin van de 14de eeuw begon men de kathedraal te moderniseren. Men herbouwde het koor in de gotische stijl en verplaatste de hoofdingang naar de westzijde van het gebedshuis. Vandaar de gotische aanblik van de huidige voorgevel met zijn roosvenster (typerend voor de gotiek). Men besloot tegelijkertijd om de schilderingen te vernieuwen in de koepels, in het koor en achter het orgel. De oostelijke koepel bezit nog steeds de 14de-eeuwse schilderingen, evenals de muur achter het orgel. De schilderingen in het koor werden in de 19de eeuw vernieuwd.

Veel van de kapellen kregen in de 15de eeuw een opknapbeurt in de flamboyant-gotische stijl. In deze kapellen staan tientallen religieuze kunstwerken. Veel van deze kunstvoorwerpen stammen uit de periode van na de Godsdienstoorlogen. Ook deze kathedraal had namelijk zwaar te lijden van de godsdiensttwisten tussen katholieken en protestanten. De fraaie roodmarmeren voorwerpen, zoals de doopvont, de preekstoel en de noordelijke galerij, zijn in de 17de en de 18de eeuw gemaakt. Van het 18de-eeuwse orgel is alleen het barokke omhulsel nog origineel; de rest werd in 1860 vervangen. Het koor werd in de 18de en opnieuw in de 19de eeuw aangepast aan de eisen van die tijd, al behield het zijn gotische uiterlijk. Opmerkelijk zijn de acht engelen die vanaf het smeedijzeren hek rondom het koor op de gelovigen neerkijken. De fraaie glas-in-loodramen werden in 1873 gezet.

Het kloosterhof is even oud als de kathedraal, maar werd tussen 1497 en 1553 geheel herbouwd in de flamboyant-gotische stijl. Het was het privédomein van de kanunniken. In de kapel Saint-Gausbert staat een deel van de kerkschat tentoongesteld en kunt u een 16de-eeuws fresco bewonderen met een voorstelling van het Laatste Oordeel.

Kathedraal geopend: juli-15 sept. di.-zo. 10-12 u. en 14-18 u.; iedere zondag om 11 u. is er een mis in de kathedraal.

Maison Henri IV

Ten zuidoosten van de kathedraal, aan de Quai Champollion 271 en schuin tegenover de Moulin Saint-James, staat het Maison Henri IV ofwel het Hôtel de Roaldes. Het huis is vernoemd naar de protestantse leider Henri van Navarre, de latere koning Henri IV, die tijdens de godsdienstoorlogen een nacht in dit huis sliep. In de 15de-eeuwse woning staan fraaie schouwen en meubels uit de periode 1500 tot 1800.

Maison Henri IV geopend: di.-za. 10-12 u. en 14-17 u., zo. 10-12 u. en ma. 14-17.30 u.

Église Sainte-Urcisse

Ten zuiden van het Maison IV staat de Église Sainte-Urcisse uit de 12de eeuw. Tussen de twee 14de-eeuwse toegangsdeuren van de kerk troont een fraai stenen beeld van Maria en het kindje Jezus. In het interieur zijn de kapitelen rondom het koor bezienswaardig. Als u weer terugloopt naar de Quai Champollion, dan ziet u links de Pont Cabessur. Vanaf deze brug heeft u een goed uitzicht op het profiel van de oude binnenstad.

Église Saint-Barthélémy

In het uiterste noorden van de oude binnenstad, waar de Boulevard Léon Gambetta en de Quai de Regourd (het verlengde van de Quai Champollion) op het Place Lafayette bijna samenvloeien, staat de Église Saint-Barthélémy. Vanaf het Place Fayette heeft u een goed uitzicht op dit deel van de vallei van de Lot. De kerk Saint-Barthélémy bezit een massieve bakstenen klokkentoren uit de 14de eeuw; de spitsbogen in het schip zijn in de stijl van de Languedoc. Volgens een marmeren plaat in het gebedshuis werd paus Johannes XXII in deze kerk gedoopt. Op de doopvont staan gebeurtenissen uit zijn leven afgebeeld.

De Tour Jean XXII

De machtige vierkante toren met kantelen in de directe omgeving van de kerk is de Tour Jean XXII, een restant van het paleis van de familie van Jacques Duèze, de latere paus. De 34 m hoge wachttoren is vernoemd naar paus Johannes XXII en is de hoogste toren van Cahors.

De Pont Valentré

De bekendste bezienswaardigheid van Cahors is zonder twijfel de Pont Valentré die ten westen van de stad de rivier de Lot overspant. Deze machtige brug is een goed voorbeeld van militaire architectuur in de middeleeuwen. In de middeleeuwen waren er drie bruggen die de stad Chors verbonden met de andere zijde van de Lot; alle drie waren zij zwaar versterkt. Van de drie oorspronkelijke bruggen is alleen de Pont Valentré nog voor het nageslacht bewaard gebleven. De aanblik van de drie 40 m hoge wachttorens met er tussen zes bogen en spits toelopende waterbrekers blijven gegrift staan op het netvlies van iedere bezoeker. Men was de gehele eerste helft van de 14de eeuw bezig met de bouw.

Het duurde, volgens een legende, zelfs zolang dat de bouwmeester besloot om een afspraak met de duivel te maken. dat hielp: binnen een mum van tijd was de brug klaar. Toen kreeg de bouwmeester het benauwd, want hij had zijn ziel verkocht aan de duivel. Daarom verzon hij een list. Hij beloofde de duivel zijn ziel als deze er in slaagde om water in een zeef naar de brug te brengen. Hoe de duivel ook zijn best deed, het lukte hem niet. De duivel waas woedend en stootte een steen uit de top van de middelste toren; steeds als iemand daar een steen inmetselde sloeg de duivel hem van zijn plek. Op deze wijze zorgde de duivel er voor dat de brug nooit af kwam. Pas tijdens de restauratiewerkzaamheden in 1879 plaatste men met succes een nieuwe steen in het gat. Op de steen staat een afbeelding van de duivel die uit alle macht de steen uit de muur probeert te trekken. Men noemt de middelste toren dan ook de toren van de duivel. De toren huisvest een klein museum. Tijdens de restauratie werden ook de buitenste torens gerestaureerd; men verving onder meer de zwaar versterkte toegangspoorten door de huidige poorten.

Museum in de Toren van de Duivel geopend: juli-aug. dgls. 9.30-12.30 u. en 14-18.30 u.

Fontaine Chartreuse

Als u vanaf de stad de brug overloopt, en vervolgens aan de overzijde links afslaat, dan passeert u het Maison de l'Eau en de Moulin Bâteau. Even verder (circa 250 m van de brug) ontspringt bij een stenen bruggetje de eerder vermelde heilige Fontaine Chartreuse, in wezen een plek waar een ondergrondse river ontspringt en afwatert op de rivier de Lot. Als u geld in de bron gooit, mag u een wens doen!

Uitzichtspunten

Het bekendste uitzichtspunt is de top van de 264 m hoge Mont Saint-Cyr. De top is vanaf de overzijde van de Pont Louis-Philippe in de oude binnenstad wandelend bereikbaar. Het pad heeft zijn beginpunt schuin tegenover de brug (rechts). De wandeltocht duurt ongeveer 1 u. 40 min. vanaf de top heeft u een fraai uitzicht op het gehele schiereiland waarop de stad Cahors ligt. U kunt de kalkstenen heuveltop Mont Saint-Cyr eventueel via de andere zijde afdalen naar de Pont de Cabessut. De top kan ook met de auto bereikt worden.

Een ander uitzichtspunt noemt men het Croix de Magne. Het pad naar het uitzichtspunt heeft zijn beginpunt bij de Pont Valentré. De wandeling duurt ruim 1 u. Routebeschrijvingen zijn verkrijgbaar bij het Toeristen-informatiekantoor.

Quercyrail

Vanuit het treinstation in het westelijk stadsdeel kunt u een treinrit door de vallei van de Lot maken met de Train Touristique Quercyrail. Het treintje volgt het spoor waar vroeger de kolentreinen reden. Er zijn drie trajecten: naar Cénevières (v.v.); naar Saint-Cirq-Lapopie (v.v.); en naar Cajarc (v.v.).

Dienstregeling Quercyrail: #Cénevières: 1-20 juli en 18-30 aug. ma.; 20 juli-17 aug. ma. en do.; vertrek 13.45, u bent om 18.30 u. weer in Cahors. #Saint-Cirq-Lapopie: juli-aug. vr. vertrek 8.45 u., u bent om 18 u. weer in Cahors. #Cajarc: mei-okt. zo. en 17 juli-16 sept. za., vertrek 8.45 u., u bent om 18 u. weer terug in Cahors. De dienstregeling is onder voorbehoud.

Toeristen-informatiekantoor: Place Aristide Briand (halverweg de Boulevard Léon Gambetta).

Markten: iedere wo. en za. 8-12.30 u. op het plein voor de kathedraal.

Festivals: Bluesfestival in juli; le Printemps de Cahors in juni; Salon vin et Gastronomie in juli; les Estivales in juli en aug.

Trein: treinstation in het westelijk stadsdeel bij het Place de la Gare ofwel het Place Jouinot Gambetta. Bussen vertrekken eveneens vanaf dit station.

30 Min. rondrit per autotreintje: vertrek vanaf de embarcadère (op 200 m van de Pont Valentré).

Taxi: Boulevard Léon Gambetta.

Autoverhuur: Europcar, Boulevard Léon Gambetta 68; Herz, Place de la Gare.

Bouziès

Het dorpje Bouziès ligt op de oever van de Lot, niet ver van de plek waar de Lot met de Célé samenstroomt. De rivier heeft hier een fraaie kloof in het kalksteenplateau gesleten. Vanaf de spoorbrug loopt een pad van een kilometer lengte, dat men halverwege de 19de eeuw uit de rotswand hakte. Hier trok men passerende platbodems aan een touw door de kloof. Op de andere oever staat het Château des Anglais. Het betreft hier geen kasteel, maar een muur met kantelen uit de 14de eeuw die de ingang van een grot afschermt.

Boottocht: Vanuit Bouziès kunt u een boottocht naar Saint-Cirq-Lapopie maken; Safaraid.

10 prachtige bestemmingen in Cahors en Dordogne en Lot