Oost-Noorwegen

Swipe

Dombås en de Dovrefjell

Dombås

In Dombås verlaten de E6 en de spoorlijn naar Trondheim het Gudbrandsdal. De weg en spoorlijn stijgen naar een wijde bergpas op de hoogvlakte Dovrefjell, dat de natuurlijke grens vormt tussen Zuid- en Midden-Noorwegen. In Dombås zijn verschillende tankstations, restaurants en winkels. Een klein museum, Einbustugu, in het woonhuis van de astronoom Sigurd Einbu (1866-1946) toont voorwerpen en aantekeningen van deze bekende amateur astronoom.

In Dombås is ook een informatiecentrum voor de nationale parken van Dovrefjell-Sunndalsfjella, Reinheimen en Rondane. Tussen Dombås en Vågåmo kan men de Slådalsvegen rijden, een klein alternatief weggetje hoog over de bergen (onverhard, tol). In Dombås kan men vanuit Oslo overstappen op de Raumabanen, de spoorlijn naar Åndelsnes aan de Romsdalfjord. Parallel aan de spoorlijn loopt de rijksweg E136.

Niet ver van Dombås is in het Lesja openluchtmuseum een middelgrote boerderij met 13 gebouwen uit de 18e en 19e eeuw herbouwd. In het museum zijn exposities over de geschiedenis van de rendieren en de rendierjacht in het noordelijke Gudbrandsdal, en over 8000 jaar oude archeologische vondsten. Vlakbij vormt het Lesjaskogsvatnet de waterscheiding tussen het Gudbrandsdal en het Romsdal, en stroomt de rivier de Rauma richting de Romsdalfjord. Niet veel verder noordelijk passeert u de grens met de provincie More og Romsdal. Hier ligt het skigebied van Bjorli, een van de plekken in Noorwegen met de meeste sneeuw. Op 1250 m hoogte (bovenaan de kabelbaan) staat sinds 2008 iedere winter de Bjorli Ice Lodge, een luxe ijshotel dat iedere winter opnieuw wordt opgebouwd.

Dovrefjell nationaal park

Het nationale park van Dovrefjell bestaat uit twee beschermde natuurgebieden aan weerszijden van de spoorlijn naar Trondheim: Dovrefjell nationaal park in het oosten en Dovrefjell-Sunndalsfjella nationaal park in het westen. Beide gebieden vormen een uitgestrekte wildernis van hooggelegen kale bergplateaus waar de ijstijden de bergen hebben afgeslepen tot ronde toppen met een hoogte rond 1700 m. Alleen in het westelijk deel steekt de berg Snøhetta er met zijn scherpe en 2286 meter hoge top bovenuit. Het gebied kenmerkt zich door geringe neerslag en weinig sneeuw. Ondanks dit groeien er op de kaalgeblazen hellingen van Dovrefjell vrijwel alle bergplanten die in Noorwegen voorkomen. In de lucht zijn steenarenden, slechtvalken en ruigpootbuizerds in hun element, en op de grond leven vossen, wilde rendieren en veelvraten.

Muskusossen

Een bijzonderheid van de Dovrefjell zijn de muskusossen, die hier in 1932 en 1950 vanuit Groenland zijn uitgezet. Deze indrukwekkende dieren kunnen worden geobserveerd tijdens muskusossafari’s die in de zomermaanden vanuit Kongsvold en Oppdal worden georganiseerd. In het gebied zijn goede wandelmogelijkheden, gemarkeerde paden en berghutten. Op de Dovrefjell zijn sporen aangetroffen van jagers die hier 6000 jaar geleden leefden van de jacht op wilde rendieren. Net als de E6 nu liep ook de oude middeleeuwse pelgrimsroute tussen Oslo en Trondheim over de Dovrefjell. Dovrefjell nationaal park is bereikbaar vanaf de E6 over de hoogvlakte en vanaf weg 29 door het Folldal. Verder kan men ’s?zomers over de onverharde tolweg Grimsdalsvegen rijden die aan de oostkant het gebied doorsteekt, langs de berghut Grimsdalshytta.

Dovrefjellspoorlijn

Parallel aan de weg loopt ook de spoorlijn naar Trondheim door het gebied. De stationnetjes langs de Dovrefjell spoorbaan verdienen wat extra aandacht. Het zijn stuk voor stuk prachtige voorbeelden van de Noorse Romantische architectuur uit de periode 1900-1920, geïnspireerd op boerderijen uit het Gudbrandsdal uit de 18e eeuw. Vier stations werden ontworpen door Erik Glosimoth, die zelf jammerlijk om het leven kwam bij een treinongeluk op de openingsdag van de spoorlijn in 1921. Bij het stationnetje van Kongsvold staat ook de prachtige Kongsvold Fjellstue, een oude herberg waar in vroeger tijden reizigers overnachtten als ze de onherbergzame Dovrefjell overstaken. De fraaie witgeverfde herberg met bijgebouwen is in oude stijl hersteld en tegenwoordig een luxehotel. Het café, de Kongsvold Kro, is ’s?zomers dagelijks geopend en heeft een kleine tentoonstelling over de omgeving. Muskusossafari’s vertrekken er ’s?zomers dagelijks om 10 uur. Bij Kongsvold is ook een alpiene botanische tuin op 900 m hoogte, waar 300 soorten bergplanten groeien en vele mossen en korstmossen. In Kongsvold begint het pad naar de onbemande berghut Reinheim, van waaruit men de klim kan maken naar de top van de Snøhetta, een van de populairste bergtochten in het gebied. Meer eenvoudige en korte wandelingen zijn te maken vanuit de stations Kongsvoll of Hjerkinn. Vooral Hjerkinn is startpunt voor tochten in het oostelijk deel van Dovrefjell.

10 prachtige bestemmingen in Dombås en de Dovrefjell en Noorwegen