Namibië en Botswana

Swipe

Eerste rassenonlusten

In 1896 kwam de zwarte bevolking in opstand tegen de blanken, met name in Rhodesië. De zwarten pikten het niet lager uitgebuit te worden door de blanke Boeren. Het Ndebelevolk kwam in maart 1896 in opstand, het Shonavolk sloot zich in juni van dat jaar bij hen aan. Mlimo, een door vele volkeren erkend geestelijk leider, was de grote animator achter de opstand. Hij stelde dat de blanken verantwoordelijk voor de situatie waarin de zwarten verkeerden en hij beschuldigde hen er ook van allerlei ziektes meegebracht te hebben waar de zwarten tot dan geen weet van hadden. Ook werden de blanken verantwoordelijk gehouden voor de droogte die het land teisterde.

De meeste boeren hadden zich in Rhodesië gevestigd vanwege de betere toekomstperspectieven en omdat ze er grote stukken grond konden kopen voor weinig geld. Het viel allemaal bitter tegen, mede door de droogte en het uitbreken van de runderpest. In hun drift om er tóch een succes van de maken gingen ze ertoe over om de zwarte bevolking van hun vee te beroven en hen van hun land te verdrijven. Maar het was vooral de British South Africa Company, ooit opgericht door Cecil Rhodes, waartegen door de zwarte bevolking geageerd werd. Dat betekende dat de oproep van Mlimo in een grensoverschrijdend effect resulteerde.

De Britten reageerden door het zenden van troepen, maar het duurde maanden voordat die ter plaatse waren. De zwarten konden met hun speren niet op tegen de zwaar bewapende Britten. Mlimo werd omgebracht in zijn belangrijkste tempel (ook bekend als het heilige hol van Mlimo) en daarmee kwam een einde aan de opstand. Op 18 oktober 1896 eindigde de strijd tussen de inwoners Matabeleland en Mashonaland en de Britten. De beide landen werden samengevoegd en kregen later de naam Rhodesië. De strijd ging de geschiedenis en als: de Eerste Chimurenga oorlog. Chimurenga is het Shanowoord voor revolutionaire strijd. In Zimbabwe, het vroegere Rhodesië, wordt de strijd elk jaar herdacht als de eerste bevrijdingsoorlog. Ook vandaag de dag heeft het woord chimurenga in zuidelijk Afrika nog een speciale betekenis: het staat voor de strijd voor mensenrechten, politieke gelijkwaardigheid en sociale rechtvaardigheid.

Ook in Deutsch-Südwestafrika, ging het rommelen. Daar wilde de zwarte bevolking onder het juk van de Duitse overheersers uit. Oorlog kon niet uitblijven en het Herero- en het Namavolk namen in 1904 (letterlijk) de strijdbijl op tegen de Duitsers. De zwarten waren geen partij voor de zwaarbewapende Duitsers die zelfs een nieuw wapen in de strijd wierpen: een 'snelvuurgeweer'. Naar schatting kwamen meer dan 75.000 strijders om, met name uit het Hererovolk, die de Duitsers zagen als aanstichters van de opstand. De overgebleven Herero, vooral vrouwen en kinderen, werden gevangen genomen en in concentratiekampen ondergebracht. Ze overleefden de ontberingen daar niet. Duizenden mannen werden de woestijn in gejaagd en kwamen daar om het leven. De Duitsers hadden de weinig beschikbare bronnen vergiftigd.

Door de opstand was de economie in het gebied vrijwel tot stilstand gekomen. Met de benoeming van Friedrich von Lindequist als nieuwe gouverneur werden de banden met de oorspronkelijke bevolking weer aangehaald, maar niet nadat ze ruim schadeloos waren gesteld, zowel in financiële zin als door het aanbieden van vee. De massaslachting onder de Herero werd door de Verenigde Naties aangemerkt als volkerenmoord, maar het duurde tot 2004 voordat Duitsland dat erkende. Daarvoor al, vanaf 1990, werden de inwoners van Namibië, de nieuwe naam voor Deutsch-Südwestafrika, min of meer schadeloos gesteld door een financiële tegemoetkoming van Duitsland welk bedrag inmiddels is opgelopen tot meer dan 500 miljoen euro.