Het noordoosten

Swipe

Andritsena, Vasses en Olympia

Karitena – Andritsena – Vasses – Kopanaki – Perivolia – Nea Figalia – Zacharo – afslag naar Krestena – Archea Olympia – (Linaria,Tripiti, Kallithea) of (Krestena, Kallithea) – Andritsena (circa 100 km)

De route begint in Karitena waarover bij route 13 al het een en ander is gezegd. Een mooie bergweg kronkelt met links de begeleiding van de berg Likeo naar Andritsena, een langzamerhand befaamd herdersdorp, hooggelegen met op het dorpsplein fraaie oude huizen met balkons en eeuwig ruisende bomen, waarvan er een getooid is met een kraan, die alle terraszitters van water kan voorzien. Restaurants kennen het toerisme al, souvenirwinkeltjes puilen uit en ook de verkoper van aardewerken kruiken in alle maten en vormen, stalt zijn waar uit. Andritsena is een aangenaam, pittoresk dorp, een goed uitgangspunt voor verkenning van de omgeving.

Een tiental kilometers zuidelijker ligt de beroemde tempel van Vasses (Bassaï), die, om verdere aftakeling te voorkomen, in een reusachtige tent is gewikkeld. Binnen kunt u de zuilen bewonderen, maar het blijft, – hoe noodzakelijk ook – een oplossing die een totaalbeeld onmogelijk maakt. In een eenzame omgeving in de bergen met slechts enkele huisjes voor de suppoosten ligt daar deze meest gave tempel: 6 Dorische zuilen aan de gevelzijden, 15 aan de zijkanten. Binnen stonden ook de oudste Korinthische zuilen. De ingang ligt aan de zijkant, waarschijnlijk om het beeld van de godheid Apollo beter te verlichten. Afwijkend is eveneens de noord-zuidligging. De tempel is gebouwd door Iktinos, die ook het Parthenon in Athene heeft ontworpen. De opdracht voor de bouw is gegeven door inwoners van Figalia, als dank aan Apollo Epikouriou (= helper), dat ze niet ten offer waren gevallen aan een pestepidemie (450 voor Chr.).

De tempel is in de 18e eeuw door een Fransman ontdekt; in de 19e eeuw hebben de Britten een systematisch onderzoek gedaan. De tempelversieringen zijn dan ook in het Brits museum in Londen te zien (!). Te zien was de strijd van Herakles tegen de Amazonen.

Deze mooiste tempel van het land is vanaf de weg onzichtbaar. Plotseling staat de bezoeker ervoor en komt onwillekeurig onder de indruk van het bouwwerk en de omringende machtige bergen.

Het volgende dorp is Perivolia met het oude Figalia iets zuidelijker. Bij de laatste plaats zijn nog overblijfselen van de antieke muren te zien. Hier stroomt ook de rivier de Neda, waar een begaanbare kloof de volhoudende voetganger ten slotte bij enkele watervallen brengt; de rivier gaat daarna ondergronds en werd vroeger dan ook gezien als een toegang tot de onderwereld. Inwoners van Figalia aanbaden hier de Zwarte Demeter, een godin met een paardenhoofd.

De route naar de kust loopt van Perivolia via Nea Figalia naar Lepreo en Taxiarches.

De kustweg naar het noorden loopt langs goede stranden die niet altijd eenvoudig zijn te bereiken. Goede mogelijkheden bieden: Kalo Nero in het zuiden, Neohori en Kakovatos. Ook bij de grotere plaats Zacharo ligt een breed strand. De faciliteiten zijn meestentijds simpel.

De afslag naar Krestena voert terug naar Andritsena. Krestena zelf is een lang dorp, dat een goed startpunt is voor het verkennen van deze omgeving (Olympia, Andritsena, Vasses, Lousios-kloof).

Archea Olympia

Via het aardige Krestena, vanwaar een mooie weg naar Andritsena leidt, is ook Olympia bereikbaar, dat waarschijnlijk een van de beroemdste plaatsen van Griekenland is. Meer dan een millennium was het een religieus en sportief centrum. En nog steeds worden de Olympische Spelen georganiseerd, nog steeds komen sportlieden uit alle landen bijeen om zich met elkaar te meten en nog steeds wordt het olympische vuur in het oude Olympia ontstoken.

Het moderne Olympia is een bijzonder druk dorp, dat geheel in het teken van het toerisme staat, met ontelbare souvenirwinkeltjes, terrasjes en logeergelegenheden.

Geschiedenis en mythe

Bij de Kronosheuvel, genoemd naar de voor-Griekse god van de hemel Kronos, ligt het antieke Olympia. Volgens de mythen zou de held Herakles ter ere van zijn vader Zeus, zoon van Kronos, de Olympische Spelen hebben ingevoerd. Deze werden genoemd naar de Olympos-berg waar Zeus troonde. Ook Pelops zou hier geregeerd hebben, nadat hij door een bedrieglijke wedstrijd wagenrennen de toenmalige koning had verslagen en zo diens dochter hebben verworven.

Vereerd werden hier Pelops, de vorst, Zeus en Hera als belangrijkste goden. Deze verering vond plaats in het heilige gebied, de Altis, eens afgebakend door Herakles, later stevig ommuurd. Het gebied ligt in een schitterende omgeving: boomrijk, tegen de Kronosheuvel aan en bespoeld door de Kladeos- en de Alfiosrivier, die eeuwen later na een aardbeving het terrein overspoelden en met meters slib bedekten. In 1875 zijn de systematische opgravingen begonnen, die nog steeds voortduren.

In 776 voor Chr. vonden hier de eerste spelen plaats. De regels waaraan men zich te houden had, zouden door de Spartaanse wetgever Lykourgos zijn opgesteld.

Men begrijpe goed dat hier sprake was van een religieuze plechtigheid ter ere van Zeus. Naast het brengen van offers die ’s nachts in juli bij volle maan plaatsvonden, waren er eveneens ter ere van de oppergod de wedstrijden. Tijdens de spelen was elke oorlogshandeling verboden (Sparta was verantwoordelijk voor de handhaving ervan). Iedereen die belangrijk was, hetzij op sport- hetzij op politiek gebied kwam naar Olympia, ook vanuit de koloniën. De sport was belangrijk, echter ook de politieke gesprekken achter de coulissen waren van eminent belang.

Oorspronkelijk duurden de spelen één dag, later een week. Er waren scheidsrechters die moesten toezien dat er geen slaven deelnamen, dat men goed was geoefend en dat er eerlijk werd gestreden. De deelnemers legden dan ook een eed af.

De diverse onderdelen waren: verspringen, hardlopen (de startstreep is nog zichtbaar in het stadion), discuswerpen, speerwerpen en worstelen. Later kwam daar vrij worstelen bij (alles was toegestaan, behalve bijten). Wedrennen met twee- en vierspannen werden ter ere van Pelops gehouden.

De winnaars werden geëerd met kransen van olijftakken; een terugkeer in de plaats van herkomst betekende een zegetocht. Soms kreeg men zijn leven lang gratis voedsel, soms werd een beeld opgericht en ook werden er poëtische werken aan hen gewijd. De winnaar had eveneens het recht een standbeeld te doen oprichten op de heilige grond van Olympia als hij driemaal had gewonnen.

In 385 na Chr. werden de spelen door de Romeinse keizer Theodosius I verboden, zijnde ‘heidens’.

Voordat dit gebeurde waren de spelen echter al langere tijd gedenatureerd: godsdienstige tradities werden veronachtzaamd, edele wedkampen kwamen minder voor, beroepssporters gingen deelnemen, persoonsverheerlijking nam hand over hand toe (beelden van Romeinse keizers werden tentoongesteld). Zelfs keizer Nero nam deel aan de wedstrijden. Men liet hem winnen. Het olympische gevoel verdween en vulgair vermaak kwam op.

In 1896 nam de Franse baron De Coubertin het initiatief de spelen te doen herleven. Dat gebeurde de eerste keer in Athene en sedertdien op vele andere plaatsen. Voor De Coubertin is aan de weg naar Tripoli een gedenkteken opgericht, waarin ook zijn hart wordt bewaard.

De Grieken hebben al gedurende jaren het terechte voorstel gedaan de spelen van de nieuwe tijd steeds in Griekenland te organiseren.

De opgravingen

Vanaf het oude museum kan men het opgravingsgebied lopend bereiken. Een ritje per ezel is soms eveneens mogelijk. Openingstijden dagelijks: 08.00-19.00 uur.

1., Naast de ingang lag het gymnasion, het oefenterrein voor de atleten. Van de zuilenhallen die eens het terrein omringden zijn nog resten te zien (2e eeuw voor Chr.). In de naaste omgeving stroomt de Kladeos.

2., Aan één zijde wordt het gymnasion begrensd door een stoa. Links zien we resten van muren die het heilige gebied omgaven. Hierbinnen liggen alle heiligdommen met religieuze betekenis. Zeus sprak hier voorheen door het ruisen van de bomen. De muren vormen in het zuiden een rechte hoek. In het noorden werd het gebied begrensd door de Kronosheuvel, in het oosten door de z.g. Echo-hal.

3., De resten van de Altis-muren zijn nog goed te zien.

<class=""image-right"" height=""150"" width=""200"">4., Palaistra, de boks- en worstelschool. Er zijn nog enkele fundamenten, enige zuilen zijn opnieuw opgericht. In het midden werd geworsteld, terwijl achter zuilenrijen kleed- en massageruimten lagen, waar de sportlieden met olie werden ingesmeerd.

5., Het priesterhuis, waar de opperpriesters vertoefden, die de offers verzorgden (5e eeuw voor Chr.).

6., Het heroën, een heldenmonument dat oorspronkelijk een badinrichting was met zweetbad en zweetkamer in tholosvorm. Daarachter, in de richting van de Kladeos was een openluchtbad met stenen zitkuipen en nog meer naar de Kladeos toe lag het oudste openluchtbad van het land (5e eeuw voor Chr.).

7., De werkplaats van de befaamde beeldhouwer Phidias, die het enorme beeld van de oppergod voor de Zeustempel heeft gemaakt (430 voor Chr.). Dit atelier is als dat van Phidias geïdentificeerd door de vondst van een kleimodel van het beeld, van werktuigen en van een kan met het opschrift ‘eigendom van Phidias’.

8., Het leonidaion, het gastenhuis, gebouwd door de architect Leonidas. Resten van Ionische zuilen zijn teruggevonden. Dit grootste gebouw van het heiligdom had een atrium met fonteinen en gazons eromheen. Hier waren de logeerkamers van de hoogste gasten, o.a. vertegenwoordigers van de Romeinse keizer.

9., Het bouleuterion, het raadhuis, twee gebouwen met een hof, waar de deelnemers bijeenkwamen om de olympische eed af te leggen.

10., De zuidelijke hal.

11., De Echo-hal, zo genoemd om zijn zevenvoudige echo. Eens stonden er 44 Dorische zuilen. Aan de zuidkant ervan lag de toegang tot de renbaan, aan de noordzijde die tot het stadion. Voor de hal de sokkels voor wijgeschenken.

12., Het stadion, de arena, het strijdperk, een hardloopbaan van circa 192 m lengte. De scheidsrechters zaten op de zuidelijke wal, op de noordwal zat de enige vrouw die hier mocht komen, de priesteres van Demeter. De stenen platen zijn de start- en finishstrepen. Ze hebben afzetgleuven, er konden 20 atleten tegelijk starten. Oorspronkelijk was de finish vlak voor de Zeustempel. Men bereikt het stadion door een gang met een poort. Zuidelijk ervan lag het hippodroom, waar de wagenrennen werden gehouden.

13., De restanten van schathuizen in de vorm van eenvoudige tempels (5e?eeuw voor Chr.). Voor de schathuizen een trap uit de 4e eeuw voor Chr. Deze waren betaald door sportlieden die de regels hadden overtreden en op deze manier boete deden. En daar weer voor stenen sokkels waarop eens bronzen beelden van Zeus hebben gestaan.

14., Het metroön, de moeder-tempel met Dorische zuilen (4e eeuw voor Chr.), gewijd aan de moedergodin Rhea, echtgenote van Kronos en moeder van Zeus. Later werden hier beelden van Romeinse keizers vereerd.

15., Het exedra van Herodes Atticus een rijk koopman uit Athene die in het jaar AD 160 een halfronde muur met nissen liet bouwen, waarin beelden van keizers en van zijn eigen familie werden geplaatst. Het geheel was een drinkwatervoorziening voor de atleten: waterspuwers deponeerden het vocht in een groot waterbekken. Aan weerszijden stonden siertempels met (deels weer opgerichte) Korinthische zuilen.

16., Hera-tempel (Heraion), de oudste tempel van dit opgravingsgebied (7e en 6e eeuw voor Chr.). Het was een Dorische tempel die aan Hera en Zeus was gewijd. Het beroemde beeld van Hermes, vervaardigd door Praxiteles stond in deze tempel.

17., Prytaneion. Het huis van de burgemeester die het eeuwige vuur in het gebouw moest bewaken. In het noordelijke deel was een eetzaal, bestemd voor gasten en winnaars van wedstrijden. Hier werd ook de olijftak uitgereikt. Het eeuwige vuur was gewijd aan Hestia, godin van het haardvuur. De olympische vlam van de moderne spelen herinnert nog aan het klassieke, eeuwige vuur.

18., Philippeion, monument van koning Philippos II van Macedonië: een ronde tempel met Ionische en Korinthische zuilen. Onderbouw en fundamenten zijn nog aanwezig. De gehele Macedonische familie was hier in beelden vertegenwoordigd. In 324 voor Chr. werd Alexander de Grote hier tot godheid verklaard.

19., Pelopion, monument voor Pelops tussen Hera- en Zeustempel. Het was een heuveltje met een vijfhoekige ommuring. Dat zou het graf van Pelops zijn. Vondsten in de naaste omgeving duiden op een hoge ouderdom (1500 voor Chr.). Slechts geringe resten zijn bewaard.

20., Zeus-tempel, ook in geruïneerde staat nog een indrukwekkend bouwwerk, 64 bij 27 m, met de door een aardbeving in de 6e eeuw na Chr. omgeworpen zuilen, waarvan de reusachtige trommels en kapitelen overal verspreid liggen. Oorspronkelijk had de tempel 6 zuilen aan elke gevelkant en 13 zuilen aan elke zijkant. Ze waren meer dan 10 meter hoog. De frontonversieringen zijn bijna gaaf teruggevonden en worden nu in het museum getoond. Eén fronton beeldt de voorbereidingen uit van de legendarische wagenren tussen Pelops en koning Oinomaos om de hand van de koningsdochter Hippodameia, de andere beeldt de strijd uit tussen Lapithen en Kentauren. Het fries van de cella (hoofdruimte) beeldt de werken van Herakles uit.
Het interieur was verdeeld in een voorhal, met een bronzen deur naar de hoofdruimte en een achterhal. Donkere vlekken op de vloer geven de plaats aan van het beroemde Zeus-beeld, gemaakt door Phidias. Het was een der zeven wereldwonderen.

21., De basis van een Nike-beeld (overwinningsgodin) gemaakt door Paionios (420 voor Chr.). Voor de ingang van de tempel ziet men nog de sokkels van beelden in brons van de overwinnaars van de wedstrijden. Dat gebeurde pas als iemand driemaal had gewonnen. Als overwinnaar kreeg hij ook de olijftak, afgesneden van de heilige olijfboom, die zuidwestelijk van de Zeus-tempel groeide. Deze tak mocht alleen worden afgesneden door een jongen, wiens beide ouders nog leefden. De prijs werd voor de tempel tentoongesteld. Belangrijk was het afroepen van de namen van de winnaars in de Echo-hal. Zevenvoudig werd de atleet dan geëerd.

In het (nieuwe) museum (geopend di. tot en met zo. 08.00-19.00 uur) zijn onder meer de volgende vondsten te bezichtigen:

Het oostelijke fronton van de Zeus-tempel, de wedren van Pelops en Oinomaos. In het midden Zeus als scheidsrechter met links Pelops, de koningsdochter en de paarden. Rechts de koning en zijn vrouw en zijn span paarden. Links en rechts liggende figuren, die de rivieren de Kladeos en de Alfios verbeelden.

Het westelijke fronton, de strijd van Lapithen en Kentauren. De laatsten waren tijdens een bruiloft van de Lapithenkoning met ene Hippodameia zo dronken geworden, dat zij de Lapithische vrouwen lastig vielen. Op het fronton in het midden Apollo als scheidsrechter, links Theseus, een vriend van de bruidegom en rechts de bruidegom zelf. Het is vervaardigd tussen 470 en 450 voor Chr. door een of meer onbekende kunstenaars.

De twaalf werken van Herakles die eens in de tempel waren geplaatst.

Het beroemde beeld van Hermes met het kind Dionysos (?) op de arm van Praxiteles. Het beeld is fraai van proporties. Enkele geleerden menen dat het niet gaat om een origineel, maar om een Romeinse kopie.

De befaamde groep in terracotta: Zeus ontvoert Ganymedes. De laatste was een schone jongeling die door de oppergod naar de Olympos werd gebracht om daar de functie van schenker op zich te nemen.

Het Nike-beeld van Paionios, eens votiefgeschenk van de Messeniërs die hun overwinning op de Spartanen aan de hulp van Zeus toeschreven.

Ten slotte, de helm van de veldheer Miltiades die de Perzen in 490 voor Chr. versloeg, is hier eveneens aanwezig.

10 prachtige bestemmingen in Andritsena, Vasses en Olympia en Peloponnesos