Subantarctische eilanden in de Indische Oceaan

Swipe

De Australische subantarctische eilanden

Heard en McDonald

Deze subantarctische eilanden liggen net als Bouvet heel erg geïsoleerd in de oneindig grote oceaan. De afstand tot Australië bedraagt maar liefst 4100 km en tot Zuid-Afrika zelfs 4700 km.

Het eiland Heard is gevormd rond een actieve vulkaan die Big Ben genoemd wordt. Het eiland is 375 km2 groot. De hoogste top is Mawson Peak met 2745 m. De tweede vulkaan is Mount Dixon (700 m). Ondanks dat er continu stoom uit de krater komt, heeft de laatste echte activiteit in 1992 -1993 plaatsgevonden.

70% van Heard is bedekt door een ijskap waaruit twaalf grote en diverse kleinere gletsjers ontspringen. De meeste gletsjers eindigen in zee. Enkele eindigen echter op land en hebben daar gletsjermeren gevormd. De grootste gletsjer is de Goltley die een gebied van 27 km2 bestrijkt. Op de toppen van Mount Dixon, Mount Anzac en Mount Olsen zijn grote gletsjer- en sneeuwvelden.

Ook Heard en de McDonaldeilanden liggen op het Kerguelenplateau dat 2 miljoen km2 groot is en dat 3 km hoger ligt dan de omringende zeebodem. Een hevige uitbarsting op McDonald in 1990 heeft door het uitvloeien van lava het eiland bijna twee zo groot en minstens 100 m hoger gemaakt. McDonald kent geen gletsjers. De totale oppervlakte van de McDonaldarchipel is nog geen 5 km2. Het hoogste punt is 212 m.

Ondanks dat er sinds 1770 op de ‘slechts’ 400 km verderop gelegen Kergueleneilanden volop op pelsrobben en walvissen gejaagd werd, werd Heard pas op 25 maart 1853 ontdekt door de Amerikaanse kapitein John Heard die er met een vrachtschip voorbij voer. Slechts een paar weken later (januari 1854) ontdekte William McDonald de veel kleinere eilanden circa 40 km ten westen van Heard. Hij noemde het hoofdeiland McDonald. De andere eilandjes werden Flat en Meyer Rock genoemd.

Na de ontdekking duurde het niet lang voor robbenjagers (voornamelijk Amerikaanse) naar de eilanden kwamen. Tussen 1854 en 1877 werden bijna alle zeeolifanten afgeslacht voor hun spek waaruit vervolgens traan gekookt werd.

Heard en McDonald waren in 1908 geannexeerd door Engeland, maar zijn in 1947 overgedragen aan Australië. Als voorbereiding op de overdracht werd er een onderzoeksstation gebouwd. De plaats kreeg de naam Atlas Cove. Tot 9 maart 1955 (na de opening van de Mawsonbasis op Antarctica) werd er vanuit het station onderzoek gedaan naar flora, fauna, geologie, geomorfologie, weer en atmosfeer. Tevens werden de eilanden in kaart gebracht. Na het sluiten van het station zijn de eilanden nog maar sporadisch bezocht.

Sinds 1997 is Heard toegevoegd aan de UNESCO-lijst van Wilderness Reserves. In de zomer van 2000-2001 heeft een Australisch team de basis bij Atlas Cove opgeruimd. Voor vogelkenners zijn vooral de met uitsterven bedreigde Heard-aalscholver en het endemisch Heard-ijshoen van belang. Verder komen hier voor de reuzen-, wenkbrauw- en roetkopalbatros, de reuzenstormvogel, Wilsons stormvogeltje, alkstormvogeltje, South Georgia alkstormvogeltje, zuidelijke stormvogel, kelpmeeuw, zuidpoolstern, subantarctische grote jager en diverse prions. Van de pinguïns zijn er de macaronipinguïn met 1 miljoen paren, de koningspinguïn met 100.000 paren en kleinere aantallen ezelspinguïns en rotsspringers. Verder leven er groepen zuidelijke zeeolifanten, Antarctische en subantarctische pelsrobben. Het zijn de enige subantarctische eilanden waar geen geïntroduceerde dieren leven. De begroeiing bestaat uit boendergrassen, Kerguelenkool en Azorella selago en mossen.

Met vergunning van de Australian Antarctic Division is het mogelijk Heard te bezoeken. Het maximum aantal bezoekers is 400 die per jaar, onder strikte condities het eiland mogen bezoeken. Het aantal toegestane landingsplaatsen is erg beperkt. Omdat de eilanden zo ver van ieder ander land af liggen, worden ze praktisch nooit opgenomen in een scheepsreis.

10 prachtige bestemmingen in De Australische subantarctische eilanden en Antarctica