Oost-China

Swipe

Yangzhou

Een kleine stad met een groot verleden

Met de vele monumenten van zijn vroegere glorie is Yangzhou een aangename plaats om aan het stadsgewoel te ontsnappen en je te verliezen in de relieken van zijn kosmopolitische verleden.

Voor een kleine Chinese stad kan Yangzhou op een overvloed aan historische bezienswaardigheden bogen. In het verleden was Yangzhou een van de economische en culturele centra van Zuid-China. De lange geschiedenis van deze aan de samenlopen van het Grote Kanaal (dà yùnhé), de Yangtze en de Huaihe gelegen stad gaat terug tot 500 v.Chr.

Het waren deze waterwegen, die Yangzhou met het Chinese binnenland en met de belangrijkste stadscentra verbonden, waardoor Yang-zhou zich tot een welvarende stad kon ontwikkelen. Tijdens de Tang-dynastie herbergde Yangzhou een groot aantal buitenlandse gemeenschappen, waaronder een grote groep Perzische handelaren. Maar het waren de wederopleving van het Grote Kanaal en de grote instroom van fondsen die de zouthandelaren en hun monopolies tijdens de Qing-dynastie met zich meebrachten die Yangzhou echt tot bloei lieten komen.

In die omstandigheden ontwikkelde Yangzhou zijn rijke verhaaltraditie (píng huà), die vaak de aandacht van het keizerlijk hof trok. En in het spoor van het keizerlijk hof kwamen de drommen kunstenaars en hun belangrijkste beschermheren, voor het merendeel gepensioneerde beambten. De welvaart van de Tang-dynastie gaf geleerden, schilders, verhalenvertellers en dichters de middelen om hun kunst te beoefenen, terwijl de gepensioneerde beambten, vastbesloten hun tijd in stijl vol te maken, tempels begiftigden, tuinen aanlegden en mecenassen werden van de kunsten.

Hoewel ze de tand des tijds niet helemaal heeft doorstaan, telt deze lome stad in de provincie Jiangsu nog steeds tal van relieken uit haar glorierijke dagen van weleer. Haar oude joie de vivre, vrucht van kunstenaars die de artistieke conventies van hun tijd tartten, is nog altijd voelbaar voor wie de kanalen, de met bomen omzoomde straten en de boogbruggen verkent, die betoverende tafereeltjes opleveren.

Ook al maken hordes bezoekers uit Nanjing en andere steden in de omgeving de voornaamste bezienswaardigheden onveilig, een luie wandeling in Yangzhou is alleszins mogelijk. In het noorden en noordwesten van de stad liggen talrijke tuinen en tempels. Hoewel ze kleiner zijn dan de bekendere bezienswaardigheden in China, geven ze een indruk van de sfeer en cultuur die Yangzhou groot hebben gemaakt.

De Ge-tuin (gè yuán), een klassieke Chinese compositie van steen en water, staat vol paviljoens in een merkwaardige stijl die ideaal zijn voor een middagpicknick. De rotsen, die zo zijn geplaatst dat landschappen worden verbeeld, maken de vier jaargetijden met enige fantasie bijna tastbaar. Van hier is het een korte wandeling naar het Stedelijk Museum van Yangzhou (yángzhou bówùguan), dat een aantal oude paviljoens op zijn bekoorlijke terrein heeft ingelijfd. Een van de stukken uit de collectie van het museum, dat tot de betere provinciale musea van China kan worden gerekend, is een 1000 jaar oude houten boot die uit het Grote Kanaal is opgevist. Ouder is het pièce de résistance van het museum, een lijkwade uit de tijd van de Han-dynastie, gemaakt van 500 stukjes jade.

Vlak om de hoek staat het Gedenkteken voor Shi Kefa (shigong cí), een tempel gewijd aan de nagedachtenis van de plaatselijke held Shi Kefa. Tegen het eind van de Ming-dynastie gaf hij zijn leven in de strijd tegen de oprukkende Qing-legers. De zegevierende Qing zouden dit gedenkteken hebben opgericht om zijn moed te eren, hoewel het evengoed kan zijn geweest om hun nieuwe onderdanen te paaien.

Verder in de richting van het stadscentrum zullen geïnteresseerden in China’s islamitische verleden aangenaam verrast zijn bij de aanblik van de Kraanvogelmoskee (xiïnhè sì), de voornaamste nog bestaande getuigenis van de aanwezigheid van Perzische handelaren in Yangzhou tijdens de Middeleeuwen. Deze eenvoudige, kleine en – op één geheel met Arabisch schrift bedekte muur na – grotendeels onversierde moskee is een klassiek voorbeeld van islamitische bouwkunst in China. In dezelfde trant is het Tuingraf van Puhaddin (puhïdîng mùyuán), gewijd aan een afstammeling van de profeet Mohammed die in de 13e eeuw naar China kwam. Hij bracht tien jaar in Yangzhou door en maakte de stad tot de zijne door binnen haar muren begraven te willen worden. Een naburige hal bevat schilderingen en voorwerpen die zijn leven illustreren.

Een eind lopen de stad uit, maar niet minder interessant is de Wenfeng-pagode (wénfêng ta). Deze grote, zeven etages hoge pagode die in 1582 gebouwd werd, is de plaats waarvandaan de boeddhistische monnik Jian Zhen in de 8e eeuw naar Japan vertrok, wat het begin van het boeddhisme in Japan betekende. Tegenwoordig is de pagode vooral een uitkijkplaats om de intense activiteit op de kanalen en kades van Yangzhou te observeren.

Oneerbiedigheid en verlichting in Yangzhou

Yangzhou’s twee voornaamste en bekendste toeristische bezienswaardigheden, het Slanke Westmeer (shòu xîhú) en de Da-ming--tempel (dàmíng sì), liggen gelukkig dicht bij elkaar en kunnen het best in één keer worden bezocht. Omdat ze tot de grootste toeristische trekpleisters van Yangzhou behoren, kan het er in de weekends ondraaglijk druk zijn, maar buiten de piekuren bieden ze een fantastisch zicht op Yangzhou’s befaamde charmes. De afstand tussen beide plaatsen is gemakkelijk te belopen, maar om het in stijl te doen (en ervoor te betalen) zijn er toeristenboten die ze met elkaar verbinden. De naar het voorbeeld van drakenboten gebouwde boten, vol met luxueuze gele interieurs, zullen u het meer op voeren en u bij de tempelingang afzetten.

Het Slanke Westmeer, geïnspireerd door het veel grotere en beroemdere Westmeer in Hangzhou, compenseert in charme wat het in omvang tekort komt. Kronkelend door een stuk parklandschap is het vol watergezichten en treurwilgen.

Grillige bouwsels, zorgvuldig vervaardigde bruggen en replica’s van historische bezienswaardigheden zullen u ten minste een paar uur bezighouden. Er is een witte stoepa, waarvoor die in het Beihai-park in Beijing als voorbeeld heeft gediend.

Beter bekend zijn de bruggen van het park, waarvan de in 1757 gebouwde Brug van de Vijf Paviljoens (wutíng qiáo) de beroemdste is. Haar imposante drie bogen en dak met geelgeglazuurde dakpannen zijn een van de vaakst gefotografeerde bezienswaardigheden in het park. Een korte wandeling langs de noordelijke oever van het meer voert u naar de magnifieke, zij het tamelijk nieuwe Vierentwintigbrug (èrshísì qiáo), zo genoemd naar de 24 stijlen waaraan de brugleuning is bevestigd, en de 24 treden aan weerszijden die de brug op voeren. Het resultaat is een brugdoorgang voor boten die zich in een halve cirkel boven het water verheft. Hoewel de meeste oude bruggen tegenwoordig door nieuwe van beton zijn vervangen, is de sfeer van het kanaal en zijn bruggen bewaard gebleven. Een favoriete plek voor fotografen is een replica van keizer Qianlongs oude visterras, dat hier niet ver vandaan is. Volgens verhalen die hier de ronde doen zouden Qianlongs bedienden in het kanaal gedoken zijn en vissen aan zijn lijn hebben gehaakt in de hoop dat hij, in de waan dat Yangzhou hem geluk had gebracht, de stad meer geld zou schenken. Hier dichtbij ligt het Gelukterras (chuî tái), met drie maanpoorten die elk een ander tafereel omkaderen.

Degenen die zich meer met de eeuwigheid bezighouden dan met ‘s levens vergankelijke genoegens, zullen op een kilometer ten noorden van het Slanke Westmeer de Daming-tempel vinden. Deze tempel, boven op een heuveltop te midden van een uitgestrekt domein, werd oorspronkelijk gebouwd in de 5e eeuw na Chr. Vandaag de dag wordt hij hoog in ere gehouden door Japanse boeddhisten. Het pièce de résistance is een groot gedenkteken dat in 1973 is opgericht ter ere van de Chinese monnik Jian Zhen, een befaamd geleerde uit de Tang-dynastie die het ritsu-boeddhisme in Japan introduceerde.

Jian Zhen was uitgenodigd om in Japan te komen onderwijzen en ondernam vijf vergeefse pogingen om van China naar Japan over te steken, waarbij hij elke keer door stormen en orkaanwinden naar China werd teruggeblazen. Bij zijn zesde poging slaagde hij en keerde nooit meer terug. Dat hij in Japan nog steeds hoog vereerd wordt valt op te maken uit het feit dat de Japanners twee stenen lampen hebben gefinancierd.

Als u na het zien van dit alles trek hebt gekregen, vindt u op het tempelterrein een uitstekend boeddhistisch vegetarisch restaurant. Vraag een van de monniken naar de weg erheen. Het uitgestrekte tempelcomplex kan in een ochtend of een middag worden verkend. Daarbij mag u de Vijfde Bron onder de Hemel (tiïnxià dìwu quán), een natuurlijke bron ten noorden van de tempel zelf, waaromheen in 1751 een serie parken en tuinen is aangelegd, niet missen. Hier kunt u water uit de bron proeven of voor een kop plaatselijke thee kiezen die van hetzelfde hemelse water getrokken is. Overal op het terrein zijn luchtige theehuizen, waaronder vijvers liggen, gevuld met felgekleurde vissen.

10 prachtige bestemmingen in Yangzhou en China