Wörgl
Waarschijnlijk is Wörgl (511 m) een van de jongste steden van Oostenrijk, het kreeg pas in 1951 stadsrechten. Dankzij de ligging op een kruispunt van belangrijke wegen en de eenvoudige bereikbaarheid, is het een plaats die door veel toeristen als uitgangspunt wordt gebruikt voor verkenning van het achterland: te voet, op de fiets of op de skies.
Hoewel Wörgl dus een jonge stad is, de geschiedenis ervan gaat in elk geval terug tot ver voor het begin van onze jaartelling. Er zijn veel opgravingen gedaan in en rond de stad. De oudste vondsten dateren van ongeveer 1000 v.Chr. en tonen aan dat er toen zelfs al handel gedreven werd. Ook was de omgeving een belangrijke vindplaats van ijzererts, net zoals andere nabijgelegen plaatsen.
In het Egerndorfer Feld werden voor het eerst in 1838 urnen ontdekt die deel uitmaakten van een groot urnenveld waar door de loop van de jaren meer dan 500 urnen werden aangetroffen. De zoektocht naar het verleden is nog steeds gaande en als je in Wörgl bent moet je de opgravingen in het midden van de stad maar eens bezoeken. Daar heeft een Romeinse vesting gestaan.
Waar de naam Wörgl vandaan komt is nog niet duidelijk. De oudste bronnen, geschriften uit 1102, spreken over een zekere “Henricus de Uergile”. Als je het laatste gedeelte van de naam uitspreekt kun je je daar iets bij voorstellen.
Het 'wonder van Wörgl' heeft te maken met de uitgifte van waardepapieren in 1932, het zogenaamde vrijgeld. De stad was arm, de werkloosheid bleef maar stijgen door de teloorgang van o.a. de cementindustrie en de gemeente kreeg de zorg over steeds meer armlastige mensen. Men besloot daarom de arbeiders die in dienst van de gemeente waren te betalen met waardepapieren, de zogenaamde Arbeitswertscheine. Dat werd binnen de stad gezien als geld, uitgegeven door de overheid. Men kon er elkaar mee betalen en zo ging de economie van de stad weer wat vooruit. Iedereen die iets in dienst van de gemeente ondernam, werd gewoon uitbetaald, zij het met geld dat niet door de Oostenrijkse overheid uitgegeven was. De lokale overheid dekte echter de waardepapieren af door allerlei zaken in onderpand te geven bij de Raiffeisenbank. Daardoor hadden de papieren dezelfde waarde als de offciële munt. Het positieve effect ervan was inmiddels duidelijk: waar overal elders de werkloosheid steeds groter werd, daalde deze in Wörgl. Het initiatief dreigde navolging te vinden in vele andere steden, maar de regering verbood dat in 1933. De officiële Oostenrijkse bank, de enige instantie die de bevoegdheid had om geld uit te geven, procedeerde met succes tegen de handelwijze van Wörgl en de regering dreigde met militair ingrijpen als de stad zich niet aan het vonnis zou houden. In augustus 1933 werd het bevel opgevolgd. Je kunt er nog wel iets van terugvinden. Een historische vereniging houdt zich bezig met het de geschiedenis van het Freigeld, een viaduct in de stad draagt nog het opschrift : 'Mit Freigeld erbaut'.