De Filippijnen tijdens de Tweede Wereldoorlog
Kort na de verrassingsaanval op de Amerikaanse vloot te Pearl Harbor (Hawaii) op 7 december 1941 werden ook de Filippijnen door de Japanners aangevallen. De luchtmacht van de Verenigde Staten op Luzon was snel uitgeschakeld en op 10 december 1941 landden Japanse troepen op de noordkust van Luzon. Op 2 januari 1942 was Manila in handen van de Japanners. De Filippijns-Amerikaanse strijdkrachten hielden het langst stand op het vestingeiland Corregidor in de monding van de Baai van Manila. Nadat het eiland vijf maanden lang bestookt was met artillerievuur en bombardementen volgde op 6 mei 1942 de overgave. Een maand tevoren hadden de Amerikanen de strijd verloren om het nabijgelegen schiereiland Bataan. De krijgsgevangenen van Corregidor bleef de beruchte Dodenmars van Bataan bespaard. Tijdens deze honderd kilometer lange tocht naar een concentratiekamp in de provincie Pampanga (noordelijk van de Baai van Manila) verloor een tiende deel van circa 76.000 Filippijnse en Amerikaanse manschappen het leven.
Voordat Corregidor in handen van de Japanners gevallen was waren president Quezon en generaal Douglas MacArthur, de bevel-hebber van de Amerikaanse strijdkrachten, erin geslaagd het land te ontvluchten. Bij zijn aankomst in Australië op 17 maart deed MacArthur zijn beroemd geworden belofte: 'I shall return'. De Japanners stelden op de Filippijnen een marionettenregering in met aan het hoofd José Laurel. Doordat de Japanners een keihard bewind voerden kwam er sterk verzet onder de bevolking. Een belangrijke rol hierbij speelde de organisatie 'Hukbo ng Bayan Laban sa Hapon' (= Volksleger tegen Japan), afgekort als 'Hukbalahap'. De leden van de Hukbalalap, kortweg ook Huks genoemd, verzetten zich niet alleen tegen de Japanners maar ook tegen de grootgrondbezitters. Een belangrijk toevluchtsoord van de Huks vormde onder andere Mt. Arayat, een geïsoleerd staande berg in de Centrale Vlakte van Luzon.
Op 20 oktober 1944 kon generaal MacArthur zijn belofte waar maken en keerde hij terug op de Filippijnen. Een grote Amerikaanse invasiemacht landde die dag op Red Beach aan de oostkust van het eiland Leyte. Van hieruit vond de moeizame herovering plaats van de archipel, waarbij de Amerikanen geholpen werden door de anti-Japanse guerrillastrijders. De Amerikanen werden zeer geestdriftig door de bevolking ontvangen. De snoepgoed uitdelende soldaten werden door de kinderen begroet met kreten als 'Victory Joe'. Ook heden ten dage worden blanke toeristen nog regelmatig aangesproken met 'hey Joe'.