De veerboot brengt u tot bijna in het centrum van de stad. Het is geen stad met veel bezienswaardigheden, zoals de oude Spaanse steden op het ‘vasteland’. Als u het gemeentelijk historisch museum gezien hebt, weet u bijna alles over de stad en over het eiland. De bestuurszetel is er gevestigd en het kent wat industrie. Buiten de stad zijn marmergroeven en er is cementindustrie. In de stad krijgen de pottenbakkerijen een steeds grotere betekenis. Aan de rand van Nueva Gerona bevindt zich nog een klein museum waar José Martí was ondergebracht, de vroegere El Abra boerderij. Enkele persoonlijke bezittingen zijn bewaard gebleven.

Net buiten de stad staat de modelgevangenis, in 1931 door Machado neergezet om zware criminelen, maar vooral om politieke gevangenen te huisvesten. Het schijnen er nogal wat geweest te zijn, misschien tekenend voor het verzet tegen de dictatuur, want de gevangenis biedt plaats aan 8000 gedetineerden. Het is bekend dat er vaak méér mensen opgesloten zaten. Het gebouw op zich is best interessant. Er zijn allerlei methoden in verwerkt die te maken hadden met de ontwikkeling van gevangenisbouw en de manier waarop gedetineerden ondergebracht zouden kunnen worden. De naam zegt het eigenlijk al: ‘modelgevangenis’, ‘Presidio Modelo’. Het verloor haar functie in 1966, het ziekenhuis van het complex werd, jawel, een museum. Interessant om te bezoeken. De gebouwen zélf zijn niet toegankelijk maar er rondlopend krijgt u een aardige indruk hoe het systeem in elkaar stak.

Wat verder buiten de stad, in de richting van La Fe ligt, nabij Julio Antonio Mella, een groot natuurpark. Het is juist La Fe dat een bezoekje waard is. Vroeger was dit een kuuroord, en van de entourage die bij zo’n oord hoort is veel bewaard gebleven. Het is nog steeds goed toeven in de schaduwrijke lanen en fraaie parken. Ook de bron La Cotorra bevindt zich in dit stadje. De bron is genoemd naar de groene papegaaien die op het eiland voorkomen en waarvan er zich nabij de bron een fors aantal bevinden (gekooid).

De plaatsen die interessant zijn liggen niet dicht bij elkaar. Het eiland rondrijden per auto is een aanrader, mits men rekening houdt met de niet altijd even goed geplaveide wegen. Als men naar de zuidelijke kant van het eiland gaat passeert men, tussen Julio Antonio Mella en Playa Larga het Ciénaga de Lanier, een moerasachtig gebied, berucht om zijn vele muskieten. Het zuidelijke gebied was in vroeger dagen hierdoor een tamelijk onbereikbaar deel van het eiland. Bij Cayo Piedra kan men links in de richting van Punta del Este, een must voor elke eiland bezoeker.

De kuststreek tussen Punta del Este en Cocodrilo is vrijwel onbewoond, maar van een overweldigende schoonheid. In de omgeving vindt men ook de beroemde grotten waar de Ciboney hun rotstekeningen achterlieten. De schilderingen zijn ongeveer 3000 jaar oud en werden pas in 1922 voor het eerst serieus bekeken door Fernando Ortíz. Hij ontdekte daarbij een grot waarin lang geleden een soort tempel moet zijn geweest. Hij noemde deze naar een kapel in het Vaticaan: de Sixtijnse Kapel. In de grot zijn meer dan 200 rotstekeningen ontdekt. Van vele is de betekenis nog een raadsel.

Watersportliefhebbers vinden op het eiland alles wat hun hartje begeert. De riffen voor de kust maken snorkelen en duiken tot een bijzonder genot. Vanuit Hotel Colony, het best geoutilleerde duikershotel op Cuba met zélfs een eigen decompressieruimte gelegen nabij Siguanea, worden tochten georganiseerd naar het zuidwestelijk gelegen Punta El Cayuelo, ongetwijfeld Cuba’s meest ideale plek voor scuba duikers.

Cayo Largo is een eilandje dat oostelijk ligt van het Isla de la Juventud. Het verdient aparte vermelding, niet alleen vanwege de grote aantallen vogels die er huizen. Het is pas vanaf 1980 toegankelijk gemaakt voor toeristen, maar de aantallen worden in de hand gehouden. De vogelstand en de op het eiland levende leguanen probeert men zo goed mogelijk in stand te houden.

Van Playa Sirena zegt men dat dát de mooiste kuststrook is die men op Cuba aantreft. U kunt dat het beste zélf beoordelen. Een andere bekende playa is de Playa Tortuga. Men kweekt er zeeschildpadden. Als u er een paar dagen wilt blijven is bespreking vooraf meestal noodzakelijk. De hotels op het eiland zijn van alle gemakken voorzien.

Vanaf Cayo Largo kunnen tochtjes worden gemaakt naar omliggende onbewoonde eilanden die de natuur- en vogelliefhebber alles bieden wat die verlangen. Het eiland is eveneens per boot en per vliegtuig te bereiken. Het heeft een internationaal vliegveld dat charters ontvangt uit Europa en Canada. Natuurlijk is het ook mogelijk om er vanaf Havana of vanaf het Isla de la Juventud te komen. Er worden zelfs dagtochten vanuit Varadero georganiseerd, die meestal de schitterende Playa Sirena als bestemming hebben. Er zijn twee bijzonderheden over dit strand te vermelden. In afwijking van de Cubaanse wetgeving mag hier topless gezond worden. Op het strand wordt dat extra aantrekkelijk doordat het zand, door zijn bijzondere samenstelling, niet te warm wordt.