Het is nog maar kort dat Surinaamse homoseksuelen ‘uit de kast’ komen. Alhoewel openlijk vertoon van genegenheid tussen personen van gelijke sekse niet wordt gewaardeerd, is er geen sprake van vijandigheid. Al in 1975 bestond er een Vereniging van Surinaamse Homofielen die de regering verzocht om na de onafhankelijkheid ook met deze groep landgenoten rekening te houden. Voor dames die het gezellig met elkaar hebben, bestaat zelfs een benaming: ‘mati’. Mati’s vormen vaak een huishouden, waarbij de een zorgt voor het inkomen en de ander thuis op de kinderen uit een vorige relatie past. Soms heeft de nieuwe relatie een economische oorsprong: vrouwen die door hun mannen (kostwinners) zijn verlaten of van hen zijn gescheiden voegen hun huishoudens samen om de kosten te drukken.