Ervaar op Stewart Island hoe Nieuw-Zeeland er voor de komst van mensen moet hebben uitgezien. Bosrijk en met een unieke flora en fauna. De bossen worden gedomineerd door inheemse boomsoorten als de kamahi, de rimu, de miro en de totara. Aan de kust groeit de zuidelijke rata, die in de zomer prachtige rozerode bloemen draagt. De lagere begroeiing bestaat uit breedblad, speerkruid, muttonbirdkruid, grasbomen, varenbomen en varenstruiken.

Het eiland Stewart is een eldorado voor vogelliefhebbers. Hier leven zeevogels als de bulleralbatros, de roetbruine pijlstormvogel, de duikstormvogel en de zuidelijke reuzenstormvogel. Op de rotsige kusten nestelen dikbekpinguïns, geeloogpinguïns en blauwe dwergpinguïns. In de bossen komen de kakapo, de bellbird, de tui, de kaka, de fantail en de geelkopparkiet voor. Beweerd wordt dat dwergpapegaaien er vaak dronken rondvliegen, vanwege de grote hoeveelheid nectar die ze uit de bloemen kunnen halen. In de dichtbegroeide bossen leeft de bruine kiwi, een zeldzaam nachtdier dat zich zelden laat zien. Toch heeft u op dit eiland meer kans een kiwi in de vrije natuur te zien dan elders in Nieuw-Zeeland. Ga ’s nachts met een lokale gids de bossen in.

Neem een regenjas en trui mee. Jaarlijks valt in Halfmoon Bay gemiddeld 1653 mm neerslag. In de bergen valt meer dan 5000 mm. Het klimaat is moeilijk te voorspellen en regen valt het gehele jaar door. Meestal staat er een stevige westenwind. Een zuidwestenwind voert koude lucht en een noordoostenwind brengt warme lucht naar het eiland. De temperatuur is het hele jaar door vrij mild. Het vriest in de winter alleen in de hogergelegen delen. De gemiddelde zomertemperatuur is 15 °C en de gemiddelde wintertemperatuur 9 °C.