Zuidwest-China

Swipe

Chongqing

De bergstad

Werelderfgoed: rotssculpturen van Dazu

Chongqing is sinds lang een halteplaats op riviertochten en een toegangspoort tot China’s wilde westen. Met zijn steile heuvels, woeste rivieren en gekruide gerechten heeft het voor elk wat wils.

Uitkijkend over de samenloop van de Yangtze en de Jialing staat Chongqing overal in China bekend als de “Bergstad”. Veel heuvels in de stad zijn zo steil dat fietsen er zeldzaam zijn en er veel meer motorfietsen te zien zijn. De inrichting van de stad wordt grotendeels bepaald door haar bergachtige topografie: Chongqings districten liggen verspreid over een reeks heuveltoppen, en zijn door grote rivieren van elkaar gescheiden. Kijk terwijl uw taxi of bus over de viaducten zoeft die de delen van de stad met elkaar verbinden, eens naar de hachelijk op elkaar gestapelde appartementsgebouwen die zich aan de hellingen van de heuvels vastklampen. Het is mogelijk dat een van deze gebouwen zowel de eerste als de vijfde etage op de begane grond heeft.

Hoewel Chongqings belangrijkste toeristische attractie, de Drie Kloven, thans onder water is gezet door water van de Drieklovendam, heeft de stad haar eigen charmes en is de streek het verkennen waard. Met zijn bergen en mist en borrelende hotpotten heeft Chongqing, dat bekendstaat om zijn hete eten en zijn heetgebakerde bewoners, zich een plaats in de Chinese verbeelding verworven.

Hoewel de hele gemeente Chongqing meer dan 30 miljoen inwoners telt en net als Beijing, Tianjin en Shanghai direct onder de centrale regering ressorteert en geen deel meer uitmaakt van de provincie Sichuan, heeft de eigenlijke stad een bevolking van niet meer dan 5,8 miljoen.

Dankzij zijn strategische ligging aan de Yangtze heeft meer dan vierduizend jaar lang iedere dynastie hier een provinciale hoofdstad gehad. Haar hoogtijdagen beleefde de stad tijdens de Tweede Wereldoorlog, toen Chongqing, toentertijd bekend als Chungking, hoofdstad van de Republiek China in oorlogstijd werd. Dit leidde tot een bevolkingsexplosie, toen de stad zich met vluchtelingen en ambtenaren vulde. Tijdens de oorlog onderging de stad zware luchtaanvallen van de Japanners, en er volgde een periode van bittere armoede.

Maar sindsdien heeft Chongqing zich met verve hersteld. Het werd het belangrijkste industriecentrum van Zuidwest-China en een middelpunt van China’s “Go West”-programma om investeringen naar China’s onderontwikkelde westen te brengen. Zijn snelle modernisering is het duidelijkst voelbaar in de omgeving van het Bevrijdingsmonument, Chongqings winkel- en uitgaanscentrum. Het eigenlijke monument, dat oorspronkelijk van hout was en gewijd aan Sun Yat-sen, werd in 1945 opnieuw opgericht om het eind van de oorlog met Japan te vieren. Het monument is op loopafstand van de meeste van Chongqings grote hotels en winkels.

Als u iets van het oude Chongqing wilt proeven, is de beste plaats om te beginnen de Chaotian-poort, de enige nog overgebleven stadspoort van Chongqings voornaamste kade aan de Jialing-rivier. Er is hier een druk verkeer van vracht- en passagiersschepen die hier dag en nacht aanleggen. Vanaf de Chaotian-poort heeft men een mooi uitzicht op de samenvloeiing van de groene wateren van de Jialing-rivier en de modderige bruine stromingen van de Yangtze. Binnen loopafstand zijn de twee kabelbanen over de Jialing en de Yangtze, die magnifieke uitzichten op de omgeving van Chongqing bieden.

Hoewel Chongqing moderne historische bezienswaardigheden in overvloed heeft, zijn oude er schaars. Niet ver van het voornaamste winkelgebied ligt de Arhat-tempel. Hoewel de tempel al meer dan duizend jaar op deze plaats staat, is hij wel herbouwd. Binnenin vindt u 500 gebeeldhouwde arhats (boeddhistische heiligen die het nirwana hebben bereikt), en een grote gouden boeddha. Als u uw toekomst wilt kennen, kunt u in de tempel een specifieke route volgen op basis van uw geboortedatum om een arhat te vinden wiens levensloop de uwe zal volgen.

Een busrit van 45 minuten buiten de stad brengt u naar de SACO-gevangenis (Sino-American Cooperation Organization, die ook bekendstaat als het “US-Chiang Kai-shek Misdadenmuseum”. In de jaren 1940 was dit een in het geheim door de VS samen met Chiang Kai-shek opgezet trainingskamp voor nationalistische agenten en een gevangenenkamp voor gevangengenomen communisten. Hoewel nationalisten en communisten korte tijd één front tegen de Japanners vormden, werden veel communistische burgers het slachtoffer van nationalistische razzia’s en werden honderden van hen gevangen gehouden.

Tamelijk uniek te midden van andere Chinese historische bezienswaardigheden is het Stillwell-museum, dat eer betuigt aan de Amerikaanse betrokkenheid in de Tweede Wereldoorlog. Het museum, dat is gevestigd in het vroegere VIP-gastenverblijf van de nationalisten en het privéverblijf van generaal Stillwell, de bevelhebber van het oorlogsgebied China-Birma-India, toont de heldendaden van de Vliegende Tijgers. Deze Amerikaanse piloten vochten eind 1941 zeven maanden lang tegen de Japanners en wisten hen grote verliezen toe te brengen in een tijd waarin het Japanse luchtoverwicht ongeëvenaard was.

Als u de drukte in de stad beu bent, probeer dan een wandeling door het People’s Park. Dit park, met een paleisachtig congres- en concertgebouw naar het voorbeeld van de Tempel van de Hemel in Beijing, is groot genoeg voor een middagwandeling en de bomen en tuinen hier vormen een welkome afwisseling van het jachtige tempo van Chongqings stadsontwikkeling.

Ciqi Kou was Chongqings oude haven en bood eens onderdak aan veel van Chongqings rijke kooplieden. Overal in de stad ziet men Ming- en Qing-architectuur. Theehuizen, drakendansen en tempelmarkten maken dit tot een goede plek om echt de sfeer van het oude Chongqing te absorberen.

Rotssculpturen van Dazu

Meer dan duizend jaar geleden beconcurreerden boeddhistische en taoïstische sekten elkaar hevig om de voorrang en de keizerlijke gunst. Terwijl de macht van de ene hand overging in de andere en religieuze ordes de keizerlijke gunst wonnen en verloren, schiepen de overwinnaars nieuwe gedenktekens voor hun goden en verwoestten de oude. Een van de gevolgen hiervan was dat aanzienlijk sterkere materialen werden gebruikt om religieuze gedenktekens te bouwen, zodat ze moeilijker te verwoesten waren, en dat die gedenktekens groter werden. De monumentale kunst van Dazu is daarvan een bewijs.

De Rotssculpturen van Dazu, reliëfs en beelden, zijn verspreid over zo’n 70 plaatsen in Chongqings Dazu County. De beelden hier verschillen stilistisch van die in Yungang en Dunhuang, die beide van veel oudere datum zijn. De sculpturen van Dazu, die uit de tijd van de Tang- en de Song-dynastie zijn, zijn zuiver Chinees van stijl, terwijl de oudere Longmen-, Mogao- en Yungang-grotten duidelijke buitenlandse invloeden vertonen. De Dazu-sculpturen, die boeddhistische, taoïstische en confuciaanse invloeden vertonen, variëren van kleine, intieme beeldjes die door vrome families zijn gewijd, tot grote liggende boeddha’s, waaraan honderden vaklieden hebben gewerkt. De grotten, die een welkome afwisseling bieden van het grotestadsgewoel van Chongqing, liggen uitgespreid over het idyllische landschap van golvende heuvels, slaperige boerderijen en de rode aarde van het Sichuan-bekken.

Van de twee belangrijkste vindplaatsen is de Noordberg of Beishan de kleinste en vergt de minste tijd. Men gelooft dat dit oorspronkelijk een militair kamp was en dat een generaal, misschien in de hoop op de gelukkige afloop van een gevecht, de eerste beelden liet vervaardigen. Hoewel veel van de beelden in de loop der eeuwen in een slechte staat zijn komen te verkeren, zijn er een paar nog altijd in goede conditie. Een van de opmerkelijkste nissen is Nis 136, die Samantabhadra, de beschermheilige van de berg Emei, afbeeldt, rijdend op een witte olifant, en de godin der barmhartigheid, Guanyin. De Pauwenkoning is te vinden in Nis 155.

Gelukkig ligt deze vindplaats maar 2 km van Dazu County en is te bereiken via een wandeling van 30 minuten vanaf het busstation. Boven op de berg hebt u een mooi uitzicht over het omringende land.

Hoewel Baoding Shan verder van de stad ligt, zijn de sculpturen er veruit superieur. De werken werden tussen 1179 en 1249 vervaardigd en variëren van heel klein tot heel groot. Of men de berg nu bezoekt voor de kunst, uit religieuze overwegingen of om de schoonheid van het landschap, een halve dag kan men er zeker voor uittrekken.

Hoewel het ontstaan van de grotten nog altijd enigszins in mysterie gehuld is, wordt de stichting ervan toegeschreven aan de tantristische monnik Zhao Zhifeng. Het onderste gedeelte van de berg, op de top waarvan een klooster staat, is gevuld met gebeeldhouwde figuren die in een klif zijn uitgehouwen. In tegenstelling tot de andere Dazu-grotten met boeddhistische voorstellingen was Baoding zorgvuldig gepland en werden de natuurlijke kenmerken van de rots gebruikt om het werk te accentueren.

In het midden bevindt zich de reusachtige Liggende Boeddha, ca. 31 m lang en 5 m hoog. Hij is bezig het nirwana te bereiken en zijn gelaatsuitdrukking is er een van vrede en geluk. Naast hem is een 1007-armige gouden avalokitesvara (of Guanyin). In elke hand heeft zij een oog, als symbool van alomvattende wijsheid.

Alleen al het aantal en de verscheidenheid van de beelden hier is verbluffend – men vindt hier helden van het boeddhistisch geloof, historische figuren en taferelen uit het dagelijks leven op het land.

Hoewel er bijna 800 jaar zijn verstreken sinds deze grotten werden uitgehouwen, zijn veel van de beelden opmerkelijk goed bewaard gebleven. Sommige zijn geërodeerd, en bij andere is de verf afgebladderd. Tijdens de busrit naar Baoding, die 30 à 45 minuten doet over de 15 km die de berg van de stad ligt, ziet u nog een aantal aparte sculpturen die langs de kronkelende weg zijn uitgehouwen.

10 prachtige bestemmingen in Chongqing en China