Een van de belangrijkste Acadische plaatsen in Québec is Bonaventure. Het is in 1760 gesticht door Acadische mensen die vanuit  wat nu de Canadese provincies New Brunswick, Prince Edward Island en Nova Scotia zijn, op de vlucht waren voor Britse deportatie-acties (zie ook de pagina daarover onder de geschiedenis van Canada). In het Musée Acadien du Québec aan 95 Avenue de Port-Royal zijn hierover exposities te zien. Ook is er aandacht voor de belangrijke invloed van de Acadiërs op de Québecse cultuur en zijn er displays met landbouwwerktuigen en meubilair uit de achttiende eeuw.

Cuirs Fins de la Mer

Een bijzondere activiteit vindt plaats in de galerie Les Cuirs Fins de la Mer aan 76 Route 132 Est. Claudette Garnier vervaardigt er van vishuiden allerlei voorwerpen, zoals tassen, broekriemen, stropdassen, horlogebandjes, sieraden en souvenirs. Het gaat onder andere om de tot leer verwerkte huiden van zalm, kabeljauw, haai en paling.

Bioparc de la Gaspésie

In het Bioparc de la Gaspésie is de natuur van vijf ecosystemen van het schiereiland van dichtbij te bekijken. Het betreft hier de flora en fauna van baaien, rivieren, lagunes, wouden en toendra’s. Er zijn daarvan circa dertig dierenspecies en zeventig plantensoorten bijeengebracht, allemaal afkomstig van de Gaspésie en ondergebracht in een zo natuurlijk mogelijke omgeving. De entree van dit park is aan 123 Rue des Vieux-Ponts. Open van eind mei tot half oktober.

St.-Elzéar

Grotten

Even ten noorden van Bonaventure is bij St.-Elzéar een uitgebreid grottenstelsel. De rotsen hier zijn bijna een kwart miljoen jaar oud. In de zalen bevindt zich een grote verscheidenheid aan stalagmieten, stalactieten en kristalvormen. Onder leiding van gidsen kun je er naar binnen. Vertrek is aan 136 Chemin Principal, in het centrum van het dorp. Informatie over vertrektijden via tel. +1-418-534-3905.

Nouvelle

Parc de Miguasha

Ten zuiden van Nouvelle steekt een landtong de Baie des Chaleurs in. Daar is het Parc National de Miguasha met fossielen van vissen en planten die tussen 370 en 500 miljoen jaar oud zijn en mogelijk nog ouder. Het betreffen onder andere afdrukken van dieren die de overgang vormden tussen leven in het water en leven op het land. Vanwege dat feit en omdat hier zo’n groot aantal goed geconserveerde fossielen is, heeft Unesco van het park een werelderfgoed gemaakt. Er is een natuurhistorisch museum bij, het Musée d’Histoire Naturelle du Parc National de Miguasha, waar tal van hier gevonden fossielen zijn te zien en in displays de geologie en historie van de regio worden getoond. Hoewel het park vanwege de gevoeligheid van de fossielen niet is ingesteld op bezoek van toeristen, kan er wel met een rondleiding worden gekeken. Er wordt daarbij uitleg gegeven over hetgeen in het museum is te zien, je komt in het onderzoeks-laboratorium en er wordt naar het strand van het park gegaan waar een demonstratie wordt gegeven in het uitgraven van fossielen. Toegang is aan Route Miguasha, van begin juni tot half oktober iedere dag, daarbuiten alleen op werkdagen.

Pointe-à-la-Croix

Lieu Historique de la Bataille-de-la-Restigouche

In de Baie des Chaleurs werd in 1760 de laatste zeeslag geleverd tussen Frankrijk en Groot-Brittannië. Deze staat bekend als de Bataille de Restigouche. De Fransen verloren. Tal van hun schepen zonken naar de bodem van deze baai. In de jaren zestig en zeventig van de 20e eeuw vonden onderwaterarcheologen enkele van deze oorlogsboten. Veel voorwerpen zijn sindsdien naar boven gehaald. Die werden ondergebracht in het bezoekers- en informatiecentrum Lieu Historique National du Canada de la Bataille-de-la-Restigouche. Centraal daar staan de vondsten van en het onderzoek aan het Franse fregat Le Machault. Het is een nationaal historisch monument, het staat aan de monding van de Rivière Restigouche bij Pointe-à-la-Croix en het is open van begin juni tot half oktober.

Restigouche

Fort Listuguj

De Franse oorlogsschepen van de Bataille de Restigouche waren naar de Baie des Chaleurs gekomen om het door de Britten belegerde Franse Fort Listuguj te ontzetten. Een gereconstrueerde versie van die vesting is nu te zien in het dorpje Restigouche in het reservaat van het inheemse Listuguj Mi’kmaq-volk. Er kan ook worden overnacht in een tipi of in een van de soldatenbarakken. In de kantine worden traditionele Mi’kmaq-gerechten geserveerd. Lieden in historische kledij verzorgen allerlei demonstraties. Het fort is open van begin juni tot half oktober.