Duizenden pelgrims (van alle leeftijden) trekken ieder jaar naar boven. In de rotsen is een trap uitgehouwen; ter beveiliging zijn leuningen en kabels aangebracht en is het 7 km lange pad 's nachts verlicht (december-mei). Langs de route zijn verversingen verkrijgbaar op zogenaamde ambalama's. Deze rustplaatsen zijn in de 12de eeuw aangelegd door de koningen Parakrama Bahu 1 de Grote en Nissanka Malla. Ook Marco Polo beklom indertijd deze 'heiligste berg ter wereld' en meende er de bronnen van het paradijs te horen ruisen. De pelgrimstochten beginnen in december en eindigen in mei. De tocht naar boven neemt ongeveer 2,5-3 uur in beslag (een enkeling loopt het in 2 uur), afhankelijk van uw conditie. Overdag is het warm op de berg, maar 's avonds koelt het sterk af. Zorg dus voor warme en waterdichte kleding als u 's nachts Adam's Peak gaat beklimmen. De klokken van het klooster op de top verwelkomen de pelgrims bij wie de religieuze drijfveer groter is dan de vermoeidheid. Veel pelgrims willen graag vóór zonsopgang de top bereikt hebben om vervolgens mediterend de driehoekige schaduw van de berg over de aarde te kunnen aanschouwen. Als u dus 's morgens om 2 uur vanuit uw guesthouse vertrekt, bent u ruim voor zonsopkomst (tussen 6 en 6.30 uur) op de top. Als u het begin ziet van de metalen reling, weet u dat de top niet ver meer is. Neem buiten het pelgrimsseizoen in ieder geval een zaklantaarn mee en stop uw broek in uw sokken tegen bloedzuigers. In de guesthouses kunt u eventueel een gids huren die u tijdens de klim vergezelt (circa Rs. 500). Zorg er voor dat u eten en drinken bij u heeft tijdens de klim.