Een stukje naar het westen staat de barokke Kapucijnenkerk Kostol Kapucínov die dateert uit 1717. Nog iets noordelijker, aan het Mierové Námestí staat in rococostijl het Grassalkovic Paleis (Grassalkovic Palác). De voorzitter van de Hongaarse Koninklijke Kamer, vorst Anton Grassalkovic, gaf in 1760 de opdracht tot de bouw van deze zomerresidentie. De mooie zandstenen beelden langs de trap stellen de zomer, de lente, David en Salomon voor. In de tuin van het paleis staat de fontein 'levensvreugd'. De lindebloesem in het midden van de fontein is het symbool van de Slaven. Op het plein voor het paleis staat een beeld van de Griekse godin Diana.

Joseph Haydn is op het paleis te gast geweest. In 1772 gaf hij hier met zijn orkest een concert. Ruim honderd jaar later steeg hier de eerste helikopter ter wereld op. De uitvinder was de Slowaak Jan Bahyl. Tegenwoordig is het paleis de residentie van de president van Slowakije.

Nog verder van het stadscentrum verwijderd, aan de straat Somolického, is het voormalige woonhuis van de schrijver Janko Jesensky (1874-1945) te vinden. Het huis is nu als museum ingericht.

Eveneens buiten het oude stadscentrum, een stuk noordoostelijker, staat het Zomerpaleis Aspremont (Aspremontov Letny Palác) uit de tweede helft van de achttiende eeuw. Het was de zomerresidentie van de graven van Aspremont. Ook hier heeft Joseph Haydn een aantal concerten gegeven.

Op een heuvel aan de noordwestkant, een flink stuk uit het centrum, staat het Slavín Monument. Het bouwwerk is al van verre zichtbaar. Het werd in 1960 onthuld, 15 jaar nadat de stad van de Duitse overheersing werd bevrijd. Aan de voet van de heuvel, in de straat Mišikova, staat op nummer 46 het woonhuis van de in 1992 overleden Alexander Dubcek.

Aan beide kanten van het centrum ligt een historische begraafplaats. Aan de westkant bij de Kozia poort (Šulekova Ulice) en aan de oostkant de Andreasbegraafplaats (Ondrejsky Cintorín, Ulice 29 augusta).