Portugal

Swipe

Dictatuur

Na de Eerste Wereldoorlog waarin Portugal zich achter Engeland schaarde, namen de politieke en sociale tegenstellingen in het land verder toe. De jonge republiek had moeite haar draai te vinden: tussen 1911 en 1926 vonden er maar liefst 54 staatsgrepen plaats of pogingen daartoe en kwamen 44 regeringen ten val.

Daarnaast versleet Portugal in die 15 jaar niet minder dan 8 presidenten, van wie er één door een aanslag om het leven kwam. Portugal balanceerde in de jaren twintig van de vorige eeuw op de rand van een burgeroorlog.

Estado Novo

In 1926 grepen militairen de macht om ‘de staat te redden’. Ze vroegen dr. Antonio Oliveira Salazar, professor in de economie aan de universiteit van Coimbra, voor de post van minister van financiën in hun nieuwe regering. Het was Salazar die het concept bedacht van de Estado Novo, de Nieuwe Staat.

Het plan voorzag in een Nationale Vergadering, waar alleen leden van Salazars União Nacional, de Partij voor Nationale Eenheid, in konden worden gekozen. Verder een zogenoemde Corporatieve Kamer die naar Italiaans fascistisch model werd samengesteld uit leden van bepaalde beroepsgroepen.

Salazar slaagde er in Portugal buiten de Spaanse Burgeroorlog (1936-39) en de Tweede Wereldoorlog te houden. In de jaren vijftig eigende hij zich steeds meer macht toe en kreeg zijn bewind uitgesproken dictatoriale trekken. Na de dood van president Carmona in april ’51, bekleedde Salazar korte tijd ook de functie van president der Republiek. Maar al snel droeg hij die taak weer over aan een generaal - de pragmatische, in zichzelf gekeerde vrijgezel Salazar moest niets van ceremoniële functies hebben.

Salazar regeerde het land met ijzeren hand met behulp van de sinistere geheime politie, de PIDE. In 1970 overleed hij. De door Salazar zorgvuldig op het ambt voorbereide Marcelo Caetano, mede-architect van de Estado Novo, werd benoemd tot minister-president.

Al snel kwam Caetano onder druk te staan van West-Europese landen om politieke en sociale veranderingen door te voeren. Maar de onderwijsvernieuwingen, vakbondsvrijheid en het toelaten van nieuwe partijen tot de verkiezingen, konden niet voorkomen dat de politieke en sociale onrust toenam. 

Koloniën als valkuil

De problemen groeiden Caetano boven het hoofd. Hij probeerde de aandacht af te leiden door een militaire oplossing te forceren in de zich voortslepende strijd in de koloniën  waar al langere tijd bevrijdingsbewegingen actief waren. Als rechtgeaarde nationalist wilde Salazar in de jaren vijftig Angola, Mozambique en Guinee voor Portugal behouden – het resultaat was een bloedige guerrillastrijd.

De Portugese troepen overzee kwamen steeds meer in het nauw waarna de halsstarrige dictator ook het Ministerie van Defensie onder zijn hoede nam. In de nadagen van het Salazar-bewind slokte de strijd in de koloniën meer dan eenvijfde van het nationaal inkomen op.

Toen onder Caetano ook nog eens 15% oorlogsbelasting op consumptieartikelen werd geheven, begonnen steeds meer Portugezen hun vaderland te verlaten om elders een nieuw bestaan op te bouwen. De stroom emigranten zwol tegen het eind van de jaren zestig aan tot meer dan twee miljoen. De meesten trachtten in Frankrijk en Duitsland werk te vinden, velen kwamen ook in Nederland terecht, vooral in de textielindustrie.

10 prachtige bestemmingen in Portugal