De zuidkust, Costiera Amalfitana
Vanaf Vietri bij Salerno rijden de Italianen met grote behendigheid en rust langs alle fraaie stadjes aan deze beroemde kust. Bij het afdalen door Vietri ziet men al een van de typische kenmerken van deze kust, een kerk met een glanzende kleurige majolicakoepel. Verder rijdend vallen de vele oude torens van grijze steen op die opin zee uitstekende rotspunten staan. Dit zijn de ‘Torre Saraceni’, gebouwd in de vroege middeleeuwen als uitkijkpunten tegen de veelvuldige overvallen van Arabische zeerovers in de 8e en 9e eeuw. Nu bereiden ze bezoekers een vriendelijker ontvangst als restaurant of hotel.
De eerste plaats van enige importantie is Maiori. Er zijn weinig interessante bezienswaardigheden, maar de stad biedt vele mogelijkheden als verblijfsplaats en uitvalsbasis voor de rest van de kust vanwege de aanwezigheid van talrijke hotels en restaurants en een breed zandstrand. Hoog in de heuvels is het 13e-eeuwse Castello di San Nicola de Thoroplano zichtbaar dat Maiori bescherming bood. Nu is het een leuk doelwit voor een inspannende wandeling.
Een baai verderop ligt het -uiteraard- iets kleinere Minori, dat dezelfde toeristische functies heeft als haar grote broer. Als extraatje heeft het in de Villa Romana een belangrijke getuige van het feit dat de Romeinse adel in de oudheid hier gaar rust zochten. De villa toont nog een triclinium en schitterende mozaïeken. Vlak bij de haven staat de Basilica de Santa Trofimena uit de 12e eeuw. 15 km verder ligt Amalfi, een van de beroemdste verblijfs- en badplaatsen van Italië vanwege het mooie landschap en het milde klimaat. Het is een elegante kleine stad met witte huizen, die trapsgewijs tegen een steile helling zijn gebouwd. Amalfi was de oudste zeerepubliek van Italië; zij werd gesticht in 839 en sinds het einde van de 9e eeuw bestuurd door een doge. Amalfi beleefde in de 10e en 11e eeuw haar grootste bloei en was toen een rivaal van Pisa en Genova. De Tavole Amalfitane vormen het oudste zeerecht ter wereld; met deze wetten werd de scheepvaart op de Middellandse Zee geregeld. Amalfi claimt ook het papier in Europa te hebben geïntroduceerd. De republiek dreef handel met de havens in het oosten, zoals Byzantium en Alexandrië. De scheepswerven bouwden galeien met plaats voor 120 roeiers, de grootste van die tijd. Met de vloot van Amalfi werden veel kruisvaarders vervoerd. Om in de stad te komen dient vanaf de haven nog steeds een poort te worden gepasseerd. Onmiddellijk daarachter is de Piazza Duomo, een schilderachtig pleintje, waarop de barokke Fontein van Sant’Andrea staat. Hoge en brede trappen voeren naar de Duomo die de stad domineert. De kerk werd gebouwd in de 9e eeuw, maar het huidige aanzien van de veelkleurige voorgevel dateert uit omstreeks 1200. De Arabisch-Normandische stijl is duidelijk herkenbaar. Het middenportaal onder het gotische atrium heeft een bronzen deur, in 1066 gemaakt in Byzantium. Links staat de toren uit 1180-1276, met een Arabische bekroning van torentjes en vervlochten stenen bogen.
De toegang tot het complex is naast het linker gedeelte van het atrium van de dom. Je komt dan eerst in het Chiostro del Paradiso. Deze kloostergang werd in 1266-68 gebouwd en diende als begraafplaats van edelen uit Amalfi. De galerij heeft dubbele zuilen, die bogen dragen met vlechtwerk in Arabische stijl; er staan Romeinse sarcofagen uit de 2e eeuw en er zijn twee middeleeuwse kapelletjes. Daarnaast staat de basiliek die uit 596 stamt. Nu dient deze eerste kathedraal als museumruimte. De voornaamste bezienswaardigheden zijn een bisschopsmijter en een kelk in goud met edelstenen, beide uit de 13e eeuw. In de crypte onder de nieuwe kerk uit de 12e eeuw bevinden zich de overblijfselen van de discipel Andreas die hier in 1208 vanuit Byzantium werden overgebracht. Op de kristallen ampul van de reliekkist verschijnt elk jaar, precies op de naamdag van de heilige, een laagje vocht, dat tot grote verering aanleiding geeft. De grote kathedraal, oorspronkelijk romaans, is in het begin van de 18e eeuw in barok herbouwd. Vlak bij het koor vallen twee granieten Romeinse zuilen uit Paestum op. Vanaf de Piazza Duomo gaat de brede hoofdstraat als Via Capuana verder landinwaarts. Zij wordt geflankeerd door talrijke winkels en restaurants. De prullaria in de souvenirshops zijn heel gevarieerd: Mussolini-schorten, Berlusconi-koppen en erotische lingerie. Schaduwrijke arcaden maken het wandelen aangenaam. Trapsteegjes voeren omhoog tot waar de huidige Amalfitanen tegen de hellingen aan hun woningen hebben.
Uiteindelijk gaat de weg door de Valle dei Mulini, langs rustieke huizen en tuinen. De watervallen voeden de oudste papierfabrieken van Europa, die nog steeds in gebruik zijn. Er is een klein papiermuseum in een 13e-eeuwse molen. Op de Piazza Flavio Gioia, buiten de poort aan zee, staat een standbeeld van deze burger van Amalfi, die vermoedelijk de uitvinder was van het kompas. Aan het begin van de straat naar Positano rijdt men onder het Arsenaal van de republiek door, twee vleugels op zuilen.
Aan de Corso Roma staat het stadhuis, waarin het kleine Museo Civico is gevestigd. Hier worden de beroemde Tavole Amalfitane bewaard, de oude zeewetten, die tot in de 17e eeuw op de Middellandse Zee van kracht bleven. De voortzetting van de Corso Roma heet Via Amendola. Aan het einde daarvan staat weer een oude verdedigingstoren. Daarvoor is het Hotel Luna, een voormalig klooster met een sierlijke kloostergang uit de 13e eeuw, met enkele en dubbele zuilen. Een andere middeleeuwse kloostergang met gevlochten bogen bevindt zich bij het ex-klooster, nu Hotel Cappuccini. Van de loggia heeft men een uniek gezicht op stad en kust. In Atrani, 1 km terug richting Salerno, schilderachtig gelegen aan een kleine inham, loodrecht boven zee, woonden vroeger de edelen van Amalfi. Nu is het plaatsje bekend van het aardewerk. De kerk San Salvatore de’ Bireto was de uitverkoren kerk van de doge van Amalfi. Hier vonden de verkiezingen van de stadsleiders plaats en werden de doges geïnaugureerd. De kerk heeft een bronzen deur uit Byzantium uit 1087 en een koorhek uit de 12e eeuw. Vanuit Atrani voert een sterk stijgende weg over 5 km naar het landinwaarts gelegen Ravello. Dit is een betoverend, rustig stadje op een terras hoog boven zee. Ravello’s bloeitijd was tussen de 11e en 13e eeuw, door handel op Sicilië en de Oriënt. Van de vroegere welvaart getuigen nog de diverse wereldlijke en religieuze gebouwen in Arabisch-Siciliaanse stijl. Veel gebouwen hebben portalen met antieke zuilen. Het unieke van Ravello is echter de sfeer, in samenhang met de historie, de monumenten, de rijke vegetatie en de rustige panoramische ligging. Omdat Richard Wagner hier heeft gecomponeerd worden ‘s zomers Wagner-concerten gegeven in de tuin van de Villa Rufolo. In de jaren vijftig werden in Ravello veel films opgenomen met sterren als Humphrey Bogart. Op het centrale plein, Piazza Vescovado, staat de dom uit 1086. De kerk heeft een eenvoudige façade met biforen en een marmeren portaal, afgesloten door een kostbare bronzen deur, gemaakt door Barisano da Trani in 1179. De mooie toren met grote biforen en bekroond met gevlochten bogen stamt uit de 13e eeuw. De preekstoel op gedraaide pilaren, geheel met mozaïek en reliëfs bedekt, is een werk van Nicola da Foggia uit 1272. De kleinere preekstoel links met inlegwerk en mozaïek is nog ouder, daterend uit ca. 1130.
Rechts van de dom is de tuin van de Villa Rufolo met exotische planten. De ingang is in een 14e-eeuwse toren; op de begane grond is een zaal met een mooi Arabisch-Siciliaans plafond. De villa zelf is uit de 13e eeuw en ook Arabisch-Siciliaans van stijl. Opmerkelijk is de binnenplaats als een kloosterhof, met galerijen op zuiltjes, rijk versierd met polychroom inlegwerk. Van het terras heeft men een schitterend uitzicht op de kust. De kerk San Giovanni del Toro uit de 12e eeuw is te bereiken van het plein links van de dom omhoog langs een belvedère. De kerk heeft 3 hoge apsissen en een koepel met gevlochten bogen. Binnen zijn antieke zuilen en een prachtige preekstoel uit de 12e eeuw, met mozaïek en majolica. De Villa Cimbrone wordt bereikt van het plein bij de dom in 10 minuten naar het zuiden, over de pittoreske Via San Francesco, langs de elegante San Francescokerk met kloostergang en de 17e-eeuwse Santa Chiara. Aan het einde van het pad, op de uiterste punt van het plateau van Ravello, is de fameuze Belvedère Cimbrone. Van hier heeft men een prachtig uitzicht op de Costiera Amalfitana. Vanuit Amalfi gaat de kustweg verder naar Positano. Na 6 km is de Grotta dello Smeraldo, zo genoemd vanwege de smaragden kleur van de zandbodem. De grot is via land te bereiken. Positano is een oud stadje aan een mooie inham met pastelkleurige huizen, pittoresk terrasgewijs tegen de helling gebouwd, zodat het lijkt alsof ze boven op elkaar zijn gebouwd. Typisch voor de architectuur van de huizen zijn de koepeldaken, vaak met een portiek. Boven het strand staat de kerk Santa Maria Assunta, ook hier weer met een grote veelkleurige majolicakoepel boven een sobere gevel in Renaissance-stijl. Op het hoofdaltaar is een Byzantijns tableau uit de 13e eeuw. De toren heeft een middeleeuws bas-reliëf. Onder deze kerk zijn kort geleden de resten gevonden van een Romeinse villa. De fresco’s stralen nog met alle kleuren van 2000 jaar geleden. Vlak ernaast liggen de resten van een begraafplaats. Boven Positano, aan de straat naar Sorrento, is een belvedère, van waar men kan genieten van een prachtig uitzicht op Positano met de bergen en de kust erachter. Het stadje heeft veel kleine kunst-, aardewerk- en modewinkels. Voor het stadje ligt een leuk klein strand. Een trap van 1700 treden brengt u naar Nocelle. Hier begint het Sentiero degli Dei, het pad der goden, met prachtige vergezichten over de hele kust en de zee. Het loopt tot het dorpje Pianillo. Ver westwaarts zijn drie rotseilandjes voor de kust te zien. Ze staan bekend als Li Galli en werden in de oudheid beschouwd als de verblijfplaats van de Sirenen. Deze mythische dames verleidden vele zeelieden met hun gezang zodanig dat hun schepen op de rotsen vergingen. Waarschijnlijk is de mythe ontstaan als een waarschuwing voor schepen om niet te dicht bij de rotsachtige kust te komen.
Een baai verderop ligt het -uiteraard- iets kleinere Minori, dat dezelfde toeristische functies heeft als haar grote broer. Als extraatje heeft het in de Villa Romana een belangrijke getuige van het feit dat de Romeinse adel in de oudheid hier gaar rust zochten. De villa toont nog een triclinium en schitterende mozaïeken. Vlak bij de haven staat de Basilica de Santa Trofimena uit de 12e eeuw. 15 km verder ligt Amalfi, een van de beroemdste verblijfs- en badplaatsen van Italië vanwege het mooie landschap en het milde klimaat. Het is een elegante kleine stad met witte huizen, die trapsgewijs tegen een steile helling zijn gebouwd. Amalfi was de oudste zeerepubliek van Italië; zij werd gesticht in 839 en sinds het einde van de 9e eeuw bestuurd door een doge. Amalfi beleefde in de 10e en 11e eeuw haar grootste bloei en was toen een rivaal van Pisa en Genova. De Tavole Amalfitane vormen het oudste zeerecht ter wereld; met deze wetten werd de scheepvaart op de Middellandse Zee geregeld. Amalfi claimt ook het papier in Europa te hebben geïntroduceerd. De republiek dreef handel met de havens in het oosten, zoals Byzantium en Alexandrië. De scheepswerven bouwden galeien met plaats voor 120 roeiers, de grootste van die tijd. Met de vloot van Amalfi werden veel kruisvaarders vervoerd. Om in de stad te komen dient vanaf de haven nog steeds een poort te worden gepasseerd. Onmiddellijk daarachter is de Piazza Duomo, een schilderachtig pleintje, waarop de barokke Fontein van Sant’Andrea staat. Hoge en brede trappen voeren naar de Duomo die de stad domineert. De kerk werd gebouwd in de 9e eeuw, maar het huidige aanzien van de veelkleurige voorgevel dateert uit omstreeks 1200. De Arabisch-Normandische stijl is duidelijk herkenbaar. Het middenportaal onder het gotische atrium heeft een bronzen deur, in 1066 gemaakt in Byzantium. Links staat de toren uit 1180-1276, met een Arabische bekroning van torentjes en vervlochten stenen bogen.
De toegang tot het complex is naast het linker gedeelte van het atrium van de dom. Je komt dan eerst in het Chiostro del Paradiso. Deze kloostergang werd in 1266-68 gebouwd en diende als begraafplaats van edelen uit Amalfi. De galerij heeft dubbele zuilen, die bogen dragen met vlechtwerk in Arabische stijl; er staan Romeinse sarcofagen uit de 2e eeuw en er zijn twee middeleeuwse kapelletjes. Daarnaast staat de basiliek die uit 596 stamt. Nu dient deze eerste kathedraal als museumruimte. De voornaamste bezienswaardigheden zijn een bisschopsmijter en een kelk in goud met edelstenen, beide uit de 13e eeuw. In de crypte onder de nieuwe kerk uit de 12e eeuw bevinden zich de overblijfselen van de discipel Andreas die hier in 1208 vanuit Byzantium werden overgebracht. Op de kristallen ampul van de reliekkist verschijnt elk jaar, precies op de naamdag van de heilige, een laagje vocht, dat tot grote verering aanleiding geeft. De grote kathedraal, oorspronkelijk romaans, is in het begin van de 18e eeuw in barok herbouwd. Vlak bij het koor vallen twee granieten Romeinse zuilen uit Paestum op. Vanaf de Piazza Duomo gaat de brede hoofdstraat als Via Capuana verder landinwaarts. Zij wordt geflankeerd door talrijke winkels en restaurants. De prullaria in de souvenirshops zijn heel gevarieerd: Mussolini-schorten, Berlusconi-koppen en erotische lingerie. Schaduwrijke arcaden maken het wandelen aangenaam. Trapsteegjes voeren omhoog tot waar de huidige Amalfitanen tegen de hellingen aan hun woningen hebben.
Uiteindelijk gaat de weg door de Valle dei Mulini, langs rustieke huizen en tuinen. De watervallen voeden de oudste papierfabrieken van Europa, die nog steeds in gebruik zijn. Er is een klein papiermuseum in een 13e-eeuwse molen. Op de Piazza Flavio Gioia, buiten de poort aan zee, staat een standbeeld van deze burger van Amalfi, die vermoedelijk de uitvinder was van het kompas. Aan het begin van de straat naar Positano rijdt men onder het Arsenaal van de republiek door, twee vleugels op zuilen.
Aan de Corso Roma staat het stadhuis, waarin het kleine Museo Civico is gevestigd. Hier worden de beroemde Tavole Amalfitane bewaard, de oude zeewetten, die tot in de 17e eeuw op de Middellandse Zee van kracht bleven. De voortzetting van de Corso Roma heet Via Amendola. Aan het einde daarvan staat weer een oude verdedigingstoren. Daarvoor is het Hotel Luna, een voormalig klooster met een sierlijke kloostergang uit de 13e eeuw, met enkele en dubbele zuilen. Een andere middeleeuwse kloostergang met gevlochten bogen bevindt zich bij het ex-klooster, nu Hotel Cappuccini. Van de loggia heeft men een uniek gezicht op stad en kust. In Atrani, 1 km terug richting Salerno, schilderachtig gelegen aan een kleine inham, loodrecht boven zee, woonden vroeger de edelen van Amalfi. Nu is het plaatsje bekend van het aardewerk. De kerk San Salvatore de’ Bireto was de uitverkoren kerk van de doge van Amalfi. Hier vonden de verkiezingen van de stadsleiders plaats en werden de doges geïnaugureerd. De kerk heeft een bronzen deur uit Byzantium uit 1087 en een koorhek uit de 12e eeuw. Vanuit Atrani voert een sterk stijgende weg over 5 km naar het landinwaarts gelegen Ravello. Dit is een betoverend, rustig stadje op een terras hoog boven zee. Ravello’s bloeitijd was tussen de 11e en 13e eeuw, door handel op Sicilië en de Oriënt. Van de vroegere welvaart getuigen nog de diverse wereldlijke en religieuze gebouwen in Arabisch-Siciliaanse stijl. Veel gebouwen hebben portalen met antieke zuilen. Het unieke van Ravello is echter de sfeer, in samenhang met de historie, de monumenten, de rijke vegetatie en de rustige panoramische ligging. Omdat Richard Wagner hier heeft gecomponeerd worden ‘s zomers Wagner-concerten gegeven in de tuin van de Villa Rufolo. In de jaren vijftig werden in Ravello veel films opgenomen met sterren als Humphrey Bogart. Op het centrale plein, Piazza Vescovado, staat de dom uit 1086. De kerk heeft een eenvoudige façade met biforen en een marmeren portaal, afgesloten door een kostbare bronzen deur, gemaakt door Barisano da Trani in 1179. De mooie toren met grote biforen en bekroond met gevlochten bogen stamt uit de 13e eeuw. De preekstoel op gedraaide pilaren, geheel met mozaïek en reliëfs bedekt, is een werk van Nicola da Foggia uit 1272. De kleinere preekstoel links met inlegwerk en mozaïek is nog ouder, daterend uit ca. 1130.
Rechts van de dom is de tuin van de Villa Rufolo met exotische planten. De ingang is in een 14e-eeuwse toren; op de begane grond is een zaal met een mooi Arabisch-Siciliaans plafond. De villa zelf is uit de 13e eeuw en ook Arabisch-Siciliaans van stijl. Opmerkelijk is de binnenplaats als een kloosterhof, met galerijen op zuiltjes, rijk versierd met polychroom inlegwerk. Van het terras heeft men een schitterend uitzicht op de kust. De kerk San Giovanni del Toro uit de 12e eeuw is te bereiken van het plein links van de dom omhoog langs een belvedère. De kerk heeft 3 hoge apsissen en een koepel met gevlochten bogen. Binnen zijn antieke zuilen en een prachtige preekstoel uit de 12e eeuw, met mozaïek en majolica. De Villa Cimbrone wordt bereikt van het plein bij de dom in 10 minuten naar het zuiden, over de pittoreske Via San Francesco, langs de elegante San Francescokerk met kloostergang en de 17e-eeuwse Santa Chiara. Aan het einde van het pad, op de uiterste punt van het plateau van Ravello, is de fameuze Belvedère Cimbrone. Van hier heeft men een prachtig uitzicht op de Costiera Amalfitana. Vanuit Amalfi gaat de kustweg verder naar Positano. Na 6 km is de Grotta dello Smeraldo, zo genoemd vanwege de smaragden kleur van de zandbodem. De grot is via land te bereiken. Positano is een oud stadje aan een mooie inham met pastelkleurige huizen, pittoresk terrasgewijs tegen de helling gebouwd, zodat het lijkt alsof ze boven op elkaar zijn gebouwd. Typisch voor de architectuur van de huizen zijn de koepeldaken, vaak met een portiek. Boven het strand staat de kerk Santa Maria Assunta, ook hier weer met een grote veelkleurige majolicakoepel boven een sobere gevel in Renaissance-stijl. Op het hoofdaltaar is een Byzantijns tableau uit de 13e eeuw. De toren heeft een middeleeuws bas-reliëf. Onder deze kerk zijn kort geleden de resten gevonden van een Romeinse villa. De fresco’s stralen nog met alle kleuren van 2000 jaar geleden. Vlak ernaast liggen de resten van een begraafplaats. Boven Positano, aan de straat naar Sorrento, is een belvedère, van waar men kan genieten van een prachtig uitzicht op Positano met de bergen en de kust erachter. Het stadje heeft veel kleine kunst-, aardewerk- en modewinkels. Voor het stadje ligt een leuk klein strand. Een trap van 1700 treden brengt u naar Nocelle. Hier begint het Sentiero degli Dei, het pad der goden, met prachtige vergezichten over de hele kust en de zee. Het loopt tot het dorpje Pianillo. Ver westwaarts zijn drie rotseilandjes voor de kust te zien. Ze staan bekend als Li Galli en werden in de oudheid beschouwd als de verblijfplaats van de Sirenen. Deze mythische dames verleidden vele zeelieden met hun gezang zodanig dat hun schepen op de rotsen vergingen. Waarschijnlijk is de mythe ontstaan als een waarschuwing voor schepen om niet te dicht bij de rotsachtige kust te komen.