Bezienswaardigheden
De webpagina's betreffende de bezienswaardigheden van Umbrië zijn zo uitgebreid dat wij hebben besloten om Umbrië in 6 delen te beschrijven, namelijk Centraal-Umbrië, Perugia, West-Umbrië, Zuid-Umbrië, Oost-Umbrië en Noord-Umbrië. Deze delen over de bezienswaardigheden van Umbrië zijn weer onderverdeeld in webpagina's over de belangrijkste bezienswaardige, dorpen, steden, streken en landschappen, uiteindelijk teveel om hier op te noemen.
Umbrië wordt getypeerd door prachtige historische en bezienswaardige steden, zoals Perugia, Gubbio, Spoleto, Todi, Orvieto, Assisi, Spello, Trevi, Cascia, Norcia en vele andere; elk van deze is waard bezichtigd te worden. Het landschap van Umbrië zelf heeft ook veel te bieden. De Apennijnen in het oosten overschrijden zelden 1500 m; alleen de Monte Vettore in het uiterste oosten bereikt 2449 m. Daar ligt het Nationaal Park van de Monti Sibillini (omgeving Norcia). In het kalkgebergte is veel grondwater opgeslagen, dat weer in de vorm van bronnen te voorschijn komt. Een enorme ‘doline’- een ronde laagte, ontstaan door oplossing van kalk in water – een ‘karstverschijnsel’, is de Castelluccio bij Norcia op ca. 1300 m hoogte.
• de waterval van Marmore bij Terni. Dit is geen natuurlijk, maar door de Romeinen geconstrueerd verschijnsel uit de 3e eeuw v.C.; het water uit de Velino en het Piedilucomeer stort zich van 160 m hoogte in de Nera. Een hydro-elektrische centrale benut de energie.
• De bronnen van Clitunno (Fonti del Clitunno). Deze liggen in een schitterend, vreedzaam landschap ten zuiden van Trevi. Generaties dichters hebben zich hier laten inspireren, van Vergilius tot Carducci. Op een km naar het noorden, langs de Via Flaminia, ligt de Tempio del Clitunno, een oudchristelijk kerkje uit de 5e of 6e eeuw.
• Het versteende bos van Dunarobba. Bomen, een soort sequoia’s, van ruim een miljoen jaar geleden, die groeiden aan de oevers van het Tiberinomeer, dat eens het hele dal tussen Spoleto, Perugia en Todi bedekte, zijn langzaam gefossiliseerd, versteend dus. Informatie is bij het toeristenbureau van Amelia te krijgen.
• Het bassin van Castelluccio is een interessant natuurverschijnsel; het water verdwijnt aan de voet van de Monte Ventoloso in de bodem.
• De grotten van Monte Cucco. In Sigillo, 10 km ten noorden van Gualdo Tadino, aan de Via Flaminia, begint een voetpad omhoog. De grotten zijn 20 km lang, de grootste van Italië. Ze zijn alleen voor speleologen op afspraak opengesteld. De Monte Cucco is een populair startpunt voor deltavliegers.
• De bronnen van de Nerakloof. In de diepe kloof in de kalksteen bij Neramontore en Stifone, iets ten zuiden van Narni, kan men bronnen en watervallen bezoeken in een prachtige omgeving.
• De bronnen van Clitunno (Fonti del Clitunno). Deze liggen in een schitterend, vreedzaam landschap ten zuiden van Trevi. Generaties dichters hebben zich hier laten inspireren, van Vergilius tot Carducci. Op een km naar het noorden, langs de Via Flaminia, ligt de Tempio del Clitunno, een oudchristelijk kerkje uit de 5e of 6e eeuw.
• Het versteende bos van Dunarobba. Bomen, een soort sequoia’s, van ruim een miljoen jaar geleden, die groeiden aan de oevers van het Tiberinomeer, dat eens het hele dal tussen Spoleto, Perugia en Todi bedekte, zijn langzaam gefossiliseerd, versteend dus. Informatie is bij het toeristenbureau van Amelia te krijgen.
• Het bassin van Castelluccio is een interessant natuurverschijnsel; het water verdwijnt aan de voet van de Monte Ventoloso in de bodem.
• De grotten van Monte Cucco. In Sigillo, 10 km ten noorden van Gualdo Tadino, aan de Via Flaminia, begint een voetpad omhoog. De grotten zijn 20 km lang, de grootste van Italië. Ze zijn alleen voor speleologen op afspraak opengesteld. De Monte Cucco is een populair startpunt voor deltavliegers.
• De bronnen van de Nerakloof. In de diepe kloof in de kalksteen bij Neramontore en Stifone, iets ten zuiden van Narni, kan men bronnen en watervallen bezoeken in een prachtige omgeving.
Bezienswaardige minerale bronnen
Van de vele minerale, geneeskrachtige bronnen van Umbrië zijn het bekendst die van Fontecchio bij Città di Castello, Sangemini tussen Terni en Acquasparta en Amerino in Acquasparta.Bezienswaardige meren in Umbrië
Het Trasimeense Meer, 128 km2 groot, is het grootste van het Italiaanse schiereiland. Het is het laagste deel van een tectonische slenk. In het meer liggen drie eilandjes. Langs de oevers komen in het seizoen veel toeristen; bekende vakantieplaatsen zijn Passignano sul Trasimeno aan de oostkust en Castiglione del Lago aan de westkust. Op het ondiepe meer wordt veel aan watersport en vissen gedaan. Het Piedilucomeer ligt op 365 m boven zeeniveau. De grootste diepte is 19 m. De omgeving is bosrijk. Het Corbarameer, ten oosten van Orvieto, is een door afdamming van de Tiber ontstaan stuwmeer, gelegen in een bosrijke streek. Van het hooggelegen dorp Civitella del Lago heeft men een mooi gezicht op het hele meer.Bezienswaardigheden
Het 4-sterren hotel Milton Romantik is een romantisch hotel gelegen in Lido di Jesolo. Vanaf het moment dat je het hotel binnen stapt...
Villa Galati is een appartementencomplex in Fondachello met slechts 17 appartementen. Het complex ligt op steenworp afstand van het strand en het...
Re Enzo is een middenklasse 3-sterren hotel in Bologna. In dit hotel geniet je van een aangename vakantie. Het hotel wordt gemiddeld beoordeeld...