Nova Scotia

Swipe

Atlantische oostkust

Deze pagina gaat over de bezienswaardigheden aan de Atlantische oostkust van de Canadese provincie Nova Scotia, meer precies de regio tussen het natuurgebied Seaside Adjunct Kejimkujik National Park en piratenstad Liverpool.

Port Joli

Kejimkujik Seaside Adjunct

Een vermeldenswaardige bezienswaardigheid is de Seaside Adjunct van het Kejimkujik National Park (zie ook de pagina over dit park zelf). De twee delen liggen ruim honderd kilometer van elkaar. De naam Seaside Adjunct zegt waar het om gaat: een aanhangsel van het Kejimkujik-park aan de kust van de zee. Het is een veel vlakker en vooral moerassiger gebied dan het park in het binnenland. Er zijn ook geen voorzieningen, alleen twee wandelroutes over kiezel- en zandstranden, langs rotsen en door enkele bospercelen. Waterdichte schoenen zijn daarvoor onontbeerlijk. Diverse kuddes schapen en ander vee grazen er, op de rotsen liggen vaak zeehonden te zonnen en verder huizen er onder meer witstaartherten, vossen, wasbeertjes en boomstekelvarkens. De toegang tot de Kejimkujik Seaside Adjunct is aan Highway 103 via St. Catherine's River Road bij het gehucht Port Joli. Het park is 22 vierkante kilometer groot en is van half april tot eind november geopend. Kamperen is er niet toegestaan. Delen van het strand St. Catherine’s Beach zijn tot half augustus afgesloten om de met uitsterven bedreigde plevieren kans te geven er in rust te broeden.

Thomas Raddell Provincial Park

Bij Port Joli is ook de toegangsweg naar het Thomas Raddell Provincial Park. Hier zijn tekenen zichtbaar van het botsen van de oercontinenten. Het gaat volgens de parkbeheerders van de provinciale overheid om gesmolten en fijngemalen kwartsiet en leisteen dat hier tot hoge bergen opgestuwd is geweest maar door miljoenen jaren van erosie is afgesleten tot nagenoeg vlak gebied. Uit de aardkorst omhooggekomen magma zorgde voor dikke lagen graniet. Dit park ligt op de grens van graniet en kwartsiet. Gletsjers hebben er twaalfduizend jaar geleden de huidige vormen aan gegeven. Nu zijn er zand- en kiezelstranden, moddervlaktes, kleine meren, wat bospercelen en enkele kale open vlaktes. Duinen omgeven er een drie- tot vijfduizend jaar oud verdronken woud. Vier wandelroutes lopen door dit naar de Nova Scotiaanse schrijver Raddell genoemde park. Sommige zijn voorzien van informatiepanelen en uitkijkplatforms. De toegang is aan East Port l’Hébert Road, bereikbaar vanaf Highway 103 ten zuiden van Port Joli. Open van half mei tot half oktober.

Port Mouton

Spectacle Island Dive Park

Aan de noordoostkant van het Kejimkujik Seaside Adjunct-park ligt het gehucht Port Mouton. In de baai hier voor de deur is het Spectacle Island Dive Park. Daar zijn zestien ‘objecten’ naar de bodem van de zee afgezonken met de bedoeling dat ze kunstmatige riffen worden, overwoekerd door zeeplanten en aantrekkelijk voor vissen en andere zeedieren. Er zijn ook oude schepen bij; sommige wrakken dateren van de achttiende eeuw. Het water hier is zeer helder en daardoor is dit zeepark zeer geschikt voor diepzeeduikers. Sommige voorwerpen liggen slechts vijftien meter diep, waardoor ook snorkelaars er veel kunnen zien. Informatie bij het toeristenbureau van Queens County, tel. +1-902-354-5741.

Liverpool

Queens County Museum

Bij de monding van de Mersey River ligt de plaats Liverpool. Ze is in 1759 gesticht door plantagebezitters uit het Amerikaanse New England. Twintig jaar later begon Liverpool een reputatie als piratenstad te krijgen. Of eigenlijk als ‘Port of the Privateers’. Een privateer was een piraat die van de overheid toestemming had gekregen schepen van de vijand te enteren en de lading te kapen. Circa zestig jaar lang brachten deze privateers vijandelijke schepen naar Liverpool waar de lading werd doorverkocht. Over deze vergunning-houdende kapers is het een en ander te zien in het Queens County Museum aan 109 Main Street. Andere exposities gaan over historie, leven, werken en welzijn van de bevolking van deze regio, teruggaand tot de tijd dat de Mi’kmaq-mensen hier hun zomers doorbrachten. Van begin juni tot half oktober dagelijks open, daarna niet op zondagen.

Sherman Hines Museum of Photography

Aan 219 Main Street is in het voormalige, uit 1902 daterende stadhuis het Sherman Hines Museum of Photography gevestigd. Hier zijn (historische) fotocamera’s en toebehoren te zien, displays over de historie van de fotografie en vooral veel foto’s met een kunstzinnige invalshoek. Een aparte galerie is gewijd aan hologrammen en stereografische foto’s. Sherman Hines is een bekend fotograaf, schrijver van fotoboeken en actief beschermer van cultureel erfgoed. Het gebouw zelf is een historisch monument. Open van half mei tot half oktober van maandag tot en met zaterdag, in juli en augustus ook op zondagmiddag.

Rossignol Cultural Centre

Mede dankzij de inspanningen van Sherman Hines is een voormalig schoolgebouw aan 205 Church Street van de sloop gered. Er zit nu het Rossignol Cultural Centre in en dat omvat een hele reeks musea en galerieën. Zo zijn er een wildmuseum met opgezette dieren uit de hele wereld, een apotheekmuseum, een museum over jagen en vissen van Mi’kmaq-tijden tot nu, naar eigen zeggen ’s? werelds enige museum over wc-hokjes (in het Engels outhouses) en een museumdorp met inheemse tenten en blokhutten. Verder vind je er galerieën met volkskunst, wildkunst, oude meesters in een Engelse vergaderruimte en een collectie uit de Laing Art Gallery in Toronto. Het complex is geopend van half mei tot half oktober van maandag tot en met zaterdag, in juli en augustus ook op zondagmiddag.

Hank Snow Country Music Centre

Het vroegere spoorwegstation van Canadian National Railway aan 148 Bristol Avenue is tegenwoordig een mekka voor liefhebbers van countrymuziek. Hierin is het Hank Snow Country Music Centre gehuisvest. Snow was een wereldberoemd country and western-musicus, in 1914 geboren in Brooklyn vlak bij Liverpool, overleden in 1999 in Madison, Tennessee (VS). Hij heeft meer dan honderd langspeelplaten/cd's gemaakt. Over Hank Snow gaat een groot aantal van de displays in dit centrum. Ook is er aandacht voor andere beroemdheden uit de countrywereld en zijn er exposities over de geschiedenis van de countrymuziek en de instrumenten die bij deze muzieksoort werden en worden gebruikt. Een aparte ruimte is gewijd aan het in 1905 gebouwde station en de spoorwegen. Open van half mei tot half oktober dagelijks, daarna alleen op werkdagen.

Fort Point Lighthouse Park

Naar verluidt arriveerden de Franse ontdekkingsreizigers Pierre du Gua de Monts en Samuel de Champlain in 1604 ook bij Liverpool. Dicht bij de locatie waar ze naar alle waarschijnlijkheid aan land gingen, ligt nu het Fort Point Lighthouse Park. Begin negentiende eeuw waren hier enkele vestingwerken, maar daarvan is niets meer over. Er staat een monument dat zowel de aankomst van De Monts en De Champlain gedenkt als de privateers die voor de Britse marine Amerikaanse schepen opbrachten tijdens de Amerikaanse revolutie en de Oorlog van 1812. Verder staat hier een vuurtoren uit 1855, behorend tot de oudste bewaard gebleven lichtbakens van Nova Scotia. Daarin zijn displays over het leven van de vuurtorenwachter, de privateers en de scheepsbouw in deze regio. De toren kan beklommen worden. Open van half mei tot half oktober. Het park is het hele jaar toegankelijk. De ingang is aan 21 Fort Lane, aan het eind van Main Street.

10 prachtige bestemmingen in Atlantische oostkust en Oost-Canada