Ngaio Marsh (1899-1982) was een van ’s werelds beroemdste detectiveschrijfsters. Ze bracht haar jeugd door in Christchurch en studeerde aan de Canterbury University School of Art. Marsh werd actrice en vertrok in 1932 naar Engeland. Ze voltooide daar al snel haar eerste detectiveroman met de briljante inspecteur Roderick Alleyn als hoofdfiguur. Ze zou nog vele boeken over deze personage schrijven. Na haar terugkomst in Nieuw-Zeeland, tijdens de Tweede Wereldoorlog, produceerde ze de toneelvoorstellingen Othello en Hamlet van William Shakespeare.

Katherine Mansfield (pseudoniem voor Kathleen Beauchamp) werd op 14 oktober 1888 in Wellington geboren. Ze verliet in 1908 voorgoed haar vaderland om zich in Engeland te vestigen. Vrij snel na haar aankomst trouwde ze met de onderwijzer Bowden, bij wie ze er al de volgende dag vandoor ging. Tien jaar later trad ze in het huwelijk met de criticus John Middleton Murry. Al snel openbaarden zich bij haar de eerste verschijnselen van tuberculose. Deze ziekte sloopte haar lichaam en zorgde ervoor dat ze in 1923 op nog zeer jonge leeftijd overleed. Zij was toen al in veel landen bekend. Er zijn drie bundels met korte verhalen van haar verschenen: In a German Pension, Bliss en The Garden-Party. Een aantal korte verhalen speelt zich af in Nieuw-Zeeland.  

Keri Hulme, woonachtig in Okarito aan de westkust van het Zuidereiland, geniet ook in Nederland grote populariteit. Ze werd in ons land bekend door haar boek Kerewin, waarvoor ze in 1985 werd bekroond met de prestigieuze Booker Prize. Later verscheen ook haar verhalenbundel De windeter.