Israël

Swipe

Van 1973 tot de Golfoorlog

Het belangrijkste wapen van het Arabische offensief tegen Israël was olie. Eind 1973 kondigden de Arabische staten een olieboycot af tegen de V.S. en Nederland wegens hun pro-Israëlische houding; vervolgens verbraken veel landen hun betrekkingen met de joodse staat. In 1977 doorbrak president Saddat van Egypte de politieke impasse in het Midden-Oosten door naar Israël te komen en het Israelische parlement (de Knesset) toe te spreken. Op 17 september 1978 sloten Egypte en Israël een vredesverdrag (het Camp David Akkoord), waarbij Egypte de gehele Sinaï die door Israël bezet was terugkreeg. Onderhandelingen over de toekomst van de westelijke Jordaanoever faalden, omdat de Palestijnen niet zonder de PLO wilden onderhandelen en Jordanië de akkoorden tussen Egypte en Israël afwees. Nadien verplaatsen de spanningen in het Midden-Oosten zich richting Libanon.

De burgeroorlog in het eens zo vreedzame en welvarende Libanon tussen christelijke militia en moslim-militia gesteund door de PLO, kostte meer dan honderdduizend mensen het leven. Het land had geen centraal gezag meer en zag geen kans de binnenlandse orde te handhaven. De situatie werd steeds onoverzichtelijker nadat verschillende moslim-militia elkaar begonnen te bestrijden. Het land werd deels geregeerd door een Syrische legermacht die Oost-Libanon bezette. Majoor Haddad, gesteund door Israël, beheerste met zijn christelijke militia het zuidelijk deel van Libanon. De Israëlische regering van premier Begin zag met lede ogen aan dat de macht van de PLO in Libanon groeide. Op 6 juni 1982 trok het Israëlische leger Libanon binnen om een eind te maken aan de PLO-dreiging vanuit het noorden. De PLO-centra in de stad Beiroet en kampen in de omgeving werden gebombardeerd. Niet veel later bezette het Israëlische leger de buitenwijken van Beiroet. Het Israëlische leger bleef drie jaar in het zuiden van Libanon. Men vernietigde de militaire bases van de PLO en dat leidde tot een vermindering van de terreur. Men werd er zich in Israël echter van bewust dat militair optreden geen definitieve vrede zou brengen. De oorlog had veel levens gekost en er was zeer veel oppositie in Israël tegen de invasie. In 1985 verlieten de Israëlische strijdkrachten het Libanese grondgebied. Tegelijkertijd riep Israël in Zuid-Libanon een ‘veiligheidszone’ in het leven, een 71 km lange en 7 tot 21 km brede strook aan zijn noordgrens. Door middel van deze buffer probeert men de verschillende verzetsgroepen op afstand te houden. Ondertussen voerde de regering van Likoedleider Yitzhak Sjamir een intensief nederzettingenbeleid op de bezette westelijke Jordaanoever. De bouw van nieuwe joodse woningen in bezet gebied leidde tot een verscherping van het Israëlisch-Palestijns conflict. Op 9 december 1987 begon de Palestijnse volksopstand (intifada) die aan veel Palestijnen, onder wie vele kinderen, het leven kostte. Al deze gebeurtenissen leidden tot nieuwe vredespogingen in het Midden-Oosten. De verkiezingen in 1992 zorgden voor een politieke omwenteling in Israël. Na vijftien jaar van Likoed-regeringen kozen de Israëlische kiezers voor een nieuwe start onder leiding van premier Yitzhak Rabin van de Arbeiderspartij. Bij deze verkiezingen speelden de teleurgestelde immigranten uit Rusland, die inmiddels tien procent van het electoraat vormden, een doorslaggevende rol. De regering van de V.S. veroordeelde herhaaldelijk de nederzettingenpolitiek van de Likoed-regering als een obstakel voor een vredesregeling in het Midden-Oosten. Zij weigerde daarom bankgaranties ter waarde van tien miljard dollar voor de opvang van Russische en Ethiopische immigranten te verlenen. Het was dan ook geen wonder dat de nieuwe immigranten voor een nieuwe politieke koers kozen. Premier Rabin besloot onmiddellijk een stop in te voeren op het tekenen van contracten voor de bouw van joodse woningen in de bezette gebieden. Hij maakte echter wel onderscheid tussen ‘politieke nederzettingen’ en ‘strategisch belangrijke nederzettingen’. De bouwstop gold alleen voor de eerste categorie, dat wil zeggen voor de nederzettingen in dichtbevolkt Palestijns gebied. Hij benadrukte tevens dat Jeruzalem de onverdeelde hoofdstad van de joodse staat is en dat het nederzettingenbeleid daar zonder meer doorgang zal vinden. Voorts werden ontmoetingen tussen Israëliërs en leden van de PLO weer toegestaan mits zij de veiligheid van Israël niet in gevaar brachten. Als dank verleende de toenmalige Amerikaanse president George Bush de genoemde bankgaranties.

10 prachtige bestemmingen in Israël