Er zijn honderden verschillende dansen die per regio of eiland verschillen. Iedere streek heeft zo zijn volksdansen. Het bekendste zijn de traditionele kringdansen die altijd tegen de klok in gedanst worden. Dat kan een langzame dans zijn (sirtós) of een snellere huppeldans (pidiktós).

Ook een bijzonder gezicht is de seibékikos, een dans waar oorspronkelijk alleen mannen zich aan waagden, maar die nu ook door vrouwen wordt gedanst. Deze dans waarbij twee dansers met slepende passen en langzame armbewegingen rond elkaar heen draaien, heeft geen voorgeschreven regels. Het is allemaal een kwestie van improvisatietalent van de danser zelf. Om de danser aan te moedigen gaat het publiek op de knieën en klapt mee op het ritme van de muziek.De oorspronkelijk Turkse tsiftetéli is dan weer eigenlijk een vrouwendans, maar wordt nu meestal door stelletjes gedanst. Met de armen sierlijk in de lucht draaien de dansers sensueel met de heupen.

Zit de stemming er echt lekker in dan worden de dansers ook wel eens op stoelen en tafels gezet, wordt er met servetjes gegooid en gebruikt men allerlei attributen om het dansen er nog spectaculairder te laten uitzien, zoals gevulde borrelglaasjes die op het hoofd worden gezet.