Deze regering heeft in 2005 wetgeving ten aanzien van mijnactiviteiten veranderd, waardoor de overheid een belang van meer dan twintig procent in een mijn mag nemen en vergunningen aan (reeds bestaande) mijnconcerns niet automatisch worden verlengd.

Lesotho Highlands Water Project (LHWP)

De hooggelegen Katse Dam (1998) vormt in grootte Afrika’s tweede stuwmeer en maakt waterexport naar Maseru en Zuid-Afrika (vooral Gauteng) mogelijk door middel van een ondergrondse tunnel. De waterkrachtcentrale van het stuwmeer produceert voldoende elektriciteit om Lesotho te voorzien. Mohale Dam (2002) betrof de tweede fase van LHWP. Dit stuwmeer is door middel van een ondergrondse tunnel verbonden met de Katse Dam en functioneert als extra reservoir. Bij overvoelige regenval wordt extra water naar Katse Dam getransporteerd; bij droogte vult Mohale's water de hoeveelheid aan.

Import en export

Lesotho's schatkist wordt gevuld door inkomsten van Basotho in het buitenland, belastinginkomsten en export van kleding, schoeisel en wol naar (vooral) de Verenigde Staten, België en Madagaskar. Het koninkrijk importeert voertuigen, machines en medicijnen.

Leefomstandigheden

49 procent van de Basotho leeft op of onder de armoedegrens; deze groep heeft dagelijks niet meer te besteden dan anderhalve euro. 45 procent van de Basotho is werkeloos; bijna 80 procent woont op het platteland en leeft van gewassen die groeien op kleine akkers die onderhevig zijn aan droogtes.