Sri Lanka

Swipe

Palmcultures

Er zijn veel soorten palmen. De betelpalm levert de nootjes voor de betelpruim; hij wordt ook areka of pinang genoemd. De koolpalm heeft takjes die als kool gegeten worden; de koningspalm (KingCoconut) heeft een hoge kaarsrechte stam. De palmyrapalm heeft een bijna ronde bladerkroon van enigszins omhoogstaande takken en groeit voornamelijk op het schiereiland Jaffna. De taliputpalm, de hoogste inheemse boom, bloeit na ongeveer 35 jaar, heeft twee jaar nodig om de grote harde vruchten te vormen en sterft dan een jaar later af. De gedroogde jonge bladeren worden gebruikt voor het vervaardigen van de langwerpige ola-boeken. De kokospalm, volgens een dichter'een zuil die met een ster is bekroondlevert kleine noten om te eten en grote oranjekleurige noten waarvan de inhoud gedronken wordt. Deze laatste noemt men koningskokosnoot of thrambili. De kitulpalm heeft lange vruchtentrossen die een lekkernij zijn voor olifanten. Net zoals sommige kokospalmen levert hij toddy. Uit de nog gesloten waaiervormige bloem in het schutblad wordt dit sap afgetapt. Vervolgens wordt om de bloem een draadje gebonden, waarna er met een mes een stukje af wordt gesneden, zodat het vocht in een pot kan lopen. Op verscheidene plaatsen kunt u deze toddypotten in de bomen zien hangen, vooral aan de zuidwestkust.

10 prachtige bestemmingen in Sri Lanka