De rode gelijkzijdige driehoek aan de mast met de witte ster heeft een drietal betekenissen. De zijden van de driehoek vertegenwoordigen vrijheid, gelijkheid en broederschap, het rode veld herinnert aan het bloed van de gevallenen voor de vrijheid en de witte ster vertelt over het recht op vrijheid voor alle volkeren in de wereld.

De vlag werd voor het eerst gehesen in Cárdenas in 1850, toen een groep rebellen ten strijde trok tegen de Spaanse overheersers. Hoewel Cuba door de tijd ook nog andere vlaggen gekend heeft is de officiële vlag in gebruik genomen op 20 mei 1902.