Reeds eeuwen voordat de Spanjaarden op de Filippijnen arriveerden was Manila een belangrijke nederzetting waar zeelieden uit China, Borneo, Java, Sumatra, Malakka en andere delen van Zuidoost-Azië hun waren kwamen verhandelen. De oorspronkelijke naam Maynilad schijnt afgeleid te zijn van de mangroveplant Scyphiphora hydrophyllacea die in de lokale dialecten wordt aangeduid met de naam ‘nilar’ of ‘nilad’. Het voorvoegsel ‘may’ geeft de plaats aan waar de plant groeit (‘daar is hij’).
De Spaanse veroveraar Legazpi stuurde op 8 mei 1570 Martin de Goita met een expeditieleger van circa 600 Filipino’s en 120 Spanjaarden vanaf het eiland Panay op weg naar Maynilad. Op 24 mei 1570 raakte het expeditieleger slaags met de bewoners die er na een ongelijke strijd de voorkeur aan gaven te vluchten. Goita slaagde er niet in vrede te sluiten met de gevluchte Filippijnse moslims en hun leider Rajah Sulayman en keerde terug naar Panay. In 1571 bezochten de Spanjaarden de plaats opnieuw, nu onder aanvoering van Legazpi zelf. De Spaanse bezetting kreeg nu een permanent karakter. Op 24 juni 1571 verklaarde Legazpi Manila tot de officiële hoofdstad van de Filippijnen. Per decreet kreeg Manila van de Spaanse koning Filips II de aanduiding ‘Insigne y Siempre Leal Ciudad’ ofwel ‘Edele en Altijd Trouwe Stad’. Op de plaats waar oorspronkelijk het bamboepalissadefort van Rajah Sulayman had gestaan ontstond later de Spaanse vestingstad Intramuros. De nederzettingen rondom Intramuros groeiden ten tijde van de winstgevende galjoenenhandel uit tot welvarende voorsteden. Oostelijk van de vestingmuren lag de Chinese wijk El Parian, aan de zuidkant lagen Ermita en Malate en noordelijk van de Pasig River respectievelijk de wijken Tondo, San Nicolas, Santa Cruz, Binondo, Quiapo en San Miguel. Deze wijken maken deel uit van de eigenlijke stad Manila. De wijk El Parian bestaat tegenwoordig niet meer als zodanig.
In 1975 werd Manila met een aantal voorsteden en gemeenten samengevoegd tot Metropolitan Manila Area of kortweg Metro Manila. De bevolking van de wereldstad groeit in een snel tempo. Thans heeft de totale agglomeratie, ook wel aangeduid als National Capital Region, meer dan 10 miljoen inwoners. Het ligt voor de hand dat men in zo’n immense en snelgroeiende stad te kampen heeft met grote milieuproblemen. De uitlaatgassen vormen vaak een blauwe waas boven de regelmatig verstopte verkeersaders. De Pasig River en andere wateren in en rond de metropool zijn ernstig vervuild met huishoudelijk en industrieel afval. Veel toeristen geven er dan ook de voorkeur aan de stad snel achter zich te laten en trekken liever rond in andere delen van de archipel. Niettemin heeft Manila ook veel interessants te bieden en vormt een verblijf van enkele dagen in zo’n bruisende stad een boeiende ervaring. De gebruikelijke route waarlangs buitenlandse toeristen vanaf de luchthaven de stad binnenkomen is de door fraaie palmbomen geflankeerde Roxas Boulevard.
Bezienswaardigheden in het Centrum
De centrale stadsdelen Intramuros, Rizal Park, Ermita en Malate worden het meest bezocht door toeristen en worden dan ook het eerst besproken in het volgende overzicht.
Intramuros
De oude vestingstad Intramuros (‘Binnen de muren’) werd als gevolg van de bombardementen van februari 1945 helaas vrijwel geheel verwoest. Enkele van de belangrijkste bouwwerken binnen de stadswallen zijn gerestaureerd of weer volledig vanaf de grond opgebouwd, waarbij zoveel mogelijk gebruikgemaakt werd van oude bestanddelen. Ook de stadswallen en stadspoorten zijn voor een groot deel gerestaureerd. De aan de noordkant van Rizal Park gelegen stadspoort Puerta Real is een geschikt startpunt voor een wandeling langs de belangrijkste bezienswaardigheden van Intramuros. Als u vanaf de Puerta Real de General Luna Street volgt vindt u na ongeveer 300 m aan uw linkerkant de San Agustin Church. Het is de enige van de oorspronkelijk twaalf kerken binnen de stadsmuren die tijdens de Tweede Wereldoorlog gespaard is gebleven en tevens de oudste nog bestaande stenen kerk op de Filippijnen. Zelfs een reeks aardbevingen tijdens de afgelopen eeuwen hebben het solide bouwwerk weinig schade toegebracht. Op de plaats van de huidige kerk werd in 1571 door de Spanjaarden de eerste kerk van Intramuros gebouwd. Het uit hout en bamboe opgetrokken gebouw werd echter in 1574 door een brand verwoest en ook de daarna geconstrueerde houten kerk viel in 1583 ten offer aan de vlammen. In 1599 werd onder leiding van de augustijner monnik Juan de Macías het fundament gelegd voor de huidige stenen kerk en in 1606 was de bouw voltooid. Tot de werklieden die bij de bouw betrokken waren behoorden ook gechristianiseerde Chinezen. Hieraan herinneren nog de granieten leeuwenbeelden bij de kerk, welke fungeerden als beschermers tegen kwade geesten. In een kapel aan de linkerkant van het altaar liggen de resten begraven van de conquistador Miguel Lopez de Legazpi, tezamen met de overblijfselen van enkele tijdgenoten en de gouverneurs-generaal en aartsbisschoppen uit de beginperiode van de koloniale overheersing. Het originele graf werd in 1762 door de Engelsen vernield in de hoop kostbaarheden te vinden. Daarna kregen de gebeenten van de verschillende hoogwaardigheidsbekleders een gemeenschappelijke rustplaats. Het gewelf van de kerk werd tijdens de tweede helft van de 19e eeuw fraai beschilderd door de Italiaanse kunstenaars Alberoni en Dibella. De kristallen kroonluchters zijn afkomstig uit Parijs en werden omstreeks de voorlaatste eeuwwisseling aangebracht. De met de hand uit molavehout gesneden koorstoelen dateren uit 1608. In de hallen van het augustijnenklooster naast de kerk bevindt zich het San Agustin Museum, waar men onder andere houtsnijwerk en liturgische kunstwerken kan bewonderen. In een serie van 26 olieverfschilderijen zijn gebeurtenissen weergegeven uit het leven van Sint-Augustinus. De granietblokken treden van de ‘Escalera Principal’ (hoofdtrap) zijn afkomstig uit China. Ze werden aangevoerd met de galjoenen waarin ze fungeerden als ballaststenen. Het San Agustin Museum is dagelijks toegankelijk van 9.00 tot 12.00 uur en van 13.00 tot 17.00 uur. Tegenover de San Agustin Church bevindt zich het Casa Manila, een woonhuis uit de koloniale tijd dat geheel volgens de traditionele stijl is ingericht. Het geeft een goede impressie hoe een welvarende Spaanse familie in het vroegere Manila geleefd moet hebben. Het Casa Manila is ’s maandags gesloten, maar verder de hele week toegankelijk (9.00-12.00 en 13.00-18.00 uur). Bij het Casa Manila behoort ook een restaurant waar regelmatig traditionele Filippijnse dansen gedemonstreerd worden. Wanneer men vanaf het Casa Manila de wandeling voortzet door de General Luna bereikt men na drie dwarsstraten gepasseerd te zijn de Manila Cathedral, gelegen aan de Plaza Roma. Een plaket geeft informatie over de ontstaansgeschiedenis van de kerk, waarbij blijkt dat de Manila Cathedral minder fortuinlijk is geweest dan de San Agustin Church. Nadat de originele houten constructies door brand (in 1574 en 1583) en door een taifoen (in 1582) vernield werden, bouwde men hier in 1592 de eerste stenen kerk op de Filippijnen. Het bouwwerk werd echter acht jaar later door een aardbeving verwoest en de zware aardbevingen van 1645 en 1863 en de bombardementen tijdens de Tweede Wereldoorlog veranderden de later gebouwde kerken telkens weer in puinhopen. De huidige kathedraal werd met financiële steun van het Vaticaan gebouwd tijdens de periode 1954-1958 volgens de richtlijnen van de Filippijnse architect Fernando Ocampo. Bezienswaardig in de kerk is onder andere het indrukwekkende orgel dat afkomstig is uit Nederland en dat met zijn 4500 pijpen het grootste orgel van Azië is. Vanaf de Manila Cathedral kan men verder wandelen via de General Luna en aan de noordkant van het Intramuroscomplex vindt men dan Fort Santiago.
Hier bevond zich vroeger de monding van de Pasig River. Later is ten gevolge van landaanwinning de monding van de rivier meer westelijk komen te liggen. In verband met de strategische positie was Fort Santiago het belangrijkste verdedigingswerk van de stad. In de Powder Magazine Chamber (kruitkamer) onder het fort werden tijdens de Tweede Wereldoorlog honderden Filipino’s en Amerikanen onder erbarmelijke omstandigheden gevangen gehouden door de Japanse bezetters. Velen van hen kwamen om door verdrinking doordat bij hoog tij een deel van de kerkers onder water kwam te staan. Een wit kruis geeft de plaats aan waar zich een massagraf bevindt van 600 krijgsgevangenen. In Fort Santiago kan men ook de cel bezichtigen waar dr. José Rizal zijn laatste dagen doorbracht voordat hij door de Spanjaarden geëxecuteerd werd. De cel maakt deel uit van de Rizal-gedenkplaats waar men een klein museum heeft ingericht ter ere van de nationale held. Van Fort Santiago kan men via de Maestranza Street wandelen naar de mooi gerestaureerde Puerta de Isabel II, de stadspoort aan de noordoostkant van Intramuros. Hier bevindt zich een collectie liturgische voorwerpen (vrij entree). Vanaf Puerta de Isabel II kan men de wandeling voortzetten langs de binnenkant van de oostelijke stadswal over de Calle Muralla. De Puerta del Parian leidde vroeger naar de buiten de stadsmuren gelegen Chinese wijk El Parian, destijds een bron van onrust voor de Spaanse overheersers. De thans niet meer bestaande wijk lag binnen het bereik van de kanonnen van het verdedigingswerk Ravelin del Parian. Een interessante bezienswaardigheid aan de zuidoostkant van de stadswallen vormt ten slotte de Ravelin de Recolletos, waar zich in de Aurora Garden een orchideeënverzameling bevindt. Van hier kan men doorlopen naar de Puerta Real, het startpunt van de Intramuroswandeling, of naar de Taft Avenue, waar zich de City Hall bevindt.
Rizal Park
Het Rizal Park vormt samen met Intramuros het geografische middelpunt van Metro Manila. Het rechthoekige park wordt beschouwd als een van de fraaiste stadsparken van Azië en is elke dag een geliefde wandel- en ontmoetingsplaats voor duizenden Filipino’s. Op zondagen komen er talloze gezinnen om er gezellig te gaan picknicken. In de volksmond wordt het park vaak aangeduid met de naam ‘Luneta’ (kleine maan), afgeleid van een halvemaanvormig vestingwerk dat zich hier tot de voorlaatste eeuwwisseling bevond. In het westelijk deel van het park staat het Rizal Monument. Op deze plaats werd op 30 december 1896 de volksheld dr. José Rizal geëxecuteerd door een Spaans vuurpeleton en hier bevindt zich ook zijn laatste rustplaats. Op een aantal bronzen platen is in ver-schillende talen de tekst van zijn afscheidsgedicht ‘Mi Ultimo Adios’ (Mijn laatste vaarwel) gegraveerd. Een obelisk nabij het monument memoreert de dood van de priesters Burgos, Gomez en Zamora. Wegens hun aandeel in de Cavi-te-opstand werden zij door de Spanjaarden met de garrot (wurgpaal) ter dood gebracht. Een speciale toeristische attractie vormt het wisselen van de wacht bij het Rizal Monument. Dit ceremonieel vindt om het uur plaats. Iets ten zuiden van het monument, richting Kalaw Street, bevindt zich een zandstenen bron die geschonken is door inwoners van het Duitse dorpje Wilhelmsfeld. Het verhaal gaat dat Rizal tijdens zijn studieverblijf in Heidelberg regelmatig uit deze bron gedronken heeft. Als u van hier de wandeling door het park in oostelijke richting voortzet komt u weldra bij de National Library, welke toegankelijk is vanaf de Kalaw Street. Aan de noordkant van het park, ongeveer tegenover de National Library, liggen de Japanese Garden en de Chinese Garden. Tussen beide tuinencomplexen in staat het City Planetarium, waar regelmatig audiovisuele demonstraties worden gegeven. Vlak bij het planetarium wordt in het openluchttheater elke zondag een gratis concert gegeven van 17.00 tot 18.30 uur. In het oostelijk deel van het park, aan de overzijde van de M.Y. Orosa Street, kan men een uitgebreide collectie tropische orchideeën bewonderen in het Manila Orchidarium (entree 100 pesos). Bij het Teodoro Valencia Circle staat het imposante, in nieuwklassieke stijl geconstrueerde gebouw van het Department of Tourism. Hier kunt u gratis toeristisch informatiemateriaal verkrijgen. Aan de oostrand van het park, grenzend aan de drukke Taft Avenue heeft men een grote reliëfkaart gemaakt van de gehele archipel. Bij de noordoosthoek van Rizal Park bevindt zich het National Museum. De collectie omvat onder andere prehistorische vondsten van de Tabon Caves van Palawan. Het museum is tijdens weekdagen (behalve maandag) open van 9.00 tot 12.00 uur en van 13.00 tot 17.00 uur (entree 100 pesos). Het meest westelijke gedeelte van het park, ‘New Luneta’, gelegen tussen de Roxas Boulevard en de Baai van Manila, leent zich vooral goed voor een avondwandeling. Men kan dan genieten van de hooggeprezen zonsondergang boven de baai. Eventueel kan men een bezoekje brengen aan het nabijgelegen Manila Hotel. In dit meest beroemde hotel van de Filippijnen had generaal MacArthur tijdens de periode 1935-1941 zijn speciale ‘penthouse’. Tijdens de Japanse bezetting werd het hotel de residentie van de oorlogspresident Hideki Tojo en zijn generaal Tomoyoko Yamashita, bijgenaamd de ‘Tijger van Manila’. Hoewel het legendarische hotel zwaar beschadigd werd tijdens de oorlog is het nadien weer fraai gerestaureerd. Vlak bij het Manila Hotel is thans een nieuwe publiekstrekker gevestigd: het Manila Ocean Park. In dit in 2008 geopende Oceanarium bevindt zich onder andere een 200 m lange glazen tunnel van waaruit talloze soorten vissen en andere oceaanorganismen zijn te bewonderen. Het complex omvat ook een aantal restaurants en winkels en is de hele week geopend vanaf 10.00 uur tot 21.00 uur. De entreeprijs bedraagt 400 pesos voor volwassen en 350 pesos voor kinderen.
Ermita en Malate
De meeste buitenlandse toeristen die Manila bezoeken houden zich op in de wijken Ermita en Malate, gelegen ten zuiden van het Rizal Park. Er bevinden zich talloze hotels in allerlei categorieën wat betreft luxe en prijsniveau. De wijken worden aan de westkant begrensd door de langs de Baai van Manila lopende Roxas Boulevard en aan de oostkant door de Taft Avenue. Pedro Gil Street vormt de grens tussen Ermita en Malate. Parallel aan de Roxas Boulevard lopen de M.H. del Pilar Street en de A. Mabini Street, welke tezamen de belangrijkste doorgaande straten vormen in de ‘tourist belt’. Aan beide straten vindt men een grote concentratie restaurants, bistro’s, cafes, souvenirwinkels en geldwisselkantoortjes. De talloze ‘go-go-bars’ welke dit stadsdeel destijds een nogal roemruchte reputatie gaven zijn in het begin van de jaren negentig van de 20e eeuw gesloten onder het strenge bewind van Manila’s toenmalige burgemeester Alfredo Lim. In het toeristendistrict kan men uiteraard vrij veel souvenirwinkels aantreffen. Ermita telt een aantal kleine kunstgalerieën. De olieverfschilderijen behoren in het algemeen tot het weinig originele genre met de gebruikelijke, min of meer seriematig vervaardigde landschapstaferelen en portretten, maar zijn naar Europese begrippen niet duur geprijsd. In hoeverre het Chinese porselein en katholieke heiligenbeelden (‘santos’) in de antiekwinkeltjes authentiek zijn of slechts recentelijk gemaakte kopieën is voor de leek moeilijk vast te stellen. Aan de zuidkant van Malate ligt de Manila Zoo. Het is geen erg fraaie dierentuin en op de kwaliteit van de onderkomens is wel het een en ander aan te merken. De ingang bevindt zich aan de noordoostkant tegenover de Adriatico Street. Zuidwestelijk van Malate is tijdens het eind van de jaren zestig van de 20e eeuw het uitgebreide Cultural Center Complex aangelegd op een door landaanwinst ontstaan terrein aan de zeezijde van de Roxas Boulevard. Het bekendste bouwwerk van het complex is het door de Filippijnse architect Leandro Locsin ontworpen Cultural Center of the Philippines. In het gebouw vinden regelmatig theatervoorstellingen plaats. Tevens is er een bezienswaardig museum met onder andere een interessante collectie oude islamitische kunst uit Mindanao. De schilderijenexposities worden van tijd tot tijd gewisseld. Het Cultural Center Museum is geopend op maandag t/m vrijdag van 9.00 tot 17.00 en op zaterdag en zondag van 10.00 tot 18.00 uur. Op het complexterrein bevinden zich ook het Folk Arts Theater, het Design Center of the Philippines, het Westin Philippine Plaza Hotel, het Manila Film Center, het Philippine International Convention Center (dagelijks regelmatig rondleidingen), het Philippine Center for International Trade and Exhibition (Philcite), het Philippine Trade Center (Philtrade) en het Coconut Palace (tijdens het Marcos-regime gebouwd mansion ter gelegenheid van een bezoek van de paus; thans toegankelijk voor publiek). In het GSIS Buil-ding is het Museo ng Sining gehuisvest. Hier bevindt zich een omvangrijke kunstcollectie met werkstukken van de bekende Filippijnse schilders Amorsolo en Ocampo. In het Westin Philippine Plaza Hotel worden tijdens het dineren culturele dansshows vertoond. Op zondagen vormen de grasvelden van het cultuurterrein een geliefde recreatieplaats voor duizenden Filipino’s. Er heerst dan een zeer levendige en gezellige atmosfeer. Tegenover het Cultural Center Complex bevindt zich aan de Roxas Boulevard het Metropolitan Museum of Manila, waar kunstexposities worden gehouden (geopend maandag-zaterdag van 10.00 tot 18.00 uur).
Manila noordelijk van de Pasig
Wanneer men vanaf Intramuros de Pasig-rivier oversteekt via de Jones Bridge komt men terecht in Chinatown, een handelscentrum dat zich uitstrekt over het grootste deel van de wijk Binondo. Deze wijk kwam vooral tot bloei dankzij de winstgevende handel tussen Manila en Acapulco ten tijde van de Spaanse overheersing. Veel van de vroegere glorie is helaas verloren gegaan. Een groot deel van de oorspronkelijke koloniale huizen heeft plaatsgemaakt voor karakterloze betonnen gebouwen. Mede hierdoor geniet Manila’s Chinatown niet een soortgelijke reputatie als beroemde Chinese wijken in sommige andere wereldsteden. In verband met het drukke verkeer doet men er het best aan de wijk te voet te verkennen. Eventueel kan men de wandeling onderbreken door een ritje te maken met een ‘calesa’ (een soort paardenkoetsje stammend uit de koloniale tijd). Een goed startpunt voor een wandeling is de eerdergenoemde Jones Bridge. Vlak aan de voet van de brug begint de Escolta, een bedrijvige straat met winkels, restaurants, banken en bioscopen. Voorheen gold dit als een van de belangrijkste ontmoetingscentra voor zakenlui in de stad. Aan het andere eind van de circa vierhonderd meter lange straat bevindt zich de Plaza Sta. Cruz.Het plein wordt gedomineerd door de Sta. Cruz Church. De huidige kerk is een reconstructie van het oorspronkelijke uit het begin van de 17e eeuw daterende kerkgebouw, dat volledig verwoest werd tijdens de Tweede Wereldoorlog. Vanaf het plein kan men de wandeling voortzetten door de Ongpin Street. Dit is een van de meest karakteristieke straten van Chinatown. Men vindt er vele Chinese restaurants en juwelierswinkels. Natuurgeneesmiddelen en potentieverhogende preparaten, samengesteld met allerlei plantaardige en dierlijke bestanddelen, worden in kleine apotheken aan de man gebracht. Uithangborden vestigen de aandacht op de kung fu-scholen en acupunctuurklinieken. Het westelijk deel van de Ongpin St. komt uit op Plaza Calderon de la Barca. Aan dit plein staat de Binondo Church, gebouwd ter ere van Onze Lieve Vrouw van de Rozenkrans. De oorspronkelijke kerk dateerde uit dezelfde periode als de Sta. Cruz Church maar werd evenals deze tijdens het eind van de Tweede Wereldoorlog met de grond gelijkgemaakt. Ongeveer een halve kilometer vanaf de Plaza Calderon de la Barca ligt in de wijk San Nicolas de Divisoria Market. Deze kleurrijke en zeer rijk gesorteerde markt strekt zich uit over een aantal huizenblokken. Van alles en nog wat wordt er tegen billijke prijzen te koop aangeboden. De markt grenst aan de Santo Cristo Street. Na een bezoek aan de markt kunt u via de Juan Luna St. weer terug wandelen naar de Binondo Church en vandaar komt u via de Quintin Paredes weer terecht bij de Jones Bridge, het startpunt van de wandeling. De wijk Binondo wordt aan de noordzijde begrensd door de Claro M. Recto Avenue, een van de belangrijkste en drukste verkeersaders van Manila. Ongeveer halverwege Recto Avenue bevindt zich de Tutuban Center Mall, een winkelcentrum dat gevestigd is een gebouw dat voorheen fungeerde als treinstation. Vanaf dit winkelcentrum is het een klein stukje lopen naar de boeddhistische Seng Guan Temple, gelegen aan de Narra Street. De stadsdelen ten noordwesten van Binondo maken deel uit van de wijk Tondo. Vooral tijdens de jaren tachtig van de vorige eeuw kreeg deze roemruchte wijk internationale bekendheid als krottenoord doordat hier destijds zeer frequent reportages werden gemaakt door buitenlandse verslaggevers. De wijk Tondo wordt doorsneden door de Juan Luna Street. Parallel daaraan loopt de José Abad Santos St., welke in noordelijke richting overgaat in de Rizal Avenue Extension. Hier bevindt zich tegenover Caloocan City een bezienswaardige ‘dodenstad’, het Chinese kerkhof.
Hier hebben rijke Chinese families voor hun nabestaanden graven laten bouwen, waarvan sommige qua omvang en de erin aangebrachte voorzieningen te vergelijken zijn met een luxe woning. In een aantal van deze mausoleums zijn toiletten en badkamers aangebracht en soms zijn er zelfs van airconditioning voorziene slaapruimten aanwezig, waar bezoekende familieleden kunnen vertoeven. De kolossale graven tonen een grote variatie qua bouwstijl. Op de ene plaats ziet men strakke, gladde structuren van marmer of beton, ergens anders weer typisch Chinese versieringen zoals beeltenissen van slangen met drakenkoppen. De weelde en praal op het kerkhof vormt een schril contrast met de armzalige omstandigheden van de talrijke bewoners van de naburige krottenwijken. Overigens bevinden zich op het kerkhof ook heel eenvoudige graven van weinig welvarende Chinezen. In de muur die het kerkhof omgeeft zijn graven aangebracht die doen denken aan de opberghokjes voor bagage zoals men ze kan aantreffen op stations en dergelijke. Vanaf de toeristenwijk Ermita kan het Chinese kerkhof bereikt worden door vanaf Mabini St. of Taft Avenue een jeepney te nemen met de aanduiding ‘Monumento’ (het Bonifacio Monument bij Caloocan City). De hoofdingang (South Gate) van het kerkhof bevindt zich daar waar de Rizal Avenue Extension begint (vragen aan de bestuurder van de jeepney). Men kan er ook komen door vanaf Taft Avenue de Metrorail te nemen. Het R. Papa Station is de plaats waar u moet uitstappen. Het verdient de voorkeur het Chinese kerkhof te bezoeken onder begeleiding van een van de officiële gidsen. Bij de South Gate kunt u vragen naar de vriendelijke gids Eduardo Salvador (‘Eddie’). Voor 400 pesos geeft hij een zeer informatieve rondleiding van een uur.
Ten oosten van de eerdergenoemde wijk Binondo ligt tegenover de Quezon Bridge de wijk Quiapo. Hier staat aan de Plaza Miranda de Quiapo Church waar het beroemde beeld van de ‘Black Nazarene’ bewaard wordt. Het beeld vormt het middelpunt van de jaarlijks op 9 januari gehouden ‘Black Nazarene Procession’. Ook gedurende de rest van het jaar wordt de kerk erg veel bezocht. Elke vrijdag komen er honderden gelovigen naar de kerk om de ‘Black Nazarene’ te vereren. Vlak bij de Quiapo Church kunt u in de Carlos Palanca Street de Quinta Market bezoeken. Onder de Quezon Bridge worden op de ‘Markt onder de Brug’ (Ilalim ng Tulay) gevlochten manden en tassen en andere met de hand gemaakte artikelen te koop aangeboden. In de niet veraf gelegen Arlegui Street bevinden zich winkeltjes van islamitische kooplieden waar fraaie bronzen voorwerpen verkocht worden. Ongeveer een kilometer noordelijk van de Quiapo Church ligt aan de Andalucia Street (verlengde van de Quezon Boulevard) de Central Market. Hier worden vooral kleding, schoenen, tassen en dergelijke verkocht. De Quiapo Mosque is het religieuze middelpunt voor de Filippijnse moslims van Manila. Deze moskee werd in 1974 gebouwd en bevindt zich aan de Globo de Oro Street, dicht bij de Plaza Miranda. Andere interessante bouwwerken in de wijk Quiapo zijn de Ocampo Pagoda (Mendoza St.) en de San Sebastian Church (aan de Plaza del Carmen, vanaf de Mendoza St. te bereiken via de Hidalgo St.).
Stroomopwaarts langs de Pasig komt men vanuit Quiapo in de wijk San Miguel, waar zich aan de noordoever van de rivier het Malacañang Palace bevindt. De naam van het paleis is afgeleid van de originele Filippijnse aanduiding ‘May lakan diyan’ ofwel ‘Hier woont een edelman’. Sinds 1863 werd het bouwwerk gebruikt als residentie van de Spaanse, respectievelijk Amerikaanse gouverneurs-generaal. Manuel Quezon was het eerste Filippijnse staatshoofd dat zijn intrek nam in het paleis. Na de val van Marcos in februari 1986 is het paleis gerenoveerd en opengesteld voor het publiek. De zeer omvangrijke collectie schoenen, tassen en kledingstukken van Imelda Marcos vormde voor veel toeristen de hoofdattractie van het paleisbezoek. Sinds enkele jaren worden deze attributen echter niet meer tentoongesteld. Bovendien is er de laatste jaren geen sprake meer van gewone rondleidingen voor toeristen. Men kan het paleis thans alleen nog bezoeken in de vorm van een vooraf aangevraagde groepsrondleiding. Een schriftelijk verzoek daarvoor moet minstens een week vooraf zijn ingediend, voorzien van een complete bezoekerslijst (eventueel bij Department of Tourism vragen hoe de actuele situatie is).
Aan de noordoostkant van Metro Manila ligt Quezon City, vanuit de meer centraal gelegen stadsdelen bereikbaar via de España Boulevard welke later overgaat in de Quezon Avenue (of Quezon Boulevard Extension). Aan de España Boulevard bevindt zich de hoofdingang van de reeds in 1611 gestichte University of Santo Tomas (UST), de oudste universiteit van de Filippijnen. Het bijbehorende Museum of Arts & Sciences is tijdens weekdagen (dinsdag t/m vrijdag) toegankelijk van 10.00 tot 16.00 uur. De universiteit beschikt ook over een uitgebreide bibliotheek met een waardevolle collectie zeldzame manuscripten. Als men de Quezon Avenue volgt in noordoostelijke richting komt men uit op het Quezon Memorial Circle. Binnen de grote rotonde bevindt zich de Quezon Memorial Hall, gebouwd ter nagedachtenis aan de eerste Filippijnse gemenebest-president Manuel Luis Quezon. Het bouwwerk is dagelijks opengesteld van 6.00 tot 22.00 uur. Aan de westkant van de rotonde bevindt zich het Ninoy Aquino Parks & Wildlife Center, waar onder andere een kleine dierentuin is gevestigd. Het is toegankelijk op maandag t/m vrijdag van 9.00 tot 16.00 uur en op zaterdag en zondag van 9.00 tot 17.00 uur.