Perugia

Swipe

Perugia

Deze hoofdstad van Umbrië (144.000 inwoners), zetel van een aartsbisschop en van een oude universiteit, is een van de belangrijkste kunststeden van Midden-Italië. De stad ligt op een langwerpige heuvel, met op het hoogste deel de middeleeuwse stad en lager de moderne wijken. Zij wordt veel door toeristen bezocht; ook is er een universiteit voor buitenlanders, die de Italiaanse taal willen leren of zich in de cultuur willen verdiepen. Voorts is het een belangrijk centrum van handel, ambacht en industrie.

Uit de Etruskische tijd is de Porta d’Augusto (of Porta Etrusco) bewaard gebleven en graven onderaan de heuvel, de Volumni. Uit de middeleeuwen is de bebouwing om het Piazza IV Novembre afkomstig: het Prioripaleis, de Fontana Maggiore en de kathedraal. Uit de renaissancetijd is het Oratorio di San Bernardino; de 20e eeuw heeft imposante nieuwbouw opgeleverd bij het station, de wijk Fonteveggi (architect Aldo Rossi).

Geschiedenis

Perugia was in de 6e eeuw v.C. een vooraanstaande Umbrische stad met zware vestingwerken. In de 1e eeuw v.C. moest zij zich onderwerpen aan Octavianus, die later als keizer Augustus de stad Augusta Perusia noemde.

De grootste bloei maakte Perugia door in de Middeleeuwen, de 13e en 14e eeuw vooral; toen beheerste zij heel Umbrië. In de 13e eeuw werd de universiteit gesticht, een van de oudste van Italië. Na de heerschappij van het geslacht Baglioni moest de stad zich in 1540 onderwerpen aan de paus. Behalve een korte tijd tijdens Napoleon bleef de stad deel uitmaken van de Kerkelijke Staat, tot de Italiaanse eenwording in 1860.

In de 15e eeuw ontstond de befaamde schildersschool van Perugia, met als grootste meesters Pietro Vannucci, bijgenaamd Perugino (1445-1523), die uitmuntte in fijnzinnig-poëtische expressie, en Bernardino di Betto Biagi, bijgenaamd ‘Il Pinturicchio’ (1454-1513), die uitblonk in een levendige en kleurrijke uitbeelding. Hier kreeg Rafaël zijn eerste opleiding als schilder.

Bezienswaardigheden

Van het parkeerterrein kan men per (rol) trap omhoog naar de oude stad bij de Corso Vannucci, de hoofdstraat, die uitkomt op het stadscentrum, het Piazza IV Novembre. Het grootste kunstwerk op dit plein is de Fontana Maggiore (13e eeuw) met beelden en reliëfs van vader Nicola en zoon Giovanni Pisano. Op de onderwand bevinden zich 50 reliëfs met voorstellingen van de maanden, tekens van de dierenriem, de vrije kunsten, het ontstaan van Rome, fabels van Aesopus en scènes uit de bijbel. De 24 beelden langs het bovenbekken, van bijbelse en allegorische figuren en van beroemde tijdgenoten, zijn van Giovanni Pisano, ook zijn van hem de drie bronzen nymfen boven het hoogste bekken. De Pisano’s kregen assistentie van Frà Bevignate en van een waterbouwkundige, de Venetiaan Boninsegna.

De Kathedraal San Lorenzo is gotisch; zij werd tussen 1345 en 1490 gebouwd. De zijkant is naar het Piazza IV Novembre gekeerd. Brede trappen leiden naar de ingang. Rechts is de buitenpreekstoel, waar San Bernardino uit Siena zijn prediking hield. Vóór het gebouw staat het standbeeld van de 16e-eeuwse paus Julius III. De kerk bevat belangrijke kunstwerken, zoals de koorbanken, met inlegwerk van Giuliano da Maiano en Domenico del Tasso (15e eeuw). Het gebouw heeft drie beuken van dezelfde hoogte. Door de met fraaie kasten en fresco’s versierde sacristie komt men in de kloosterhof en zo in het Museo Capitolare, waar Umbrische en Sienese kunst getoond wordt, o.a. van Caporali en Luca Signorelli, verder handschriften en sieraden. Links van de kathedraal is de Loggia di Braccio Fortebraccio uit 1423.

Palazzo dei Priori en Galleria Nazionale dell’Umbria, geopend ma.-za.9-19, zo. 9-13 uur.

Dit gebouw is een van de mooiste gotische wereldlijke gebouwen van Italië. De bouw begon in 1293 door Giacomo di Servadio en Giovanello di Benvenuto; de voltooiing was in 1443. Aan de gevel staan beelden van de Welfische leeuw (pausgezinden) en de griffioen, het stadswapen van Perugia; in hun klauwen houden ze de ketting van de stadspoort van Siena, die in 1358 buitgemaakt werd. Aan de langgerekte zijgevel is een rijk versierd portaal met lunet. Bovenaan de gevel zijn gotische drielingvensters; het dak heeft kantelen.

Door de grote ingang boven de trap komt men in de Sala dei Notari met grote bogen en schilderingen van Pietro Cavallini (eind 13e eeuw). Door de ingang aan de Corso Vannucci bereikt men rechts de Sala del Collegio della Mercanza, waarin gotische houten panelen met schitterend snij- en inlegwerk versierd zijn. (Open: mrt.-okt. 9-13 en 14.30-17.30, za. tot 18.30, nov.-feb. 8-14, wo. en za. 8-17, zo. 9-13 uur).

Op de derde verdieping is het voornaamste museum van Umbrië, de Galleria Nazionale.

Hier wordt een overzicht gegeven van de Umbrische schilderkunst van de 13e tot en met de 18e eeuw; ook is er Toscaans werk, vooral uit Siena. Tot de meesterwerken behoren schilderijen van Duccio, Piero della Francesca, Frà Angelico, Gozzoli, Matteo da Gualdo, Nicolo Alunno en vanzelfsprekend Perugino en Pinturicchio met hun beste werk.

Collegio del Cambio. Iets verder langs de Corso is de toegang, in het Palazzo dei Priori, tot dit geldwisselaarskantoor uit de 15e eeuw. De Sala dell’Udienza del Cambio vormt een hoogtepunt van renaissancekunst. Het houtwerk maakte Antonio da Mercatello, de tribune Domenico del Tasso, de prachtige fresco’s Perugino. Hier zijn zowel taferelen uit de Romeinse oudheid als uit de bijbel weergegeven. Ook is er een zelfportret van Perugino. Het Collegio del Cambio is geopend: mrt.-okt. 9-12.30 en 14.30-17.30, nov.-feb., di-za. 8-14, zo. 9-12.30 uur.

De Corso Vannucci is de gezellige hoofdstraat van de oude stad. Via het Piazza Repubblica bereikt men aan het lage einde het Piazza Italia, met daarachter de Giardino Carducci, van waar men een fantastisch uitzicht heeft over het Valle Umbra.

Aan de Piazza Mateotti ligt het universiteitsgebouw (16e eeuw) en het Palazzo del Capitano del Popolo (15e eeuw), met een mooie portico en balkon.

De Via dei Priori, die bij het Palazzo dei Priori begint, voert door een schilderachtig middeleeuws stadsdeel. Hij komt uit op een plein, waar het Oratorio di San Bernardino staat, met een façade, die een juweel van renaissancekunst vormt, gebeeldhouwd door Agostino di Duccio in 1461. Een sierlijke schare musicerende engelen omgeven de heilige Bernardino. Verder ziet men scènes uit diens leven. Binnen in de sobere kerk dient een 4e-eeuwse sarcofaag als altaar.

Aan de Via Pascoli, onder de portico van een universiteitsgebouw, kan men een groot Romeins mozaïek uit de 2e eeuw bewonderen, afkomstig uit een badhuis. Het stelt Orpheus voor met zijn lier en allerlei dierenfiguren.

In het meest noordelijke deel van de ommuring ligt de oudste kerk van Perugia, de Sant’Angelo, uit de 4e/5e eeuw. Zuilen en altaar zijn gebouwd met fragmenten van een Romeinse tempel en een mijlpaal.

Ten zuiden van het centrum, langs de lager gelegen Corso Cavour, bereikt men de reusachtige San Domenicokerk (14e/17e eeuw) met een enorm glas-in-loodraam uit de 15e eeuw. Het aangrenzende klooster herbergt het Museo Archeologico Nazionale dell’Umbria (open: 9-13.30 en 14.30-19, zo. 9-13 uur). Het bevat Etruskische en Romeinse voorwerpen, zoals asurnen, sarcofagen, beelden, gebruiksvoorwerpen, wapens en sieraden. Ook de prehistorie is goed vertegenwoordigd. De bibliotheek bezit documenten van de 10e eeuw af.

Door de Porta Romana bereikt men de 10e-eeuwse kerk San Pietro met een 15e-eeuwse campanile. De binnenplaats, een mooie kloosterhof, is uit de 17e eeuw. In het gebouw staan 18 antieke zuilen van de oorspronkelijke basiliek; het houten plafond dateert van de 16e eeuw. In het interieur zijn veel mooie schilderijen. Heel bijzonder is de sacristie, waar houtsnijwerk en paneeltjes van Perugino en één van Caravaggio te zien zijn. De koorbanken hebben fraaie intarsiopanelen; het altaar is van kleurig marmer. In de Capella Vibi bevindt zich een marmeren tabernakel van Mino da Fiesole (15e eeuw), in de Capella del Sacramento zijn twee stukken van Vasari, bij het altaar een’Pietà van Perugino.

Perugia

10 prachtige bestemmingen in Perugia en Umbrië