Foenicische zeevaarders kwamen waarschijnlijk al op het eilandje La Graciosa ten noorden van Lanzarote en ook de oude Grieken en Romeinen waren geen onbekenden in de Canarische archipel. Homerus noemde de eilanden ‘Elysium’ (Valleien van de eeuwige lente) terwijl de Romeinse wetenschapper en schrijver Plinius de Oudere sprak van de ‘Fortuinlijke eilanden’, eveneens vanwege het bevoorrechte klimaat.

Een van oudste archeologische vondsten van de Canarische Eilanden is gedaan op Lanzarote: een Romeinse kruik uit de derde eeuw v.Chr. La Graciosa, Lanzarote en Fuerteventura werden door Romeinse zeevaarders en handelaren ‘Purperariae’ genoemd, een verwijzing naar de paarse kleurstof die destijds gewonnen werd uit een korstmos die er groeide. Vanaf het begin van onze jaartelling raakten de eilanden een hele tijd in de vergetelheid totdat de Europese zeevaarders ze in de 14e?eeuw opnieuw ontdekten.