Portugal

Swipe

Economie

Aan het begin van de jaren zeventig van de vorige eeuw was Portugal als gevolg van de koloniale oorlogen zo goed als bankroet. Door het wegvallen van de inkomsten uit de overzeese gebiedsdelen en het gebrek aan eigen industrie, leefde het land van zijn goudvoorraden – ten tijde van de Anjerrevolutie van 1974 waren die groter dan van Zwitserland.

Lange tijd vormden ook de Mozambikaanse gastarbeiders in Zuid-Afrika een belangrijke inkomstenbron voor dictator Salazar. Hun loon werd rechtstreeks in Zuid-Afrikaanse rand aan Lissabon overgemaakt. Portugal stuurde vervolgens waardeloze escudos naar de achtergebleven gezinnen in Mozambique. Een wisseltruc die het regime enorme bedragen opleverde.

Thatcheriaanse aanpak

Onder Salazar zochten banken en institutionele beleggers hun investeringsheil buiten de landsgrenzen. Daardoor kwam de industrialisatie in Portugal pas laat in de jaren zestig op gang. De politieke tegenstellingen na de linkse Anjerrevolutie van 1974 stonden dertien jaar lang een gerichte aanpak van de economische problemen in de weg.

Het Thatcheriaanse economische programma dat premier Cavaco Silva met steun van het IMF in de jaren tachtig tot uitvoer bracht, leidde weliswaar tot een beter investeringsklimaat en een beteugeling van de inflatie, maar ook tot een toename van de werkloosheid en grote sociale onrust. De ‘klasseloze maatschappij’ zoals de militairen die na de revolutie in de grondwet hadden laten verankeren, was voorgoed ten grave gedragen.

Europese Unie

Het lidmaatschap van de EU in 1986 kwam voor Portugal als een toegestoken hand voor een drenkeling. Hoewel het land - evenmin als Spanje - aan de toelatingscriteria voldeed, kreeg het toegang tot de sociale fondsen van Brussel waaruit het sindsdien samen met Ierland en Griekenland het rijkelijkst heeft geput van alle EU-landen. 

Dankzij het EU-lidmaatschap nam de export toe en daarmee de werkgelegenheid en de welvaart. De wereldwijde financiële crisis die in 2008 uitbrak, betekende voor Portugal een flinke streep door de rekening. Banken moesten worden gered en de rente op de staatsschuld steeg naar historische hoogte. Het land behoort anno 2013 tot de minst welvarende telgen van de Europese familie. Het minimum inkomen bedraagt € 566,00 (Ned. € 1487,00).

Onevenwichtigheden

De crisis bracht een aantal sociaal-economische en maatschappelijke knelpunten aan het licht, door economen eufemistisch ‘onevenwichtigheden’ genoemd. De politiek bleek doordesemd van cliëntisme en vriendjespolitiek. De verwevenheid van de politiek met banken en verzekeraars stond een sanering in de weg. De belastingmoraal bleek ver onder nul. Daarnaast is het gemiddelde opleidingsniveau van de bevolking laag – met een leerplicht tot 14 jaar is de animo om door te leren naar Europese maatstaven gering.

Stijgende kosten

In ruil voor internationale financiële steun door de Trojka (EU, ECB en IMF), wordt er in Portugal op dit moment door de overheid flink bezuinigd. Met alle gevolgen voor de burger: die ziet door stijgende belastingen en privatisering van nutsbedrijven de kosten voor levensonderhoud stijgen en tegelijkertijd collectieve voorzieningen afbrokkelen.

Na een gerechtelijke uitspraak in april 2013 waarbij het voornemen van de regering om te korten op staatspensioenen, ambtenarensalarissen en bijstandsuitkeringen naar de prullenmand werd verwezen omdat die in strijd zouden zijn met de grondwet, stond de regering Coelho voor de bijna onmogelijke opgave in een krimpende economie nieuwe posten in de staatsbegroting te vinden die kunnen worden geschrapt. Ondanks dat slaagde de regering erin de overheidsfinanciën zodanig op orde te brengen, dat steun van de Trojka begin 2014 kon worden afgebouwd. 

Kort daarna echter kwam de tweede bank van het land, Banco Espírito Santo (BES), in de problemen door malafide financieringspraktijken en moest met Europees geld van de ondergang worden gered. Talloze kleine en grote aandeelhouders van de bank verloren hun geld. Daaronder de familie 'Heilige Geest', de stichter en naamgever van de bank (anno 1920) en grootaandeelhouder.

Van de Portugese beroepsbevolking was in het eerste kwartaal van 2013 15% werkloos (Ned. 7%). Van jongeren tot 25 jaar zit 38% zonder werk (Ned. 11%). 

Traditioneel is de schaduweconomie - het zwarte circuit - in de Zuid-Europese landen groot, maar de economische crisis zorgt voor een extra impuls. Geschat wordt dat in Portugal 20% van de economische bedrijvigheid buiten de fiscus om plaatsvindt.

Import-export

Portugals handelsbalans is negatief. D.w.z. er wordt meer geïmporteerd dan geëxporteerd. De import bestaat vooral uit aardolie, aardolieproducten, machines, ijzer en staal. Portugal is 's werelds grootste producent van kurk en behoort tot de acht grootste producenten en exporteurs van wijn. Met de spectaculaire opmars van de schroefdop voor wijnflessen, waar Portugal zelf enthousiast aan meedoet, wordt tegelijkertijd de afzet van kurk ondermijnd.

Een belangrijk exportproduct is olijfolie. Gallo, een coöperatie, is de grootste producent in Portugal en de derde producent van olijfolie ter wereld. De overige export bestaat uit kleding en textiel, visconserven, chemicaliën, elektronica, keramiek, hout en papier. 

Energie

De import van olie legde lang voor bijna de helft beslag op de Portugese betalingsbalans. De ontwikkeling van zonne- en windenergie en waterkracht heeft de afgelopen decennia dankzij publiek-private investeringen en Europese subsidies een grote vlucht genomen.

Portugal haalt op dit moment al 70 procent van zijn totale energiebehoefte uit duurzame bronnen. Daarmee staat het op de lijst van landen die minimaal 60 procent van hun energievraag uit duurzame bronnen halen. Andere Europese landen op die lijst zijn IJsland, Oostenrijk, Noorwegen en Zweden. Vooral de beschikbaarheid van waterkracht speelt in deze landen een grote rol.

Een van de grootste zonne-energiecentrales van Portugal  (en van Europa) is te vinden in Amereleja in het district Moura in het zuidoosten van Portugal, dichtbij de Spaanse grens. In Aguçadoura, een badplaats in het noorden van Portugal ter hoogte van Braga, is al sinds 2006 een voor Europa unieke golfslagcentrale in gebruik.

Maar ook in het klein zijn de Portugezen steeds bewuster met het milieu bezig. Zo heeft de badplaats Zambujeira do Mar (bij Odemira, aan de zuidwestkust) een heuse ecocamping waar het milieu en hergebruik centraal staan; wanneer u als verstokt roker het strand betreedt van Rocha Baixinha van de badplaats Quarteira (Algarve, tussen Faro en Albufeira), wordt u een asbakje ter beschikking gesteld om te voorkomen dat peuken het strand vervuilen en ontsieren. 

Toerisme

Het toerisme is een belangrijke poot onder de Portugese economie. Jaarlijkse bezoeken rond de 14 miljoen toeristen het land. De meest bezochte zijn Algarve, Lissabon en Porto. De meeste toeristen komen uit Frankrijk, Engeland, Angola en Spanje.

Onroerendgoed

De onroerendgoedsector staat in Portugal - evenals in buurland Spanje - sterk onder druk en is veranderd van een verkopersmarkt in een kopersmarkt. Zowel in de particuliere, zakelijke als recreatiesector is de afgelopen decennia te veel, te snel en te duur gebouwd. Daardoor is er nu veel leegstand en is het aanbod groot, vooral in de steden.

Voor wie een recreatiewoning wil kopen zijn het nu gouden tijden. De prijzen zijn vaak met tientallen procenten gedaald. Toch is het een illusie te denken dat je aan de Algarvekust voor een habbekrats een mooie villa-met-zeezicht op de kop kunt tikken. De waarde van dit soort 'residentiële' panden is relatief stabiel. De prijsdaling zit hem vooral in slecht gelegen en gebouwd en dus incourant onroerendgoed. Een van de grootste aanbieders van recreatiewoningen is de Amerikaanse franchiseketen REMAX.

 

10 prachtige bestemmingen in Portugal