Noorwegen

Swipe

Buitenmensen

De natuur heeft een grote invloed op de Noorse volksaard. Noren zijn buitenmensen. In het land staan bijna 370.000 hutten of houten buitenhuisjes. Meer dan 40% van de Noren beweert een buitenhuisje te bezitten. Bovendien wonen Noren ruim. Het gemiddelde huis heeft 4,1 kamers en per individu staat circa 50 m² woonruimte ter beschikking. Massaal gaan Noren in het najaar bessen en paddenstoelen verzamelen. Wandelen, bergbeklimmen, crosscountry, skiën, vissen. De meeste Noren doen wel één van deze buitensporten. En als ze dat niet doen, jagen ze wellicht.

Bakermat van het moderne skiën

Er werd al in de prehistorie in Scandinavië geskied. Waarschijnlijk gebeurde dat op botten en kaken van dieren. Archeologische vondsten wijzen op het gebruik van houten ski’s ruim 3000-4000 jaar geleden. Ook zijn er prehistorische rotstekeningen bekend van mensen met ski’s onder. ‘Ski’ is een oud-Noors woord en betekent ‘een in de lengte gespleten stuk hout’. Het moderne skiën is een Noorse uitvinding. Sondre Norheim (1825-1897) vond in de 19e eeuw het moderne skiën uit, dat mogelijk werd door het gebruik van stijve verbindingen in plaats van leren bandjes. Norheim, die later met zijn gezin naar de Verenigde Staten emigreerde, werd geboren in Morgedal in de provincie Telemarken. Hij was een meester in het slalommen. De stijve skiverbindingen van de wortels van wilgen en berken maakten het mogelijk om nieuwe en snellere wendingen te maken.

Dat Telemarken de bakermat van het moderne skiën is, is niet vreemd. De hoofdstad van Telemarken heet Skiën. Het Telemarkenskiën is eveneens een uitvinding van Sondre Norheim, een afdalingstechniek met een speciale hielbeweging. Het wordt nog steeds beoefend. Trysil Knut is een fictief persoon die uitgroeide tot een historische Noorse held, die met ski’s over mensen en huizen sprong. Regisseur Rasmus Breistein (1890-1976), de belangrijkste filmmaker uit de periode van de stomme film, maakt in 1942 een speelfilm over de legendarische Trysil Knut. Dit stuwde het heldendom van deze verzonnen figuur verder op. Oorspronkelijk is Trysel Knut een skiheld uit een boek van de schilder en schrijver Bernt Lund (1812-1885) uit 1882.

Noordse vormen van skiën zijn onder andere het crosscountry (langlaufen), schansspringen, de Noorse combinatie (combinatie van schansspringen en langlaufen) en biatlon (crosscountry met schietoefeningen). Het zijn alle Olympische sporten. De biatlon werd oorspronkelijk alleen bedreven door Noorse militairen. De avonturier en poolheld Fridtjof Nansen stak in 1888 op ski’s de ijskap van Groenland over. Dit bevorderde het nationale geloof in een nationale sport. Nansens woorden “Skiën is de meest nationale van alle Noorse sporten” spreekt boekdelen. De Noren exporteerden het skiën naar andere landen, zoals naar Oostenrijk en Zwitserland. Nansens kleinzoon bracht de Olympische vlam in 1952 naar Oslo. Twee keer haalde Noorwegen de Olympische Winterspelen in huis, in 1952 (Oslo) en 1994 (Lillehammer).

De deelname aan actieve sport neemt nog steeds toe. Er zijn ruim 12.000 plaatselijke sportverenigingen en -clubs in het land op 4,5 miljoen inwoners. Bijna 2 miljoen mensen zijn lid van een sportvereniging. De meeste clubs hebben minder dan honderd leden. Bijna alle werk voor deze sportorganisaties wordt gedaan door vrijwilligers. De Noren spenderen veel geld om topsport te stimuleren. Topsport bindt de mensen in het land en voedt de nationale trots. Olympiatoppen bevordert de topsport en financiert individuele topsporters en sportbonden. Deze organisatie doet ook aan sportonderzoek en ontwikkelt nieuwe sportuitrusting. Noorwegen beschikt over een hypermodern centrum voor topsport in Oslo: Topidrettsenteret. Deze infrastructuur voor topsport wordt gefinancierd door sponsors, loterijen en toto’s. Sport is een fascinatie voor Noren.

10 prachtige bestemmingen in Noorwegen