Aan de uiterst westelijke kant van het Teutoburger Wald ligt Hörstel. In juli trekken duizenden liefhebbers van de paardensport erheen. Er worden nationale en internationale wedstrijden georganiseerd in tal van categorieën. Je kunt kijken naar dressuur en springconcoursen. Je kunt van spektakel genieten als bestuurders van bespannen wagens strijden om de eer bij het afleggen van proeven van bekwaamheid op speciaal voor deze categorie aangelegde parcoursen.

Het cisterciënzerklooster in het stadsdeel Gravenhorst werd in 1256 voltooid en bleef in zijn oorspronkelijke vorm staan tot 1808 toen de grote renovatie gereed kwam

Het landbouwmuseum is heel bijzonder, het is echter alleen de 1e zondag van de maand geopend van 15.00-18.00 uur en alleen van april tot oktober. Je vindt het museum in Riesenbeck. Haus Surenburg, uit de 15e eeuw ligt daar ook. Het is een uit drie vleugels opgebouwde waterburcht.

Iets heel anders wordt gevormd door de Grossen Schleuse, een technisch monument dat onder andere bestaat uit een sluis die al voor de Eerste Wereldoorlog werd gebouwd. Je moet ervoor naar Bevergern, maar voor de geïnteresseerden in technische hoogstandjes is het een niet te versmaden uitstapje.

Het mooi gelegen Ladbergen, ten zuiden van Tecklenburg, werd vooral bekend als geboorteplaats van de (bet)overgrootvader van Neil Armstrong, de man die als eerste mens voet op de maan zette. Uit deze omgeving emigreerden in de 18e en 19e eeuw duizenden mensen naar Amerika als gevolg van de grote werkloosheid. Achtergronden daaromtrent vind je zeker in het Heimatmuseum. Als je mooi vakwerk wilt zien dan sta je zeker even stil bij de evangelische kerk uit 1854 en bij Gasthaus Zur Post, Dorfstrasse 11.

Op weg naar Ladbergen passeer je Lengerich. Maak even een stop om een kijkje te nemen bij het Torhaus ‘Römer’ uit 1250 of de laatgotische kerk in het oude centrum. Een ‘Torhaus’ is een in de verdedigingswerken opgenomen woning, vroeger vaak de ambtswoning van de stadswacht. Je zult dit soort huizen bij tal van bewaard gebleven stadstorens aantreffen.

Lienen ligt ten oosten van Lengerich en heeft, behalve een historische binnenstad, een schitterende omgeving met tal van rotsformaties. Je kunt het beste de oude weg volgen van Lienen in de richting Hagen, dwars door het Teutoburger Wald.

Op enkele kilometers ten noorden van Ibbenbüren ligt Mettingen. Het dorp ontleende zijn opkomst en welvaart aan de linnenhandel in de 19e eeuw. Vooral de handel in het Duits-Nederlandse grensgebied legde de gewieksten onder de ‘exporteurs’ geen windeieren. Een bekende naam vind je in het stadsdeel Wiehe. Hier staat de Brenninkhof, eigendom van de familie Brenninkmeyer, de stamvader van C&A. In het hartje van het land van de Tüötten loop je beslist even binnen in het Tüöttenmuseum, waar je alles aan de weet kunt komen over deze kleurrijke linnenhandelaren.

De kinderen zullen zich amuseren, maar vooral verbazen over de manier waarop hun voorgangers les kregen. Je kunt het zien in het Schulmuseum.

Ten noordwesten van Mettingen ligt het plaatsje Recke, ook al bekend vanwege de fraaie vakwerkhuizen. Het streekmuseum ‘Alte Ruthemühle’ herbergt onder meer veel items die met de riet- en teenverwerking te maken hebben. Om die reden wordt het ook wel ‘Korbmuseum’ genoemd (Steinbecker Strasse 50, apr.-nov. za. en zo. 14.00-18.00 uur). In Recke mag je beslist een bezoek aan de evangelische, laat-Romaanse kerk niet overslaan. De kerk werd in de 12e en 13e eeuw uit stenen die rechtstreeks uit de steengroeve kwamen opgebouwd. Als je wilt wandelen in een beschermd natuurgebied dan kan dat rond het Heiliges Meer in het Recker Moor, waar diverse wandelingen zijn uitgezet.