Frastanz
Het waren de Romeinen die Frastanz (510 m) op de kaart zetten. Het is bijna zijn gehele geschiedenis in afwisselend bezit geweest maar de Habsburgers hebben er meer sporen nagelaten dan de Duitse heren. Ook hier hebben de graven van Montfort hun stempel gedrukt op het gehele gebied. Op hun initiatief werd in 1258 de burcht Frastafeders gebouwd waarmee ze de toen belangrijke weg over de Sarajoch konden controleren. Wie de burcht aanvankelijk bewoonde is nog steeds niet duidelijk. Men weet dat Graaf Rudolf II (von Werdenberg-Sargans) rond 1317 de burcht in bruikleen gaf aan ridder Ulrich Tum von Neuburg. De burcht was geen lang leven beschoren, reeds in 1344 werd het kasteel door de graven van Montfort-Feldkirch verwoest.
In 1499 vond in de nabijheid van Frastanz een van de bloedigste veldslagen plaats uit de Schwabische oorlog. Van de bijna 9000 soldaten die eraan deelnamen verloren er 3000 het leven.
Gedurende de Napoleontische tijd behoorde het stadje, zoals zovele andere steden en dorpen in Vorarlberg, bij Beieren, in 1814 kwam het weer bij Oostenrijk. Het maakte overigens al sind 1861, bij de totstandkoming van Vorarlberg, deel uit van deze provincie wat toen nog een zelfstandig gebied was. In 1910 werd de damwand gebouwd in de Frastanzer Ried waardoor het stuwmeer gevormd werd. Na de Tweede Wereldoorlog bleef ook Franstanz, tot 1955, onder Frans toezicht.
Een uitstapje naar de marktgemeente Frastanz is voor de liefhebber de moeite waard. De gotische parochiekerk uit 1885, gewijd aan St. Sulpitius wordt alom geroemd vanwege de fraaie architectuur.
Wil je iets meer weten over het boeddhisme dan kom je bij het klooster Letzehof terecht, het eerste boeddhistische klooster van Oostenrijk, in Frastanz gevestigd sinds 1983.
Heel bijzonder is de Vorarlberger Museumswelt. Het bestaat uit een aantal musea die in één gebied bij elkaar gebracht zijn op het terrein van een vroegere textielfabriek. Je vindt er het reddingsmuseum, het foto- en filmmuseum, het tabaksmuseum, een museum dat een groot aantal gramofoonspelers en -platen voor je verzameld heeft, het jachtmuseum, het Vorarlberger Elektromuseum en het in 2013 aan het complex toegevoegde brandweermuseum. Hoewel het allemaal nog niet naar de zin van het bestuur is (en zeker nog niet comleet in hun ogen) moet het toch wel vreemd lopen als je er niets van je interesse vindt.