Oost-China

Swipe

Qufu

Stad met een verleden

Werelderfgoed: Confucius-tempel, Residentie van Confucius, Graf van Confucius

Qufu heeft bij de Chinezen een legendarische naam als de geboorteplaats van Confucius, de oude filosoof en leraar van wiens invloed het Chinese onderwijs, de politiek en het denken nog altijd doordrongen zijn.

Gezellige straatmarkten en een sfeer van historisch belang maken Qufu tot een stad die een goede inleiding biedt in de Chinese cultuur en tegelijk een van China’s meest innemende monumenten is. Met het verkennen van de drie voornaamste bezienswaardigheden die met Confucius (Kongzi) verbonden zijn – de Residentie van Confucius (kong fu), waar de Wijze en zo’n 70 generaties van zijn nakomelingen gewoond hebben; de Confucius-tempel (kong miào) en het Graf van Confucius (kong lín), een bos-begraafplaats waar Confucius en veel van zijn overleden familieleden begraven liggen – is men gemakkelijk enkele dagen zoet.

Qufu’s geschiedenis is nauw met Confucius verbonden. Volgens de legende werd hij in 551 v.Chr., tijdens de Lente en Herfstperiode, geboren in een grot 60 km ten oosten van Qufu. Na jarenlang door diverse koninkrijken te hebben gezworven in de vergeefse hoop heersers tot aanvaarding van zijn leer te bewegen, vestigde hij zich als armoedzaaier in wat nu Qufu is. Pas na zijn dood in 479 v.Chr. schoten zijn ideeën wortel.

Eeuwenlang waren de residentie en de tempel alleen toegankelijk voor leden van de familie (eigenlijk: clan) Kong (de familie van Confucius) en keizers die de stad bezochten; voor het gewone volk was dit verboden gebied. Hoeveel prestige de familie Kong had, blijkt wel uit het feit dat zij het recht had wetten en verordeningen in Qufu uit te vaardigen. In de loop der tijd steeg de status van de familie tot zo’n hoogte dat hun gezag dat van de keizerlijke familie evenaarde.

In de loop der jaren hebben de residentie en de tempel aanzienlijke uitbreidingen ondergaan, zodat het uitgestrekte complex thans bijna 20% van het moderne Qufu beslaat. Overal in de stad is volop architectuur uit de Song-, de Ming- en de Qing-dynastie te vinden, wat wandelingen langs de schone straten van Qufu tot een esthetisch genoegen maakt en bijdraagt aan de historische charme van de stad. Door de bouwkunst waant u zich in een andere tijd. Gebouwen met mooie rode en gele pannendaken en opkrullende dakranden zijn een lust voor het oog.

De zuidelijke hoofdpoort (wànrèn gongqiáng) vormt de toegang tot de tempel. De poort doet aan een oude kasteelmuur denken, en de bezoeker die de grote, rode, met ijzer beslagen deuren van de poort doorgaat, krijgt al een idee van de grandeur die hem binnen te wachten staat. Op het plein net voorbij de poort is een drukke markt vol met marktlui die hartige pannenkoeken met groente en diverse souvenirs aan de man proberen te brengen. Je begint je af te vragen hoe goed Confucius kon onderhandelen.

Bij het betreden van het tempelterrein verstomt het marktrumoer en roept de rust van de tempel de geleerde in ons allen wakker. Stille binnenhoven herbergen verweerde pijnbomen die zo oud zijn dat ze met metalen palen ondersteund moeten worden. Overal in de tempel zijn talrijke stèles ter ere van Confucius en zijn leerlingen te vinden. Veel daarvan, met opdrachten in de steen gegrift, zijn aan keizers opgedragen. De stèles worden gedragen door een mythologische schildpad. Voor wie geen Chinees kan lezen is het sterk aan te raden het boekje met een inleiding tot de belangrijkste stèles en gebouwen aan te schaffen dat overal in de tempel verkrijgbaar is.

In het midden van de tempel is het Kuiwen-paviljoen (kuíwén gé), het hoogste en meest prominente gebouw in de tempel. Deze mooi versierde hal van drie etages wordt bekroond door een pannendak van geglazuurde tegels in drie lagen en geeft een indruk van de rijkdom en invloed van de familie Kong. Het huidige paviljoen dateert van 1504; oorspronkelijk was het een bibliotheek die De Analecta (lúnyu) herbergde, een collectie uitspraken van Confucius.

In dit gedeelte van het tempeldomein staat een groep van 13 paviljoens met daarin meer stèles ter ere van de Wijze en zijn discipelen – deze stèles werden opgericht in opdracht van belangrijke personages, zoals keizers en edellieden. Een van de paviljoens is het Gouden Stèle-paviljoen (jînbêi tíng),het oudste gebouw in de tempel.

Na de Dacheng-poort (dàchéng mén) te zijn gepasseerd, komt u in het noordelijk deel van het tempeldomein, dat naar drie binnenhoven voert. Vlak bij de poort is de plaats waar Confucius een jeneverbesstruik zou hebben geplant, hoewel de huidige struik hier door een keizer uit de Qing-dynastie is neergezet. Op dezelfde binnenplaats is het Abrikozenaltaar (xìngtán), waar Confucius zijn geleerde voordrachten voor zijn leerlingen zou hebben gehouden. Het altaar is een van de belangrijkste plaatsen in de wereld van de Chinese cultuur. Chinese toeristen wachten wel eens een half uur om met dit altaar op de foto te kunnen gaan.

Achter het altaar staat de Dacheng-hal (dàchéng diàn), de hoofdhal van de tempel. De hal was oorspronkelijk hoger dan die in de Verboden Stad en moest uit respect voor de keizer verlaagd worden. Deze hal uit de Qing-dynastie heeft een dubbel dak van geglazuurde tegels en aan de zuidkant 28 prachtig bewerkte pilaren van 6 m hoog. Volgens de legende moesten de pilaren in rode zijde worden gehuld als er keizers langskwamen, om te voorkomen dat de kwaliteit van het werk hun afgunst zou opwekken. Binnen is een kleurig beschilderd beeld van Confucius, waar mensen nog altijd hulde aan de oude Wijze komen betuigen. De plechtige gezichten en diepe buigingen getuigen van zijn niet aflatende invloed; zelfs in onze tijd is zijn leer nog relevant.

Achter de oostelijke uitgang van de tempel ligt een schilderachtig plein waar kooplui hun waren trachten te slijten. In het zuiden ziet u de oude Klokkentoren (zhong lóu) en in het oosten de Trommeltoren (gu lóu). Ten zuiden van de Klokkentoren, met zijn nauwgezette, gedetailleerde versiering, is de Queli-triomfpoort (quèli fang), waar vroeger keizers na de maaltijd een wandelingetje gingen maken.

Ten noordoosten van de tempel ligt de labyrintachtige Residentie van Confucius, waar Confucius en zijn nakomelingen vroeger woonden; het huidige complex werd gebouwd tijdens de Ming-dynastie en uitgebreid tijdens de Qing-dynastie. Hier, in de Residentie, zijn de barokke versiering en de grootschaligheid van de tempel tot bescheidener proporties teruggebracht. De echte charme van de residentie ligt in de mooi versierde woonverblijven, die een kijkje bieden in het dagelijks leven van de Chinese aristocraten van weleer.

Het zuidelijke gedeelte van de residentie is de bestuursvleugel. Hier werden gasten verwelkomd en werden officiële zaken afgehandeld. Volg een van de drie hoofdpaden die door diverse hallen en werkruimten leiden. Langs het oostelijke pad staat een toren die als laatste toevluchtsoord diende voor het geval dat weerspannige boeren in opstand kwamen. De Kongs, een praktisch slag mensen, gebruikten de toren ook als familieschatkamer.

Het centrale gedeelte van de residentie is de plaats waar de familie vroeger woonde. Wandelend door de smalle grijze steegjes kun je je gemakkelijk de stemmen van jonge Kongs voorstellen die de woorden van hun invloedrijke voorvader opzegden, en de echoënde voetstappen van honderden bedienden die destijds in dienst van deze bevoorrechte familie waren.

Het achterste gedeelte van de residentie is een aangename tuin met een vijver, die talrijke nakomelingen van de Wijze tot overpeinzingen over zijn wijze uitspraken moet hebben geïnspireerd. Het is niet nodig u door de tempel en de residentie heen te haasten – een halve dag is meer dan voldoende.

Een korte taxirit van 10 minuten, of een wandeling van 20 minuten, naar het noorden van de residentie brengt u bij het Graf van Confucius, dat tegelijk een park is. De ommuurde begraafplaats is ca. 2 km² groot. U zult ruim een halve dag nodig hebben om al de graven in dit oude bos te bezichtigen. Zelfs vandaag de dag nog worden hier nakomelingen van Confucius bijgezet om naast de beroemde leraar te rusten.

Het stille bos is bezaaid met paviljoens, ceremoniële poorten en diverse boomsoorten – volgens de traditie plantte ieder van Confucius’ leerlingen een boom uit zijn geboorteprovincie. Schaduwrijke paden, geflankeerd door strenge stenen wachters, maken rustige wandelingen mogelijk. In dit bos krijg je echt een gevoel van tijdloosheid. Confucius’ graf en dat van zijn zoon en kleinzoon liggen bij de hoofdpoort van het bos in het zuidelijk gedeelte. Bij het graf van de Wijze is een hut waar een van zijn leerlingen woonde en het graf van zijn leraar bewaakte. De rest van de Kong-graven ligt in een apart gedeelte van het bos. Voor ca. ¥ 10 kunt u een fiets huren; afdingen is aan te raden. Er is een snelle bustour beschikbaar die bij sommige van de bekendere graven stopt; maar het graf van Confucius zit daar niet bij. De bustour kost ¥ 10 en duurt 15-20 minuten. Een wat langzamer rondgang te voet of per fiets is een betere optie. Zo kunt u de menigten mijden en in uw eigen tempo van de rust genieten.

Ook interessant in Qufu is de Stad van de Zes Vaardigheden (liùyì chéng) in het zuidelijk deel van de stad. In dit themapark vindt u het leven in Confucius’ tijd nagebootst, en er is een model van het oude Qufu. De Stad van de Zes Vaardigheden ligt ca. 5 minuten met de taxi van het tempel- en residentiecomplex.

10 prachtige bestemmingen in Qufu en China