Campanië

Swipe

Geschiedenis

Oudheid

Nadat in de 14e eeuw v.C. Grieken uit het Mykeense rijk Zuid-Italië bezochten om handel te drijven stichtten de Feniciërs vanuit het oosten van de Middellandse Zee rond 1000 v.C. handelsposten. De machtige Fenicische kolonie Carthago aan de Afrikaanse kust, gesticht in 814 v.C., zette in de 7e eeuw deze activiteit voort. Grootscheepse kolonisatie door de Grieken in Zuid-Italië en Sicilië vond plaats tussen 750 en 550 v.C. In Campanië waren Kym (Cuma), Neapolis (Napels) en Poseidonia (Paestum) de belangrijkste. Oorzaken van deze kolonisatie waren de bevolkingsgroei in de Griekse steden, politieke en sociale conflicten in de moedersteden en zin in avontuur. Men nam zeden en cultuur van de moederstad mee. De nieuwe nederzettingen waren zowel handelsposten als agrarische kolonies. Het hele Griekse gebied in Zuid-Italië en Sicilië onder de verzamelnaam Magna Graecia werd steeds welvarender.

Romeinen

In de 4e eeuw v.C. veroverden de Romeinen heel Campanië; in 328 v.C. viel Napels in hun handen. Toen zij verder tegen de Grieken in het zuiden optrokken, riepen dezen koning Pyrrhus van Epirus te hulp. Na een aantal Pyrrhusoverwinningen werd hij verslagen bij Beneventum in 275 v.C.; met de val van Taranto, na een lang beleg, was geheel Zuid-Italië Romeins gebied geworden. Tijdens de Tweede Punische oorlog tussen Rome en Carthago (218-201 v.C.) werd de status quo verstoord door de vermetele inval van de Carthaagse veldheer Hannibal, die met een leger vanuit Spanje over de Alpen Italië binnenviel. Na enkele overwinningen op de Romeinse legers bevrijdde hij de meeste Griekse steden en maakte hen tot bondgenoten. Hij kon echter de stad Rome zelf niet aanvallen en kreeg ook onvoldoende steun uit Carthago. De Romeinse generaal Scipio versloeg uiteindelijk de Carthagers bij Zama in hun eigen gebied. De Griekse steden moesten zwaar boeten voor hun steun aan Hannibal; veel van hun kunst werd naar Rome versleept en het was gedaan met hun rijkdom. Het zo dicht bij Rome gelegen Campanië werd een geliefkoosd verblijfsoord voor rijke Romeinen, die er weelderige villa’s bouwden. In latere tijd had keizer Augustus een villa op Capri en zijn opvolger Tiberius woonde zelfs bij voorkeur op dat eiland. Pompei was een welvarende stad, tot het in 79 na C. door de grote uitbarsting van de Vesuvius onder hete as werd bedolven.

Middeleeuwen

Door de grote volksverhuizingen ging het West-Romeinse rijk in 476 ten onder. In de eeuwen daarna werd Italië overheerst door verschillende volkeren, zoals de Ostrogoten onder Theodorik in het begin van de 6e eeuw en de Longobarden, die later die eeuw een groot deel van het schiereiland veroverden. In de 8e eeuw viel Italië in handen van de Franken onder Karel de Grote. De Arabieren (Saracenen) veroverden intussen Sicilië (831) en Bari (840) en voerden plundertochten uit op de kuststreken. Diverse steden verklaarden zich onafhankelijk, zoals de Campanische havenstad Amalfi. Deze stad bracht het in de 9e en 10e eeuw tot een zelfstandige republiek, toen de stad tot grote bloei en welvaart was gekomen door handel over zee. Intussen werd Campanië, verzwakt en verscheurd, een gemakkelijke prooi voor nieuwe vreemde heersers, de Noormannen, die van hun basis Aversa uit hun macht uitbreidden over Capua en Salerno (1077) en ten slotte ook over Napels (1139).

Wisselende heersers

Na het uitsterven van de Normandische dynastie aan het eind van de 12e eeuw kwam Zuid-Italië in handen van de dynastie van de Hohenstaufen. De voornaamste heerser was Friedrich II (1197-1250). Hij stelde wetgeving vast met de constitutie van Melfi. Friedrich bevorderde aan zijn hof kunst en wetenschap en stichtte in Napels een universiteit. Zijn interesse in rationele wetenschap en klassieke kunst deden hem kennen als een voorloper van de Renaissance. Snel na zijn dood werd het gebied veroverd door Carlo I van Anjou, een broer van de Franse koning Louis X. Hij maakte Napels tot hoofdstad. Hij poogde zijn rijk uit te breiden door kostbare veldtochten. In Palermo brak een opstand uit tegen de hoge belastingen die daarvoor nodig waren, de ‘Siciliaanse vespers’, waarbij de Fransen gedood of verjaagd werden.

Door jarenlange onderlinge strijd bij de Anjous kon Alfonso van Aragon in 1442 Napels veroveren, waardoor het huis Aragon ging heersen over heel Zuid-Italië en Sicilië.

Nieuwe geschiedenis

Via het bestuur van Aragon kwam het gebied vanaf 1500 in handen van de Spaanse kroon. Na het uitsterven van de dynastie en de daaropvolgende Spaanse Successieoorlog werden Napels en Sardinië bij de Vrede van Utrecht in 1713 aan Oostenrijk toegewezen. Maar in 1734 werd Carlos l III van de Spaanse tak van de Bourbons heerser van het koninkrijk Napels, dat voor het eerst in 230 jaar weer een eigen dynastie had. De Bourbons Karel III (1734-1759) was een verlicht vorst: met hulp van zijn Toscaanse minister Tanucci schafte hij veel privileges van clerus en adel af. Zijn opvolger Fernando IV verbond zich na de Franse Revolutie in 1793 met Engeland en kon op die manier na de Napoleontische tijd terugkeren als koning der Beide Siciliën. Het strakke conservatieve bewind van de autoritaire Bourbons riep veel verzet op.

Enkele opstanden konden nog onderdrukt worden maar toen Giuseppe Garibaldi in 1860 met 1000 revolutionairen landde kon hij snel oprukken en Napels veroveren. Dat was de laatste stap tot de eenheid van Italië. Na de val van Napels werd de Italiaanse eenheidsstaat uitgeroepen onder koning Vittorio Emanuele II van het huis van het Noord-Italiaanse staatje Savoye.

10 prachtige bestemmingen in Campanië