Bezienswaardigheden
De Santo Tomás-kerk werd in de koloniale periode rond 1540 gebouwd aan de oostkant van de plaza. De witte façade domineert het marktplein. De kerk heeft van 1976 tot en met 1982 restauratiewerkzaamheden ondergaan, omdat de façade van de kerk in 1976 als gevolg van de aardbeving beschadigd was. Deze kerk is door de dominicanen gebouwd op ruïnes van een Maya-tempel; de offersteen op de derde trede van de trap naar de kerk is hier een overblijfsel van. De chuchkajaus branden op de trappen en op een stenen platform copal (wierook), dat ook wel pom genoemd wordt en er als kleine kooltjes uitziet. In de blikken wierookbrander waarmee ze zwaaien, wordt estoraque, een andere harsachtige wierook, gebrand. Op marktdagen verkopen vrouwen felgekleurde lelies die als offer in de kerk worden gebruikt.
De kerk heeft een ruim, maar donker interieur en maakt een armoedige indruk; de altaarstukken zijn van beroet hout en zilver, versierd met vage schilderingen en heiligenbeelden.
Het indrukwekkendste van de kerk zijn de ceremonies die plaatsvinden bij lage houten podiums in het middenpad van de kerk.
De belangrijkste ceremonies zijn:
1., de algemene ceremonie van Acción de Gracias;
2., de herdenking van de doden (het bedanken van de voorouders voor wat ze gedaan hebben);
3., de ceremonie voor de teruggave van verloren geld;
4., de ceremonie voor de bevrijding van de eigen slechte gedachten;
5., het vergiffenis vragen voordat je aan iets nieuws begint;
6., de aanroeping van de nahual (het dier van het lot);
7., de inwijding van een chuchkajau;
8., gebed voor het gunstig stemmen van de godenen
9., ceremonie voor bescherming tegen jaloezie, genezing van zieken en het straffen van een dief. De chuchkajau betreedt met zijn cliënt de trappen van de kerk en brandt daar wierook als offer. Vervolgens vraagt hij bij de kerkdeur permissie om de kerk te betreden nadat hij de beschermgeesten van de kerk het doel van zijn missie heeft verteld. Bij het hek van het hoofdaltaar en bij verschillende podiums, die verbonden zijn met een bepaalde groep voorouders, worden gebeden opgezegd. Aan de geesten van de voorouders worden dennenaalden, bloemen, kaarsen en sterke drank geofferd. Door middel van de juiste gebeden roept de chuchkajau de natuurgoden, een bepaalde heilige of de zielen van de overledene aan. Bezoekers van de kerk moeten deze binnengaan aan de zijkant via het klooster en zich niet op de trappen begeven, vanwege het ritueel dat daar plaatsvindt. Het is bijzonder ergerlijk dat vele toeristen zich hier niet aan houden en uitgebreid op de trappen gaan zitten. Ook mag in de kerk niet gefotografeerd worden! De mis op zondag begint om 8.00 uur en wordt begeleid door leden van de cofradías die naast het altaar zitten. De mis duurt ongeveer tot half tien. Het klooster rechts van de kerk wordt tegenwoordig gebruikt als kerkbureau. Aan het begin van de 18e eeuw ontdekte de Spaanse priester Francisco Ximénez in de kerkelijke archieven het manuscript van de Popol Vuh, het heilige boek van de Quichés. Het kan ook zijn geweest dat de Indianen hem dit manuscript toonden, omdat zij hem vertrouwden. Hij leerde de Quiché-taal, kopieerde het manuscript en vertaalde het in het Spaans. Dit exemplaar is nu te zien in de Newberry bibliotheek in Chicago en wordt beschouwd als het origineel. Dit heilige boek bestaat uit twee delen waarvan het eerste deel een soort bijbel is dat drie scheppingsverhalen bevat. Hierin wordt de mens geschapen uit maïs na eerdere mislukte pogingen met hout en klei. Tevens vertelt dit deel van drie wereldrampen en van de daden van een goddelijke tweeling Huhnapú en Ixbalanqué, die de wereld bevrijdt van het kwaad. Na hun offerdood veranderen zij in zon en maan en daarmee begint de geschiedenis van de mensheid. Het tweede deel beschrijft de omzwervingen van de voorvaderen van het Quiché-volk, die vanuit het Tolteekse deel van Mexico naar het huidige Guatemala kwamen. Ook de oorlogen worden beschreven en de oprichting van een machtig koninkrijk tot aan hun onderwerping aan de Spanjaarden. De Popol Vuh (boek van de raad) is een van de belangrijkste bronnen van de Maya-cultuur. We krijgen een idee van de oude Indiaanse gedachtewereld die tegelijkertijd vreemd en verwant is. Een vertaling in het Nederlands is verschenen bij uitgeverij Ankh-Hermes (zie Literatuur). De Capilla del Calvario is de kapel aan de westkant van de plaza recht tegenover de Santo Tomás-kerk. Steile trappen leiden naar een plein voor de kerk, waar eveneens rituelen plaatsvinden en op een stenen platform wierook gebrand wordt. In de kerk bevindt zich een Christusbeeld in een glazen kist. Een altaarstuk heeft als thema het lijden van Christus. De kerk wordt vooral voor ceremonies tijdens Pasen gebruikt. De ingang van het museum, dat zich aan de zuidkant van de plaza bevindt, is nauwelijks zichtbaar tussen de kraampjes. Dit Museo Arquelógico y Colección de Jade bevat de jadecollectie van pater Ildefonso Rossbach, die als accountant in 1894 naar Guatemala kwam en in de Verenigde Staten voor priester had gestudeerd. Hij bleef hier tot zijn dood op 74-jarige leeftijd in 1944. Je kunt er naast jaden voorwerpen ook beeldjes van ander materiaal en wierookbranders zien. De meeste objecten zijn in het Quiché-departement gevonden. Het is jammer dat de voorwerpen geen onderschriften met uitleg hebben en dat er slechte verlichting is. Men is nu bezig met verbouwingen en restauratie. Deze collectie verdient een mooie opstelling en enige toelichting. Het museum is geopend op di., wo., vr. en za. van 8.00-12.00 en van 14.00-16.00 uur en do. van 8.00-16.00 uur en zo. van 8.00-12.00 uur. De begraafplaats Campo Santo (‘heilige grond’) bereik je door het straatje waaraan Hotel Mayan Inn ligt heuvelafwaarts in te lopen. In de grafkapellen in de vorm van pastelkleurige huisjes liggen de doden van de rijkere families, terwijl de meeste Indianen in witgekalkte heuvels van aarde met daarop een houten of stenen kruis begraven zijn. In hun doodskist krijgen ze vaak persoonlijke bezittingen en eten en drinken mee voor het hiernamaals. Wat achteraan ligt het gele grafmonument van pater Rossbach. Vanaf de begraafplaats heb je een mooi uitzicht op het dorp en het is er heerlijk rustig behalve op Allerheiligen/Allerzielen (1 en 2 november), als de families komen om de doden te herdenken. Zij zitten dan met meegebrachte etenswaren en drank rond het graf en maken door middel van gebeden, liederen en offers contact met de dode. Pascual Abaj of Turkaj is een heiligdom dat bestaat uit een offerplaats met een stenen beeld van de vruchtbaarheidsgod. Het ligt op een heuveltop zo’n 2 km buiten het stadje. Deze beelden vertegenwoordigen de natuurlijke krachten in de kosmos. Het heiligdom bestaat uit een rechtopstaande steen met een menselijk gezicht omgeven door andere stenen en wierookbranders. Rond het beeld liggen bloembladeren; er worden kaarsen en wierook gebrand en soms offert men een kip. Vanaf de heuveltop heb je een mooi uitzicht op Chichicastenango en omgeving. In 1957 werd het heiligdom het mikpunt van orthodoxe katholieken (catequistas) die dit ‘heidense’ beeld trachtten te vernietigen, maar het is nu opgeknapt en versterkt met gewapend beton. Om Pascual Abaj te bereiken volg je de straat die langs de Santo Tomás-kerk loopt in zuidelijke richting. Bij de eerste kruising sla je rechtsaf en je volgt deze weg die heuvelafwaarts het stadje uit loopt. Vervolgens zie je een bordje en sla je linksaf; je loopt door een milpa (maïsveld) zodat je op het erf van de moreria van de familie Ignacio komt met een maskermakerij en een kostuumatelier. Soms loopt een aantal kinderen gekostumeerd rond en voert een dansje op voor de toeristen. Je kunt de maskers bekijken en eventueel iets kopen. Een smal paadje loopt door het bos de heuvel op naar het heiligdom. Kinderen wijzen je vaak de weg hiernaartoe tegen een kleine vergoeding (Q1). Fiestas vinden plaats op de naamdag van de heiligen. Tijdens iedere fiesta wordt vuurwerk afgestoken en degenen die hiervoor verantwoordelijk zijn, hebben hun eigen beschermheilige die Tzijolaj heet. Deze kleine ruiter te paard, die door een van de leden van de broederschap gedragen wordt, zou Sint-Jacobus, de boodschapper van de goden, kunnen zijn. Toen tijdens de verovering de Spanjaarden op paarden verschenen, werden zij door de inheemse bevolking gezien als goden. Sint-Jacobus was tevens de beschermheilige van de Spaanse veroveraars. Traditionele dansen worden tijdens de belangrijkste feesten opgevoerd waarbij alleen mannen zich hullen in kostuums en maskers dragen. Uitvoerige trainingen gaan aan deze opvoeringen vooraf. De belangrijkste fiesta in Chichicastenango is het feest van Santo Tomás, dat op 17 december begint en het hoogtepunt bereikt op 21 december. Alle cofradías nemen hieraan deel. Er worden dansen opgevoerd, er zijn processies en het zijn de belangrijkste marktdagen van het jaar. De cultus van Santo Tomás is belangrijk, aangezien vele pelgrims en boetelingen offers willen brengen voor hun persoonlijke verzoeken. Hierna zijn de feesten van San José (19 maart) en San Sebastián (20 januari) het belangrijkste. De cofradías van deze heiligen worden samen met die van Santo Tomás ‘de eigenaren’ van de nederzetting genoemd. Andere fiestas zijn: de Heilige Week (Pasen), de kerstdagen, Allerheiligen/Allerzielen (1 en 2 november), het oktober-oogstfestival, Sacramentsdag en de naamdagen van de heiligen van de cofradías waarvan 20 januari, 19 maart en 24 juni de belangrijkste zijn.
1., de algemene ceremonie van Acción de Gracias;
2., de herdenking van de doden (het bedanken van de voorouders voor wat ze gedaan hebben);
3., de ceremonie voor de teruggave van verloren geld;
4., de ceremonie voor de bevrijding van de eigen slechte gedachten;
5., het vergiffenis vragen voordat je aan iets nieuws begint;
6., de aanroeping van de nahual (het dier van het lot);
7., de inwijding van een chuchkajau;
8., gebed voor het gunstig stemmen van de godenen
9., ceremonie voor bescherming tegen jaloezie, genezing van zieken en het straffen van een dief. De chuchkajau betreedt met zijn cliënt de trappen van de kerk en brandt daar wierook als offer. Vervolgens vraagt hij bij de kerkdeur permissie om de kerk te betreden nadat hij de beschermgeesten van de kerk het doel van zijn missie heeft verteld. Bij het hek van het hoofdaltaar en bij verschillende podiums, die verbonden zijn met een bepaalde groep voorouders, worden gebeden opgezegd. Aan de geesten van de voorouders worden dennenaalden, bloemen, kaarsen en sterke drank geofferd. Door middel van de juiste gebeden roept de chuchkajau de natuurgoden, een bepaalde heilige of de zielen van de overledene aan. Bezoekers van de kerk moeten deze binnengaan aan de zijkant via het klooster en zich niet op de trappen begeven, vanwege het ritueel dat daar plaatsvindt. Het is bijzonder ergerlijk dat vele toeristen zich hier niet aan houden en uitgebreid op de trappen gaan zitten. Ook mag in de kerk niet gefotografeerd worden! De mis op zondag begint om 8.00 uur en wordt begeleid door leden van de cofradías die naast het altaar zitten. De mis duurt ongeveer tot half tien. Het klooster rechts van de kerk wordt tegenwoordig gebruikt als kerkbureau. Aan het begin van de 18e eeuw ontdekte de Spaanse priester Francisco Ximénez in de kerkelijke archieven het manuscript van de Popol Vuh, het heilige boek van de Quichés. Het kan ook zijn geweest dat de Indianen hem dit manuscript toonden, omdat zij hem vertrouwden. Hij leerde de Quiché-taal, kopieerde het manuscript en vertaalde het in het Spaans. Dit exemplaar is nu te zien in de Newberry bibliotheek in Chicago en wordt beschouwd als het origineel. Dit heilige boek bestaat uit twee delen waarvan het eerste deel een soort bijbel is dat drie scheppingsverhalen bevat. Hierin wordt de mens geschapen uit maïs na eerdere mislukte pogingen met hout en klei. Tevens vertelt dit deel van drie wereldrampen en van de daden van een goddelijke tweeling Huhnapú en Ixbalanqué, die de wereld bevrijdt van het kwaad. Na hun offerdood veranderen zij in zon en maan en daarmee begint de geschiedenis van de mensheid. Het tweede deel beschrijft de omzwervingen van de voorvaderen van het Quiché-volk, die vanuit het Tolteekse deel van Mexico naar het huidige Guatemala kwamen. Ook de oorlogen worden beschreven en de oprichting van een machtig koninkrijk tot aan hun onderwerping aan de Spanjaarden. De Popol Vuh (boek van de raad) is een van de belangrijkste bronnen van de Maya-cultuur. We krijgen een idee van de oude Indiaanse gedachtewereld die tegelijkertijd vreemd en verwant is. Een vertaling in het Nederlands is verschenen bij uitgeverij Ankh-Hermes (zie Literatuur). De Capilla del Calvario is de kapel aan de westkant van de plaza recht tegenover de Santo Tomás-kerk. Steile trappen leiden naar een plein voor de kerk, waar eveneens rituelen plaatsvinden en op een stenen platform wierook gebrand wordt. In de kerk bevindt zich een Christusbeeld in een glazen kist. Een altaarstuk heeft als thema het lijden van Christus. De kerk wordt vooral voor ceremonies tijdens Pasen gebruikt. De ingang van het museum, dat zich aan de zuidkant van de plaza bevindt, is nauwelijks zichtbaar tussen de kraampjes. Dit Museo Arquelógico y Colección de Jade bevat de jadecollectie van pater Ildefonso Rossbach, die als accountant in 1894 naar Guatemala kwam en in de Verenigde Staten voor priester had gestudeerd. Hij bleef hier tot zijn dood op 74-jarige leeftijd in 1944. Je kunt er naast jaden voorwerpen ook beeldjes van ander materiaal en wierookbranders zien. De meeste objecten zijn in het Quiché-departement gevonden. Het is jammer dat de voorwerpen geen onderschriften met uitleg hebben en dat er slechte verlichting is. Men is nu bezig met verbouwingen en restauratie. Deze collectie verdient een mooie opstelling en enige toelichting. Het museum is geopend op di., wo., vr. en za. van 8.00-12.00 en van 14.00-16.00 uur en do. van 8.00-16.00 uur en zo. van 8.00-12.00 uur. De begraafplaats Campo Santo (‘heilige grond’) bereik je door het straatje waaraan Hotel Mayan Inn ligt heuvelafwaarts in te lopen. In de grafkapellen in de vorm van pastelkleurige huisjes liggen de doden van de rijkere families, terwijl de meeste Indianen in witgekalkte heuvels van aarde met daarop een houten of stenen kruis begraven zijn. In hun doodskist krijgen ze vaak persoonlijke bezittingen en eten en drinken mee voor het hiernamaals. Wat achteraan ligt het gele grafmonument van pater Rossbach. Vanaf de begraafplaats heb je een mooi uitzicht op het dorp en het is er heerlijk rustig behalve op Allerheiligen/Allerzielen (1 en 2 november), als de families komen om de doden te herdenken. Zij zitten dan met meegebrachte etenswaren en drank rond het graf en maken door middel van gebeden, liederen en offers contact met de dode. Pascual Abaj of Turkaj is een heiligdom dat bestaat uit een offerplaats met een stenen beeld van de vruchtbaarheidsgod. Het ligt op een heuveltop zo’n 2 km buiten het stadje. Deze beelden vertegenwoordigen de natuurlijke krachten in de kosmos. Het heiligdom bestaat uit een rechtopstaande steen met een menselijk gezicht omgeven door andere stenen en wierookbranders. Rond het beeld liggen bloembladeren; er worden kaarsen en wierook gebrand en soms offert men een kip. Vanaf de heuveltop heb je een mooi uitzicht op Chichicastenango en omgeving. In 1957 werd het heiligdom het mikpunt van orthodoxe katholieken (catequistas) die dit ‘heidense’ beeld trachtten te vernietigen, maar het is nu opgeknapt en versterkt met gewapend beton. Om Pascual Abaj te bereiken volg je de straat die langs de Santo Tomás-kerk loopt in zuidelijke richting. Bij de eerste kruising sla je rechtsaf en je volgt deze weg die heuvelafwaarts het stadje uit loopt. Vervolgens zie je een bordje en sla je linksaf; je loopt door een milpa (maïsveld) zodat je op het erf van de moreria van de familie Ignacio komt met een maskermakerij en een kostuumatelier. Soms loopt een aantal kinderen gekostumeerd rond en voert een dansje op voor de toeristen. Je kunt de maskers bekijken en eventueel iets kopen. Een smal paadje loopt door het bos de heuvel op naar het heiligdom. Kinderen wijzen je vaak de weg hiernaartoe tegen een kleine vergoeding (Q1). Fiestas vinden plaats op de naamdag van de heiligen. Tijdens iedere fiesta wordt vuurwerk afgestoken en degenen die hiervoor verantwoordelijk zijn, hebben hun eigen beschermheilige die Tzijolaj heet. Deze kleine ruiter te paard, die door een van de leden van de broederschap gedragen wordt, zou Sint-Jacobus, de boodschapper van de goden, kunnen zijn. Toen tijdens de verovering de Spanjaarden op paarden verschenen, werden zij door de inheemse bevolking gezien als goden. Sint-Jacobus was tevens de beschermheilige van de Spaanse veroveraars. Traditionele dansen worden tijdens de belangrijkste feesten opgevoerd waarbij alleen mannen zich hullen in kostuums en maskers dragen. Uitvoerige trainingen gaan aan deze opvoeringen vooraf. De belangrijkste fiesta in Chichicastenango is het feest van Santo Tomás, dat op 17 december begint en het hoogtepunt bereikt op 21 december. Alle cofradías nemen hieraan deel. Er worden dansen opgevoerd, er zijn processies en het zijn de belangrijkste marktdagen van het jaar. De cultus van Santo Tomás is belangrijk, aangezien vele pelgrims en boetelingen offers willen brengen voor hun persoonlijke verzoeken. Hierna zijn de feesten van San José (19 maart) en San Sebastián (20 januari) het belangrijkste. De cofradías van deze heiligen worden samen met die van Santo Tomás ‘de eigenaren’ van de nederzetting genoemd. Andere fiestas zijn: de Heilige Week (Pasen), de kerstdagen, Allerheiligen/Allerzielen (1 en 2 november), het oktober-oogstfestival, Sacramentsdag en de naamdagen van de heiligen van de cofradías waarvan 20 januari, 19 maart en 24 juni de belangrijkste zijn.
Chichicastenango
Rondreizen-Hotel
Beleef deze zeer indrukwekkende rondreis die door Mexico, Guatemala en Honduras voert en onder andere de hoogtepunten Chichén Itzá, Tikal en Copán aandoet! In...
Rondreizen
Tijdens deze rondreis door Costa Rica, Nicaragua, El Salvador, Honduras, Belize en Guatemala beleef je de geheel eigen sfeer van zes landen...
Familiereis-Tweepersoonskamer
Dit is een familiereis voor gezinnen met kinderen tot 19 jaar. Tijdens deze afwisselende Mexico en Guatemala rondreis kom je niet alleen...